Schooltraining van een blindengeleidehond
Een blindengeleidehond doorloopt een uitgebreide opleiding in verschillende fasen. Deze opleiding verloopt als volgt: Wanneer de pup ongeveer zeven tot acht weken oud is, verhuist hij van de fokker naar een puppypleeggezin. Hier krijgt hij de basisopleiding, waaronder socialisatie, zindelijkheids- en gehoorzaamheidstraining. Deze periode duurt tot de pup ongeveer één tot anderhalf jaar oud is. Na deze fase verhuist de jonge hond naar een gespecialiseerde geleidehondenschool, waar hij verder wordt opgeleid tot blindengeleidehond. Tijdens deze fase draagt de hond een tuig, ook wel "harnas" genoemd. De duur van de training op school varieert van zes maanden tot anderhalf jaar.
Tijdens de opleiding krijgt de instructeur een voortdurend beeld van het karakter, de werkcapaciteiten en het looptempo van de hond. Wanneer de hond zich in de laatste opleidingsfase bevindt, begint de instructeur met het zoeken naar een geschikte eigenaar door middel van de
matching. Het is belangrijk op te merken dat de hond gedurende zijn leven, zowel tijdens de opleiding als na zijn inzet als blindengeleidehond, ook een gewone
huishond blijft, wat betekent dat hij mag
loslopen en spelen.
De opleiding van een blindengeleidehond: Fasen van training
De eerste fase: Puppypleeggezin
De eerste belangrijke fase in de opleiding van een blindengeleidehond begint zodra de pup zeven tot acht weken oud is. In deze periode wordt de pup geplaatst in een puppypleeggezin, waar hij de basisprincipes van het leven leert. Dit omvat socialisatie met mensen, andere dieren en verschillende omgevingen. Het is van cruciaal belang dat de pup gewend raakt aan diverse geluiden, geuren en visuele prikkels, zodat hij later flexibel en zelfverzekerd kan reageren op zijn omgeving. Het pleeggezin zorgt ervoor dat de pup zindelijk wordt en leert gehoorzamen, wat de basis legt voor de verdere opleiding.
Socialisatie en gehoorzaamheid
Gedurende deze fase leert de pup niet alleen de basiscommando's zoals "zit" en "blijf", maar wordt hij ook blootgesteld aan verschillende situaties die hem helpen zich aan te passen aan verschillende omgevingen. Socialisatie is belangrijk omdat het ervoor zorgt dat de hond later kalm en zelfverzekerd is in drukke of nieuwe situaties, wat essentieel is voor het werk als blindengeleidehond. Het ontwikkelen van een vertrouwensrelatie met mensen en andere honden speelt een sleutelrol in deze fase van de training.
Overgang naar de gespecialiseerde geleidehondenschool
Na de basisopleiding in het puppypleeggezin verhuist de hond naar een gespecialiseerde geleidehondenschool. Hier begint de daadwerkelijke blindengeleidehondopleiding. De hond leert specifieke vaardigheden die nodig zijn om een blinde of slechtziende persoon veilig door hun omgeving te begeleiden. Dit proces kan tussen zes maanden en anderhalf jaar duren, afhankelijk van de voortgang van de hond en de complexiteit van de training.
Gedrag en reacties tijdens de training
Leren het harnas te dragen
Een van de eerste belangrijke stappen in de training op de geleidehondenschool is het wennen aan het dragen van het geleidehondenharnas. Het harnas is een essentieel hulpmiddel dat de hond helpt om zijn eigenaar te begeleiden. Het moet comfortabel zitten, maar stevig genoeg zijn om de hond de controle te geven over de bewegingen van zijn eigenaar zonder deze te overbelasten. De hond leert rustig en gecontroleerd te lopen met het harnas en moet zich snel aanpassen aan het gewicht en de structuur van het tuig.
Obstakels vermijden
Een van de fundamentele taken van een blindengeleidehond is het vermijden van obstakels op het pad van zijn eigenaar. Tijdens de training wordt de hond geleerd om actief te zoeken naar en te reageren op obstakels zoals bomen, stoeptegels, verkeersborden of straatmeubilair. Het doel is om de hond te trainen om tijdig het juiste pad te kiezen en zijn eigenaar veilig te begeleiden, terwijl hij constant de omgeving in de gaten houdt.
