De Zilvermeeuw, de kust, de haven én de stad

De zilvermeeuw is thuis aan de kust, in havens en langzamerhand nemen ze de stad in bezit. De meeuw past zich bijzonder goed aan veranderende omstandigheden aan. De eisen die hij aan zijn leefomgeving stelt, zijn niet hoog. Daarom, terwijl hij in wezen een kustvogel is, ziet men hem steeds vaker in de bewoonde gebieden.Het menu van de zilvermeeuw is namelijk zeer gevarieerd. Hij eet vis, maar ook wormen, weekdieren, jonge vogeltjes, en ook patat en koekjes en al onze etensresten.

Verspreidingsgebied

Landen

De meeuw komt voor aan de kusten van Noord- en Midden-Amerika, in West- Europa, IJsland en Noord-Oost Azië. Ook in Japan hoort hij tot de bewoners. Ook Canadezen kennen de Zilvermeeuw. Je ziet hem van Alaska tot Mexico.

Nederland

Duizenden meeuwen frequenteren de kust van Nederland en België. Ze zijn te vinden op de Waddeneilanden en de Hollandse en Vlaamse stranden. Als het hen uitkomt, vertoeven ze ook in bewoonde gebieden, vooral havens. Zij vinden daar altijd wel iets te eten. Ook zie je ze op de daken van flats in de buurt van de zee. Daar hebben ze veelal een rustige plek gevonden om hun nest te bouwen en hun jongen groot te brengen. Meeuwen vliegen regelmatig in groepjes over de stad om beneden wat voedsel te vinden.

Algemene gegevens

Familie

De zilvermeeuw behoort tot de orde van de Charadriiformes. Zijn familie is de Laridae. Hij is tussen de 55 en 67 cm lang. Zijn gewicht kan variëren van 400 tot 1250 gram. Zijn spanwijdte is tussen de 140 en 155 cm.

Omgeving

Hij komt voor aan zee, bij rivieren, in steden en op stortplaatsen. Als boeren in de buurt hun land omploegen, zal een grote groep meeuwen hem volgen om een lekker hapje te kunnen meepikken. Want meeuwen eten niet alleen vis, maar ook wormen. De meeuw maakt een schreeuwend geluid. Omdat ze meestal met een groep zijn, kan dat behoorlijk wat irritatie opleveren voor de mens.

Standvogel

De Zilvermeeuw is een standvogel. Hij woont waar hij zijn nest maakt en broedt. Wel dwalen ze in de winter regelmatig een eind naar het zuiden, maar ze komen nooit ver van hun broedgebied.

Nest

Zijn nest maakt hij in een kuil in de grond. Eromheen staan en liggen delen van planten. Zijn legsel bestaat uit drie witte, gevlekte eieren en de broedtijd is 28 tot 30 dagen. Na zo'n 5 weken zijn de jongen net zo vliegvlug als de ouders. Ze leven in groepjes en broeden in kolonies. Ze leven zo'n 32 jaar.

Bouw en verenkleed

Zilvermeeuwen zijn zwaar. Hun vleugels zijn lang en breed en hun staart kort. De snavel van de meeuw is geel en onder aan het topje zit een rode punt, de snavelvlek. De roze poten hebben zwemvliezen. De kleur van de veren verandert bij de jonge vogels per seizoen.

Jonge meeuwen

Eenjarige jonge vogels zijn bruin gevlekt en hebben een zwarte snavel. Pas in hun tweede levensjaar wordt hun verentooi geleidelijk meer wit en grijs.

Volwassen meeuwen

Volwassen vogels hebben een grijze rug. De vleugels zijn grijs met wat blauw erdoor. De vleugeltoppen zijn zwart en de rest van het lijf is wit. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes zit hem in de grootte, niet in de kleur.

Nest en broeden

Nest

Meeuwen broeden in kolonies van soms wel meer dan tienduizend dieren. Elk jaar keren ze terug naar de zelfde plaats om hun nest te maken, gewoon op de grond. Open begroeiing is geen probleem. Het nest is een verzameling van delen van planten, met schelpen en zeewier. In Nederland vind je die koloniën vooral in de duinen en op de Waddeneilanden. Ze broeden ook op rotskusten en, niet gewaardeerd door de menselijke bewoners, gewoon op daken van huizen en flats. Tussen half april en juli legt het vrouwtje drie eieren die wit zijn met een vleugje groen of bruin. Er zitten bruine of zwarte vlekjes op de eieren.

Broeden

Mannetje en vrouwtje broeden om beurten. Tijdens het broeden van de ene ouder, gaat de andere op zoek naar eten. Zelfs in de wijde omgeving. Na zo'n vier weken komen de jongen uit het ei. De eierschalen worden door de ouders meteen uit het nest verwijderd. De jongen zijn bedekt met grijs of bruin dons. Ze beginnen meteen uit het ei te schreeuwen om eten. Beide ouders zorgen ervoor dat de jongen in het nest genoeg te eten krijgen. De rode vlek op de snavel van de volwassen vogel wordt door de jongen aangeraakt en dan braakt de volwassen meeuw het voedsel op.

Opvoeden

De zilvermeeuw is een nestvlieder: de jongen begeven zich al na twee dagen buiten het nest. Na vijf à zes weken vliegen ze voor het eerst en zijn dan na enkele dagen helemaal zelfstandig.Opvoeden is er dus niet bij. De jonge meeuwen leren alles zelf. Geschat wordt dat daarom slechts ongeveer een derde van de jonge meeuwen hun volwassenheid halen. Als ze drie jaar zijn, zijn ze geslachtsrijp.

Voedsel

Meeuwen eten vooral vis. Die halen ze zelf weg bij vissersschepen en in havens. In kwelders zie je ze vaak pikken naar wormen, insecten en weekdieren. Meeuwen eten ook kreeftachtigen, planten, zaden en zelfs jonge vogeltjes. En natuurlijk maak je meeuwen blij met elk menselijk etensafval. Bij etende mensen aan zee bij de viskramen, wordt de patat en de vis af en toe gewoon uit hun handen gestolen door een langs vliegende meeuw.

Lees verder

• Vogels en hun taakverdeling, alles gericht op voortplanting
• Vogels en hun snavelvormen, kwestie van voedselkeuze
• De anatomie van vogels, skelet, veren en sterke spieren
• De huid van vogels, veren, schubben en een broedvlek
• Hoe vliegen vogels? Zweefvluchten, slagtechnieken en bidden