De huid van vogels, veren, schubben en een broedvlek
De huid van vogels is over het algemeen gelijkvormig. De huid is dun en soepel. Het grootste deel van de huid zit natuurlijk onder de veren, maar bij de poten is hij zichtbaar en ook bij uitwassen op de kop. De huid van de poten is bedekt met schubben. Uitwassen aan de poten zijn bijvoorbeeld zwemvliezen, dus nuttig voor de zwemvogel. Uitwassen aan de kop zijn veelal om te pronken, onder andere bij de paringsdans. Zij zijn ook vaak fel gekleurd. Kijk mij eens mooi zijn.
Functie van de huid
Normaal
De huid van vogels is belangrijk voor de warmte-uitwisseling. Als vogels te maken krijgen met kou, zorgt hun doorbloeding van de huid ervoor, dat de temperatuur van buiten ongeveer gelijk is aan die van binnen. Vogels kunnen gemakkelijk op ijs staan bijvoorbeeld. Ook, zoals bij de mens, is de functie van de huid de tastzin. Ook speelt de huid een rol bij het waarnemen van drukverschillen. Dat voelen van drukverschillen hebben ze nodig om te vliegen. En natuurlijk is de huid de plaats waarop bij vogels de veren groeien.
Uitwas
De huid heeft ook een functie als uitwas bij de vogel. Bekend zijn de zwemvliezen van watervogels, de kam van de haan en de vaak felgekleurde krop van mannetjes als het om de balts gaat. Deze felgekleurde huiduitwassen worden gezien als secundaire geslachtskenmerken. Mannetjes die hiermee uitgedost zijn vergroten hiermee de kans op aandacht van de vrouwtjes en daardoor deelname aan de voortplanting.
Mooie voorbeelden hiervan zijn:
- Neushoornvogel
- Blauwvoetgent, zijn naam zegt het al: hij heeft blauwe voeten/poten
- Andescondor, met zijn extra huidplooien op zijn kop
- Fregata, met zijn prachtige, rode borst
De drie huidlagen
De huid bestaat uit drie lagen. De opperhuid (zoals wij die ook hebben), de epidermis genoemd, de dermis (de lederhuid die we ook wel corium noemen en de hypodermis (de onderhuid).
Epidermis
De
epidermis bevat vooral dode huidcellen. Er zit keratine in deze opperhuid. Die is ook waterafstotend en taai. De huidcellen worden er steeds vervangen, vandaar dat er in de buitenste laag ook dode huidcellen te vinden zijn. De epidermis lijkt veel op onze opperhuid.
Dermis
De
dermis, daaronder liggend, bevat bindweefsel van voornamelijk collagene vezels. Collagene vezels bevatten lijmvormende eiwitten. Door het bindweefsel lopen de bloedvaten en de zenuwen. De lederhuid beschermt de organen.
Hypodermis
Ook door de
hypodermis lopen bloedvaten. De onderhuid bevat het vet dat een vogel nodig heeft om zich te beschermen tegen temperatuurwisselingen.
Gezondheid
Oudervogels kunnen aan de huid van hun jongen zien wie het meeste voedsel nodig heeft. De huid van vogels weerkaatst Ultra- violette straling. Gezonde jongen weerkaatsen die veel beter dan ondervoede of zieke jongen. Naakte jongen zullen ook veel langer in het nest blijven.
Taken van de huid
Beschermen
De huid beschermt tegen de schadelijke invloeden van buitenaf. De huid zorgt ervoor dat vloeistoffen niet kunnen binnendringen en dat het dier zelf niet te veel vocht verliest. De huid beschermt tegen wonden en infecties. Bacteriën, virussen en schimmels kunnen niet binnendringen.
Voelen
De huid zorgt ervoor dat een vogel zijn plaats in de ruimte kan bepalen. Ook de luchtdruk wordt door de huid waargenomen. Temperatuur en trillingen gewaar worden is ook een taak van de huid. Temperatuurverandering wordt door de zenuwen aan de hersens doorgegeven. De hersens kunnen een warmtegevoel creëren als de frequentie van signalen wordt opgevoerd.Van pijn weten we helaas nog nauwelijks iets.
In de tong, op sommige plaatsen in poten of snavels,bezitten vogels thermoreceptoren en mechanorecetoren. Deze zijn zeer gevoelig voor trillingen en druk. Deze zenuwuiteinden,
Lichaampjes van Herbst genaamd, kunnen bijvoorbeeld voedsel voelen zonder het met de ogen te zien. Vooral op poten zijn ze veelvuldig aanwezig.
Broedvlek
Vogels verliezen vlak na het leggen van eieren hun borstveren. Vaak zowel vrouwtjes als mannetjes. Een vogeljong kan zich het best ontwikkelen met de warmte die ongeveer de warmte van de ouder is. Daarom broedt een vogel met zijn of haar eigen borsthuid tegen het ei. Door de huid wordt de warmte het best doorgegeven. In de huid lopen de bloedvaten die het overdragen van de warmte vergemakkelijken. Na de broedtijd groeien de veren op de borst gewoon weer aan.
Zwemvliezen en zwemlobben
Tussen de twee of drie tenen van een watervogel, en soms ook aan de achterteen, zitten zwemvliezen. Deze bevorderen het waden door het water en natuurlijk het zwemmen door en onder het water. Zwemlobben lopen niet door tot alle tenen. Zij verbinden twee tenen met een tussenstuk. Daardoor kan een vogel elke teen afzonderlijk bewegen.
Lees verder