Straten oversteken en op- en afstapjes aangeven
De hond leert ook specifieke signalen te herkennen die aangeven wanneer het tijd is om een straat over te steken of een op- of afstapje te maken. De opleiding richt zich op het aanvoelen van situaties zoals verkeerslichten, en de hond moet zijn eigenaar leren wanneer het veilig is om over te steken. Het is van groot belang dat de hond ook op hoogteverschillen let en zijn eigenaar attendeert op trapjes of andere obstakels in de omgeving.
Initiatief nemen in onbekende situaties
In bepaalde situaties moet de blindengeleidehond initiatief nemen. Dit betekent dat de hond in staat moet zijn om te reageren op onvoorspelbare omstandigheden, zoals een plotselinge verandering in de route of het ontmoeten van een ander obstakel dat niet eerder is geïdentificeerd. De hond moet zichzelf leren aan te passen en instinctief de juiste beslissing nemen, zelfs als het pad niet volledig duidelijk is.
Selectief ongehoorzaam zijn
In sommige gevallen is het noodzakelijk dat de hond selectief ongehoorzaam is, vooral in situaties waarin het bevel om door te gaan niet veilig zou zijn voor zijn eigenaar. Als de hond een gevaarlijke situatie aanvoelt, bijvoorbeeld een naderend voertuig, kan hij besluiten het bevel om verder te lopen te negeren en zijn eigenaar tot stilstand brengen. Dit gedrag wordt zorgvuldig getraind om ervoor te zorgen dat de hond de veiligheid van zijn eigenaar altijd voorop stelt, zelfs als dat betekent dat hij de gehoorzaamheid tijdelijk opzij zet.
Specifieke vaardigheden en uitdagingen
Trappen nemen
Het nemen van trappen is een van de meer geavanceerde vaardigheden die een blindengeleidehond moet leren. Trappen kunnen gevaarlijk zijn voor mensen die blind of slechtziend zijn, en het is cruciaal dat de hond in staat is om te herkennen wanneer een trap begint en eindigt. De hond leert de eigenaar naar boven of beneden te begeleiden, waarbij hij rekening houdt met het tempo van de eigenaar en zorgt voor een veilige, gecontroleerde beweging.
Zoekopdrachten uitvoeren
In sommige gevallen moet een blindengeleidehond ook in staat zijn om zoekopdrachten uit te voeren. Dit kan variëren van het vinden van een specifiek voorwerp dat zijn eigenaar nodig heeft, tot het vinden van een specifieke locatie, zoals een deur of een zitplaats in een openbare ruimte. De hond leert geavanceerde zoektechnieken die hem in staat stellen om snel en efficiënt de juiste oplossing te vinden.
Andere honden negeren
Een van de uitdagingen tijdens de training is het leren negeren van andere honden en afleidingen in de omgeving. Blindengeleidehonden moeten zich volledig concentreren op hun taak en mogen zich niet laten afleiden door andere honden, zelfs als deze dicht bij hen zijn. Dit gedrag wordt getraind door de hond in situaties te plaatsen waarin hij moet leren zijn focus op zijn eigenaar te houden, ongeacht de aanwezigheid van andere honden.
Wennen aan de nieuwe omgeving
Wanneer de hond op de geleidehondenschool arriveert, krijgt hij de gelegenheid om te wennen aan de nieuwe omgeving, de nieuwe mensen en de andere
honden in het opleidingscentrum. De trainers en instructeurs kennen de hond vaak al goed, omdat ze de pup regelmatig hebben gezien en gevolgd tijdens zijn tijd in het
puppypleeggezin. Hierdoor hebben ze een goed beeld van het karakter van de hond.
Bron: Kim Bols
Geduldig leren zijn
Naast het feit dat de geleidehonden in opleiding af en toe gewoon hond mogen zijn, door bijvoorbeeld te spelen in het bos of met soortgenoten, is er veel aandacht voor training. De instructeurs en verzorgers oefenen de
basiscommando's en controle met de honden. De honden leren geduldig en gericht te zijn naar hun baasje. Dit omvat het netjes wachten voordat ze door een deur gaan, in een auto springen, of starten met eten. In winkels moeten geleidehonden rustig, braaf en kalm blijven om anderen niet te storen.
Aan de leiband lopen en harnas dragen
In het begin leert de hond om aan de leiband te lopen. Hij leert hoe hij met de juiste spanning en positie ten opzichte van de omgeving en de instructeur moet wandelen. Dit helpt de hond om een eenheid te vormen met zijn begeleider, waarbij de leiband als verbinding dient. Later wordt de leiband vervangen door het tuig, dat de typische uitrusting is voor een geleidehond tijdens het werk. Het tuig wordt gebruikt om de beweging en richting van de hond aan te voelen, niet om hem te sturen.
