Blindengeleidehond: Voordelen en nadelen bij het geleidewerk
Blindengeleidehonden, vaak ook gekend als 'geleidehonden', zijn speciaal opgevoede en opgeleide honden die er voor zorgen dat personen met een visuele handicap zich veilig en vlot kunnen verplaatsen. Na een nestperiode van zeven à acht weken, verhuizen deze schattige puppy's naar een puppypleeggezin. Dit gezin zorgt ervoor dat de pups een goede basis gehoorzaamheid meekrijgen en daarnaast zorgen ze voor de socialisatie van de hond, zodat ze overal mee vertrouwd geraken. Wanneer de hond twaalf à zestien maanden oud is, verhuist hij naar de blindengeleidehondenschool. Na een intensieve opleiding van drie à twaalf maanden, volgt de toewijzing, interne opleiding en/of thuisinstructie met de nieuwe blinde of slechtziende baas. Een blindengeleidehond is een erg mooi mobiliteitshulpmiddel met vele voordelen. Maar een geleidehond kent ook enkele nadelen en aandachtspunten. Het is dan ook belangrijk dat toekomstige geleidehondgebruikers en diens omgeving hierover geïnformeerd zijn.
Voordelen van geleidehond voor blinden en slechtzienden
Grotere mobiliteit
Dankzij een blindengeleidehond krijgen blinden en slechtzienden een veel grotere mobiliteit. De hond leidt hen immers moeiteloos door het verkeer, waardoor de baas een veel groter zelfvertrouwen krijgt en ontspannen door het verkeer loopt. Hij loopt immers nergens meer tegenaan omdat de geleidehond obstakels omzeilt of vermijdt in zowel de breedte als de hoogte. De geleidehond heeft daarnaast automatische alsook op commando gebaseerde 'zoekfuncties aan boord'. Hij zoekt bijvoorbeeld automatisch zijstraten op en loopt hij er in, zodat blinden en slechtzienden de straat kunnen tellen en deze mogelijk indraaien of anders oversteken. Op commando is een hond in staat om tal van objecten aan te geven, zoals een zitplaats, een deur, een zebrapad, een kassa, ...
Vriendschap
Naast de grotere mobiliteit en zelfstandigheid, betekent een blindengeleidehond enorm veel als maatje voor personen met een visuele handicap. Visueel gehandicapte personen nemen hun hond vrijwel altijd ergens mee naartoe, en ook thuis is de hond vrijwel altijd in de buurt van de baas. De hond troost de baas mogelijk als hij verdrietig is. Daarnaast spelen blindengeleidehonden erg veel wanneer ze hun tuig niet meer dragen. Ze gaan met de blinde of slechtziende baas naar het park of het bos, waar de baas vaak samen met de hond speelt of stoeit. De band tussen baas en hond is veelal ijzersterk. Het vertrouwen in elkaar is erg groot. De liefde die een blindengeleidehond geeft aan de baas, is onvervangbaar door een
witte stok of een ander navigeertoestel.
Maatschappij
Heel veel geleidehondgebruikers vinden het gemakkelijker om een gesprek met anderen aan te knopen dankzij de aanwezigheid van hun hond. Omgekeerd geldt dit ook: Mensen spreken sneller een geleidehondgebruiker aan dan een persoon met een witte stok alleen. Het maken van sociale contacten gebeurt met andere woorden vaak sneller met een blindengeleidehond dan met een witte stok alleen. Een blindengeleidehond nodigt immers vaak uit tot een gesprek. Ook voor het gezin of de familie van de visueel gehandicapte persoon is het vaak fijn om een geleidehond in de omgeving te hebben. Zij hebben een extra speel- en knuffelmaatje; de hond brengt leven in de brouwerij.
Fysieke conditie
De meeste blinden en slechtzienden gaan dankzij een blindengeleidehond meer op stap dan dat ze zonder hond deden. Een geleidehond moet immers voldoende beweging krijgen in het werk maar eveneens daarbuiten, als vrije hond en/of aangelijnde hond. De fysieke conditie verbetert hierdoor.
Nadelen van blindengeleidehond voor personen met een visuele handicap
Vormen van een team
Een geleidehond heeft al meerdere baasjes gehad als hij bij de blinde of slechtziende geleidehondgebruiker komt:
- fokgastgezin (tot circa zeven à acht weken)
- puppypleeggezin (tot circa twaalf maanden à zestien maanden)
- geleidehondenschool (circa drie maanden tot twaalf maanden
De meeste geleidehonden zijn labrador retrievers, golden retrievers, koningspoedels, Duitse herders, Zwitserse herders en/of andere kruisingen met deze hoofdrassen. Heel wat
honden zijn goed bestand tegen veranderingen. Niettemin is het voor de hond toch een grote omschakeling om bij een nieuwe baas terecht te komen in een volledig nieuwe omgeving. Het is normaal dat een geleidehond in het eerste jaar (soms korter maar soms ook langer) de baas zal 'uittesten'. Plots wil de hond bijvoorbeeld niet meer doorlopen of wil hij per se naar het park. Een stoeprand overslaan, snuffelen, poepen op de stoep of hard beginnen te trekken naar een andere hond zijn klassieke voorbeelden van veel voorkomende foutjes die nog regelmatig gebeuren in de beginperiode, wanneer de hond went aan zijn nieuwe omgeving en de baas moet wennen aan de (nieuwste) geleidehond.
