Hoe vliegen vogels? Zweefvluchten, slagtechnieken en bidden
Vogels zijn de koningen van de lucht. Hun voorpoten, die gevormd zijn tot vleugels, zijn fysiek zeer geschikt om een vliegend leven te leiden. Geleid door de luchtstromingen kunnen ze zich zwevend door de lucht verplaatsen. Zweefvliegen kost hen nauwelijks energie en ze maken gebruik van opwaartse luchtstromingen om zich weer hoger in de lucht te begeven. Omdat vliegen, slagen in de lucht maken, zo veel energie kost, beheersen ze ook meerdere technieken om energie te besparen.
Evolutie
In het begin van de evolutie konden vogels slechts korte glijvluchten door de lucht maken. Hun vleugels waren nog niet berekend op lang in de lucht blijven en trekvluchten maken. Gedurende hun ontwikkeling is de bouw van de vogels veranderd en zijn hun vleugels gevormd tot vernuftige hulpmiddelen om in de lucht te bewegen en er te blijven. Ze maken gebruik van opwaartse stromingen van de lucht. En van het luchtdrukverschil.
Bouw en zwaartekracht
Vogels worden geholpen door de bouw van hun vleugels om in de lucht te blijven. De vleugels dragen hen. Gedurende het vliegen gaat de lucht zowel onder als boven langs de vleugel. De bovenkant van een vleugel is boller dan de onderkant. De lucht gaat aan de bovenkant daarom sneller langs de vleugel dan aan de onderkant. Er vormt zich dus een luchtdrukverschil. Dit verschil vormt een opwaartse kracht die groter is dan de zwaartekracht. De wet van
Daniel Bernoulli uit de aerodynamica.
Gebruik van de vleugels
De grootste veren van een vogel, de slagpennen, zitten vast aan de beenderen van de voorpoten. Zij dragen de vogel en zorgen voor de stuwkracht. Als vogels de buitenste slagpennen spreiden, kunnen ze beter stijgen. De vogel kan met behulp van spiertjes de pennen scheef stellen, zodat hij stabiel in de lucht blijft. Warme lucht stijgt omhoog en wordt
thermiek genoemd. Vogels laten zich met zo'n thermiek meedrijven door er rondjes in te draaien. Als ze hoog genoeg zijn, laten ze zich weer wegdrijven. Dat is de slagtechniek.
- Kustvogels maken gebruik van horizontale winden die tegen de kust of de rotsen naar boven afbuigen.
- Zeevogels vliegen met de wind mee boven het wateroppervlak tot ze bijna het water raken. Ze stijgen dan op door hun snelheid verticaal te gebruiken.
- Gieren zie je vaak in de lucht cirkelen op zoek naar kadavers. Zij maken ook gebruik van de thermiek.
Langzaam vliegen
Als vogels langzaam vliegen, treedt er turbulentie op zoals bij een vliegtuig. En bij zeer langzaam vliegen, valt een vogel gewoon naar beneden. Om dat te voorkomen heeft de vogel een aantal kleine veertjes aan de top van de vleugel, de
alula. Door de alula op te tillen kan de vogel luchtstroming regelen en hij kan ermee versnellen.
Amerikaanse houtsnip
De vogel die het langzaamst kan vliegen is de Amerikaanse houtsnip. Als hij harde tegenwind treft, moet hij gewoon landen en wachten tot de storm voorbij is.
Stil hangen
Van
roofvogels is bekend dat zij in de lucht kunnen stil hangen. Men noemt dat
bidden. De roofvogel klapwiekt dan heel snel met half uitgevouwen vleugels die wijd uitgespreid zijn. Zo kan hij spieden naar een prooi in de diepte. Als hij die gevonden heeft, laat hij zich als een baksteen naar beneden vallen en grijpt zijn prooi. Ook een
kolibrie kan heel lang stil hangen in de lucht. Dit vogeltje klapwiekt zo snel dat je, als je er dicht bij staat, een zoemgeluid hoort. De kolibrie doet dat meestal bij het halen van de nectar uit een bloem.
Vliegen in groepen
Tijdens het vliegen is de druk onder een vleugel dus groter dan erboven. Die lucht wil opstijgen en dat gebeurt bij de top van de vleugel. Door achter de vleugel te vliegen, maakt de achterliggende gebruik van die opstijgende lucht. Het mooiste voorbeeld is te zien in een vlucht
ganzen. Een vlucht ganzen ziet men altijd in V-vorm overvliegen. Trekvogels vliegen altijd in groepen. Ze wisselen elkaar af met vooraan vliegen.
Gelukkig kunnen wij heden ten dage nog genieten van de zweefvluchten, de slagtechnieken, het stilhangen en het gebruik maken van thermiek door een van de mooiste scheppingen der aarde: de vogels.
Lees verder
Reacties
Jan Oostdam, 29-04-2012
Erg jammer van de mooi opgezette website maar de uitleg van het vliegen rammelt niet alleen maar er staan ook pertinente fouten in.
Als vlieger en zeiler heb je die kennis ook nodig en het werkt echt heel anders dan hier uit de losse pols wordt neergezet. Vooral het stukje "Bouw en zwaartekracht" klopt echt niet. Ik zou dan ook zeker het woordje 'dus' maar weglaten.
Het is ook veel te kort door de bocht om ook maar iemand duidelijk e maken hoe het 'werkt'.
Sorry hoor, maar pak er een goed boek over aerodynamica bij.
Reactie infoteur, 30-04-2012
Ik heb de informatie uit de Editions Atlas uit Lausanne. Het is een informatieve uitgeverij voor de jeugd. Niet voor volwassenen. Van aerodynamica weet ik niet voldoende. Misschien is dat voor u een idee.
Groet, Wil van der Vleuten
R. J. Musters, 07-03-2011
Wet van bernoulli gaat niet op voor vogels, dat is onjuist. Vogels hebben een gewelfd profiel, de bovenkant is in lengte nagenoeg even lang als de holle onderkant. Dat vogels kunnen vliegen heeft te maken met het feit dat tijdens vliegen wervelingen ontstaan rondom de vleugel en deze draagt zorg voor extra lift.
Reactie infoteur, 13-03-2011
Opgezocht op Natuurkunde.nl: Daar wordt door de auteur Bart Lindner een vergelijking gemaakt tussen een vliegtuig en een zilvermeeuw. Ook in andere artikelen heb ik gelezen dat juist vogels model staan voor vliegtuigvleugels.
Met vriendelijke groet, Wil van der Vleuten