Bron: Kim Bols, http://www.visuelehandicap.be
Obstakels vermijden
De hond leert obstakels te vermijden door vertrouwd te raken met verschillende hindernissen die de instructeur opzoekt. Deze ervaring is cruciaal voor zijn toekomstige werk bij een blinde of slechtziende eigenaar.
Bron: Kim Bols, http://www.visuelehandicap.be
Straten oversteken en op- en afstapjes aangeven
Een geleidehond moet altijd recht over een straat steken. Dit maakt het voor de visueel gehandicapte persoon gemakkelijker om zijn omgeving in te schatten en is meestal de veiligste route. De hond leert ook om stoepranden en afstapjes aan te geven door even te stoppen en te wachten, zodat de geleidehondgebruiker dit kan aanvoelen en een commando kan geven om verder te gaan. Gedurende de opleiding reageert de hond uitsluitend op verbale commando's en kiest hij niet spontaan een richting.
Initiatief nemen
Een belangrijke eigenschap voor een geleidehond is het nemen van initiatief bij obstakels. Dit betekent dat de hond moet bepalen wat de veiligste manier is om rond een hindernis te navigeren. Bijvoorbeeld, als er een obstakel op het voetpad staat, zal de geleidehond samen met de gebruiker van het voetpad naar de openbare weg gaan om het obstakel te omzeilen. De hond heeft geleerd om snel terug te keren naar het voetpad na het obstakel. Bij sommige obstakels, zoals een straat vol hindernissen, kan de hond besluiten om een straat over te steken.
Selectief ongehoorzaam zijn
Een geleidehond moet in principe altijd commando's opvolgen, tenzij dit gevaarlijk is of niet uitvoerbaar. In dergelijke gevallen moet hij selectief ongehoorzaam zijn en kiezen voor de veiligste manier om een hindernis te passeren. Dit kan bijvoorbeeld het inschatten van aankomend verkeer zijn. Als de baas zegt dat de hond mag oversteken, maar er komt een
fietser aan, moet de hond beoordelen of het veilig is om over te steken en het commando desgewenst negeren.
Bron: Kim Bols, http://www.visuelehandicap.beTrappen nemen
Wanneer de hond een
trap nadert, blokkeert hij de weg voor de geleidehondgebruiker door ervoor te gaan staan. Veel geleidehonden tikken tegen de leuning of springen tegen de leuning aan om aan te geven dat er een trap is. Bij de laatste trede stopt de hond en plaatst hij zijn poten op de trede om te signaleren dat het einde van de trap nabij is.
Zoekopdrachten uitvoeren
Tijdens de opleiding leert de geleidehond ook veel zoekopdrachten uit te voeren, zoals het vinden van een zebrapad, bushalte, stoel, kassa, deur, vuilnisbak, lift, trap, en meer. Deze zoekopdrachten worden vaak als spelletjes gepresenteerd, waarbij de hond beloond wordt met lekkernijen door de instructeur.
Andere honden negeren
Een essentiële taak voor een geleidehond is het leren negeren van andere honden en afleidingen op straat. Tijdens het werk moet de hond een neutrale houding aannemen en andere voetgangers, kinderwagens, winkels, enzovoort negeren.
Bron: Kim BolsAfgekeurde blindengeleidehond
In sommige gevallen moet een geleidehondenschool een hond vroegtijdig afkeuren, en wordt hij geen blindengeleidehond. De school zoekt dan naar een passende nieuwe bestemming voor de hond. Hij kan bijvoorbeeld terugkeren naar het pleeggezin, of een andere rol krijgen, zoals sociale hond in een woon- en zorgcentrum of op een palliatieve eenheid in een ziekenhuis. Bij sommige geleidehondenscholen zijn er wachtlijsten van gezinnen die geïnteresseerd zijn in een
afgekeurde blindengeleidehond.
Afgekeurde blindengeleidehonden
Redenen voor afkeuring
Niet alle honden die beginnen aan de opleiding tot blindengeleidehond slagen erin om volledig te voldoen aan de strenge eisen. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een hond niet geschikt is om blindengeleidehond te worden. Dit kan variëren van een onbetrouwbaar temperament, zoals agressie of angst, tot fysieke problemen die het werk belemmeren. Honden die de opleiding niet succesvol voltooien, worden vaak herplaatst als gezelschapshonden of andere werkhonden, afhankelijk van hun karakter en vaardigheden.