Levend wezen
Geen robot
Een geleidehond blijft in de eerste plaats een hond, wat betekent dat hij soms iets onverwacht doet of eens iets niet wil doen. Zo is het mogelijk dat hij plots in tuig begint te grommen of blaffen, of even afgeleid is van het werk doordat mensen hem
aaien of omdat hij zoveel lekkere geurtjes geroken heeft. Mogelijk is de hond
vermoeid, of heeft hij iets of iemand interessant gezien, en is hij dan even niet meer bezig met het geleidewerk. Zelfs de meest ervaren honden zijn
geen robotten.
Ziekte
Een (geleide)hond kan net zoals mensen omwille van fysieke redenen (ziekte, ongeval, operatie, ...) plots of soms geleidelijk uitvallen. Vaak is sprake van een tijdelijke en kortstondige oorzaak, zoals iets verkeerd gegeten. Maar ook hierbij geldt dat een blindengeleidehond een levend wezen is waarmee steeds iets kan gebeuren. Dit betekent dat geleidehondgebruikers (en/of mensen uit de omgeving) mogelijk creatief moeten omspringen met geplande activiteiten, of deze moeten laten vallen om voor de geleidehond te kunnen zorgen of thuis te zijn voor de zieke hond. Net doordat een geleidehond een levend wezen is dat soms even niet kan werken, is het belangrijk dat een persoon met een visuele handicap toch nog met een witte stok op pad kan voor belangrijke trajecten. Een netwerk met enkele back-up-mensen is tevens nuttig om dergelijke meestal onverwachte situaties goed aan te kunnen pakken.
Tijd
Voor vele geleidehondgebruikers is het een evident gegeven, maar anderen moeten er toch meer aan wennen en wat gaan plannen: In tegenstelling tot een witte stok die in een jaszak gestopt kan worden of in een hoekje in huis wordt geplaatst, vraagt een geleidehond toch wat meer tijd. Net zoals een gewone huishond, moet een blindengeleidehond vier à vijf keer per dag uitgelaten worden, heeft hij verzorging nodig en moet hij voldoende aandacht krijgen van de baas. Bovendien heeft hij
vrije tijd nodig, zoals
loslopen en spelen met de baas. Dat betekent dat het soms nodig is om de pauze op school of tijdens het werk te gebruiken voor het uitlaten van de hond. Sommige mensen gaan bovendien 's morgens en 's avonds door weer en wind met de hond nog naar buiten om hem voldoende beweging te geven.
Geld
Een witte stok en de verplaatsingstechnieken voor het leren lopen met dit mobiliteitshulpmiddel worden vergoed door de overheid. In principe kost een witte stok daarna geen geld meer. Na enkele jaren is weer een vergoeding van een witte stok en de stoklooptraining mogelijk vanuit de overheid. Een blindengeleidehond kost echter wel wat geld, denk maar aan voer, verzorging, hals- en leibanden, dierenartskosten, speeltjes, manden, kluifmateriaal, ... Tot slot moeten een aantal honden om de paar weken of maanden professioneel getrimd en/of gewassen worden.
Vuil
Een vuile witte stok is gemakkelijk buiten te 'parkeren' of af te wassen. Een (blinden)geleidehond brengt vrijwel elke dag vuil en een vuile vacht met zich mee. Tevens houden een aantal loslopende geleidehonden wel erg van hun vrijheid: in een modderplas rollen, in ontlasting van honden, andere dieren of mensen rollen of deze zelfs opeten, in kadavers rollen, in allerlei struiken en planten rollen of per toeval in kauwgom gaan liggen. Dit brengt heel wat poetswerk met zich mee. Meer poetswerk vertaalt zich eveneens in de haren die veel honden verliezen. Mogelijk is hiervoor zelfs een speciale stofzuiger nodig.
Plannen
Blinden en slechtzienden nemen in de meeste gevallen hun trouwe viervoeter mee naar een bestemming. In een aantal omstandigheden is dit niet (goed) mogelijk. Tropische reizen, het bezoek aan een intensive care-eenheid in het ziekenhuis, op de eerste rij staan bij een luid en druk festival, bezoekjes aan zwaar
allergische personen, ... Visueel gehandicapte personen moeten dan steeds zorgen voor opvang of andere alternatieven.

In principe kunnen geleidehonden omgaan met katten maar er zijn uitzonderingen mogelijk /
Bron: George Ag., Flickr (CC BY-ND-2.0)Andere huisdieren
In principe zijn blindengeleidehonden steeds trouwe, sociale dieren die goed gesocialiseerd zijn vanuit het nest, bij het pleeggezin en verder ook in de opleiding. Soms hebben mensen echter thuis een eigen hond, een eigen poes of een gepensioneerde geleidehond, maar is het mogelijk dat de nieuwe geleidehond niet houdt van deze dieren, en ook omgekeerd is dit het geval. De blindengeleidehondenschool kijkt steeds op voorhand tijdens het
matchen of dit goed zou lukken. In veel gevallen verloopt dit uiteindelijk positief, maar af en toe is het niet mogelijk om een geleidehond bij iemand te plaatsen omdat het niet klikt met één of meer andere huisdieren.
Conclusie
Het is belangrijk om voor het aanvragen van een geleidehond, alle voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen en te kijken of een viervoeter past in de levensstijl van blinden en slechtzienden. Elke hond is anders en heeft eigen aandachtspunten naast de mogelijke voor- en nadelen. Het vormen van een hechte band kost tijd en gaat veelal gepaard met vele hindernissen voor zowel baas als hond, maar eens een waar team gevormd is, is een blindengeleidehond voor veel blinden en slechtzienden een grote verrijking.
Lees verder