Een blindengeleidehond is ook een huishond
Als een blindengeleidehond aan het werk is, draagt hij een tuig en is hij vrijwel altijd geconcentreerd: hij kijkt uit naar obstakels, omzeilt ze, volgt bevelen op van de baas en is selectief ongehoorzaam bij commando's die gevaar zouden kunnen opleveren. Tijdens het werk is de hond beheerst; hij negeert andere mensen én honden, rent niet achter een weggegooide bal, loopt niet in een sloot of vijver, jaagt geen eendjes weg enz. Dit vraagt van de geleidehond uiteraard een grote inspanning en concentratie. Opdat de blindengeleidehond voor zijn baasje met visuele handicap gaarne en goed kan blijven werken, is het nodig om de hond voldoende te laten ontspannen. Dit kan thuis gebeuren, maar ook bij het loslopen.
In huis: tuig uit en een ook een gewone huishond
Wanneer het werk er opzit, wordt het tuig vaak letterlijk aan de kapstok gehangen. Daar is de hond een gewone, weliswaar welopgevoede huishond. Zo heeft de geleidehond bij zijn
puppypleeggezin en in opleiding geleerd om geen eten te stelen, niet te bedelen, niet te slopen, netjes in de mand te gaan liggen als de bel gaat en mensen binnenkomen, of als er gegeten wordt, … Weliswaar zijn er steeds geleidehond-huishonden die vrij snel weten dat de blinde baas hen niet of te laat opmerkt en hiervan durven profiteren. Tijdens de instructieperiode, die gemiddeld 2 tot 5 weken kan duren, komt de baas meer te weten over het karakter en speelgedrag van zijn of haar hond. Sommige instructeurs gaan tijdens deze periode met de blinde of slechtziende baas ook naar een dierenwinkel; daar wordt uitgelegd welke speeltjes veilig zijn en waar de hond dol op is. In huis mag de hond ook geaaid worden door anderen, spelen met de baas en andere gezinsleden alsook met andere
honden, … Sommige bazen laten het wellicht niet toe dat er in huis ruw gespeeld wordt; zij verkiezen de tuin of een andere plaats vlakbij.
Blindengeleidehond en loslopen
Grote exploratiedrang
De batterijen van een geleidehond kunnen weer volledig opgeladen worden indien hij mag
loslopen, en dat liefst op zoveel mogelijk verschillende plaatsen en tijdstippen, zodat het voor de hond steeds interessant is om te snuffelen en de hond eveneens alerter is op de baas, die soms ook plots kan kiezen voor een andere route. De hond heeft het loslopen al geleerd in zijn pleeggezin en tijdens de opleiding. De gebruiker oefent het loslopen meestal reeds tijdens de instructieperiode. Appèloefeningen doen, de hond terugfluiten, de aandacht van de hond vastkrijgen wanneer er veel prikkels voor de hond zijn, de hond tijdig belonen, … komen allemaal aan bod. Na de schooltraining bekijkt de instructeur samen met de geleidehondgebruiker losloopplaatsen in de thuissituatie. Soms gebeurt er enkel een instructieperiode in de thuissituatie; dan verloopt de loslooptraining meteen in de omgeving van de gebruiker.
Geen sinecure
Soms is het echter moeilijk om de geleidehond los te laten lopen. Een geleidehondgebruiker kan enkel maar te voet of via het
openbaar vervoer naar een losloopplek, tenzij ze met de auto met een ziende persoon mee kunnen rijden. Ook zijn sommige plaatsen niet veilig, ligt er te veel eten of afval waardoor de hond ziek kan worden, lopen er te veel onbetrouwbare mensen of honden rond, … In België is het loslopen door de hond wettelijk niet toegestaan, tenzij in een omheind gebied of een losloopweide, die maar in een beperkt aantal gebieden aanwezig zijn, meestal in (voor)steden. Indien de geleidehondgebruiker met de geleidehond alleen is en de hond wil laten loslopen, moet hij ook in staat zijn om goed met een
witte stok te lopen. Een goede oriëntatie is daarenboven onontbeerlijk. Omdat een blinde of slechtziende baas de hond meestal niet (goed) kan zien tijdens het loslopen, moet hij een stuk controle loslaten en vertrouwen op de hond. Dit vergt een grote stap voor de gebruiker. Een belletje dat de hond draagt tijdens het loslopen, kan hierbij helpen zodat de persoon met
visuele handicap een idee heeft waar de hond zich bevindt.
De remmen gaan los
Wanneer een geleidehond eindelijk vrij mag rennen, gaan de remmen flink los. Zo duiken heel wat labrador en golden retrievers, herders, koningspoedels en kruisingen graag in het water. Een stinkende sloot of een vuile modderplas zijn voor vele honden een favoriet. Eens ze los zijn, mogen ze ook spelen met andere honden, contact maken met andere mensen, snuffelen en gewoon "hond" zijn.
Er is vaak een groot verschil tussen een beheerste, geconcentreerde geleidehond die aan het werk is, en een vrije hond die veel pret heeft.
Bron: Kim Bols, http://www.visuelehandicap.be Contractuele verplichting voor persoon met visuele handicap
In Nederland adviseren de geleidehondencentra om een geleidehond minstens een half uur per dag te laten loslopen. Bij een aantal geleidehondenscholen is dit zelfs contractueel vastgelegd en moet dit door de geleidehondgebruiker ondertekend worden. Dit advies is niet voor iedereen altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij mensen die regelmatig een lange verplaatsing moeten maken met het openbaar vervoer voor werk, studie of hobby. Echter krijgt de blindengeleidehond dan toch voldoende ontspanning doordat de baas op andere dagen veel en lang gaat
wandelen met de hond als vrije hond.
Een geleidehond is absoluut niet zielig; hij krijgt net als een gewone huishond, ook voldoende vrije tijd in het bos, in het park of aan een zwemvijver, evenals wordt er voldoende mee gespeeld. Een geleidehond is voor +/- 90% een huishond die vrij is en mag spelen, en slechts voor ongeveer 10% een geleidehond die werkt.
Lees verder