Nieuwe rol van een afgekeurde hond
Hoewel een hond die is afgekeurd voor blindengeleiderschap niet de vereiste standaard haalt voor deze specifieke taak, betekent dit niet dat hij geen andere waardevolle rol kan vervullen. Veel honden die worden afgekeurd, vinden een nieuw thuis als huisdier of als werkhond in een andere rol, zoals hulphond voor andere soorten beperkingen. Afgekeurde honden kunnen ook ingezet worden voor therapie of andere ondersteunende rollen, afhankelijk van hun capaciteiten.
Een geleidehond moet veel vaardigheden ontwikkelen tijdens zijn opleiding. Daarom kan de training veel tijd in beslag nemen.
Misvattingen rond schooltraining van een blindengeleidehond
Er bestaan diverse misvattingen over de schooltraining van een
blindengeleidehond. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze training veel meer inhoudt dan simpelweg het leren van commando's. De realiteit is dat de training zowel de hond als de toekomstige eigenaar voorbereidt op een levenslange samenwerking en dat deze training intensief en lang is.
De training is slechts een kwestie van basiscommando's
Veel mensen denken dat de schooltraining van een
blindengeleidehond alleen bestaat uit het leren van basiscommando's zoals "zit" en "kom hier". In werkelijkheid gaat de training veel verder dan dat. De honden worden specifiek getraind om complexe taken uit te voeren, zoals het navigeren in drukke omgevingen, het vermijden van obstakels en het volgen van signalen van hun eigenaar. Dit vereist een diepgaande en gedetailleerde training.
De hond is meteen klaar na de schooltraining
Een misvatting is dat een
blindengeleidehond na het afronden van de schooltraining direct klaar is om zijn werk te doen. In werkelijkheid is de schooltraining slechts een deel van het proces. De hond moet zich aanpassen aan zijn nieuwe omgeving en moet vaak nog een verdere aanpassing doen samen met de eigenaar. De training gaat door nadat de hond met zijn eigenaar is gekoppeld en pas na een uitgebreide periode is de hond echt volledig voorbereid.
Alle honden kunnen de schooltraining doorlopen
Niet alle honden zijn geschikt voor de intensieve schooltraining van een
blindengeleidehond. Honden die deze training ondergaan, moeten een specifiek temperament en fysieke gezondheid hebben. Dit betekent dat niet elke hond de vereiste vaardigheden en capaciteiten bezit om effectief te functioneren als blindengeleidehond. Het selectieproces is daarom cruciaal voor het succes van de hond.
De schooltraining is altijd succesvol
Sommige mensen denken dat de schooltraining van een
blindengeleidehond altijd succesvol zal zijn. Dit is echter niet het geval. Soms blijkt een hond tijdens de training niet geschikt te zijn voor het geleidewerk, wat kan leiden tot herplaatsing van de hond of andere functies. De training is intensief en niet alle honden kunnen deze rol vervullen, wat de complexiteit van de selectie en training benadrukt.
De eigenaar krijgt geen training
Er is een misvatting dat de eigenaar van een
blindengeleidehond geen training nodig heeft. In werkelijkheid speelt de eigenaar een cruciale rol in de succesvolle integratie van de hond in hun dagelijks leven. De eigenaar krijgt uitgebreide training en begeleiding van de school om te leren hoe ze effectief met de hond kunnen werken en de hond optimaal kunnen ondersteunen in zijn rol.
Alle blindengeleidehonden krijgen dezelfde training
Een andere misvatting is dat alle
blindengeleidehonden dezelfde training krijgen, ongeacht hun toekomstige eigenaar. Dit is niet waar. De training wordt aangepast aan de specifieke behoeften van de hond en de persoon die de hond zal begeleiden. Dit betekent dat de training kan variëren, afhankelijk van de omstandigheden en de behoeften van de eigenaar.
De hond is direct geschikt voor iedere situatie
Een misvatting is dat de hond na zijn schooltraining direct in iedere situatie kan functioneren. Terwijl de hond getraind is om te navigeren in veel situaties, is de overgang naar het dagelijks leven met een nieuwe eigenaar een periode van aanpassing. Er kunnen specifieke situaties zijn die extra training en ervaring vereisen, afhankelijk van de omgeving en de unieke behoeften van de eigenaar.
Lees verder