Falabella – een zeer klein paardenras
Falabella’s zijn heel klein. Onwaarschijnlijk klein. Voor velen bieden ze een schattige aanblik. Ze zouden er het liefst een als huisdier hebben. Deze dure miniatuurpaarden behoren tot de kleinste paardenrassen ter wereld. Hoewel hun stokmaat zeer gering is, worden ze toch paarden en geen pony’s genoemd. Ze hebben immers de bouw van een paard. Falabella’s hebben een stokmaat van minder dan 107 cm, hoewel in sommige kringen 87 cm als maximum geldt. Over de herkomst ervan doen veel verhalen de ronde. Eigenlijk mag men falabella’s onder de knuffeldieren scharen. Het is een vriendelijk, intelligent paardje met lef. Het kan dus ook meedoen aan bijvoorbeeld springconcoursen voor minipaarden. Van dit in principe gezonde paardenras is het weerstandsvermogen en de gehardheid van de shetlander-voorvaderen voor een deel verloren gegaan.
Inhoud
Uiterlijk en kenmerken van de falabella
De falabella (
Equus ferus caballus) is een knuffelpaardje, laat daar geen twijfel over bestaan. Kenmerkend is de verfijnde, harmonieuze bouw en sierlijke contouren. In dat opzicht heeft het alles van een paard. De falabella wordt
taxonomisch dan ook niet onder de pony’s geschaard. Daarnaast heeft dit paardenras 17 in plaats van 18 wervels, in tegenstelling tot de andere paarden- en ponyrassen. Bovendien heeft de falabella één paar ribben minder. Enkele uiterlijke kenmerken op een rij:
Stokmaat, voorhoofd en oren
De stokmaat of schofthoogte van de falabella is 0,51-0,85 m, waarbij een maximum van 107 centimeter geldt met een fokdoel van minder dan 87 cm. Het voorhoofd is relatief breed en vertoont in dat opzicht enige gelijkenis met de
shetlander. De kleine oren zijn echter langer, waarbij de punten naar elkaar toe wijzen. Ook de neus is verfijnd.
Schouders en achterhand
De falabella heeft een lange, slanke nek en een steile, goedgevormde achterhand met een relatief dikke, wollige en golvende
staart.
Benen en hoeven
De botmassa van de relatief lange, ranke benen is gering. De hoeven zijn klein. Bedenk dat paardjes met korte benen waarschijnlijk mini-shetlanders zijn. Een falabella staat daarentegen hoog op de ranke benen. Hij heeft de uitstraling van een paardveulen, wat overigens ook duidelijk te zien is aan het hoofd.
Kleuren
De falabella komt in veel kleuren voor, tevens bontgeschakeerd en inktzwart. Ook gevlekt, zoals de Appaloosa.
Karakter
Vriendelijk, lief. Het paardje heeft echter ook
lef en is dus geschikt voor concoursen. De falabella is goed af te richten en wordt soms ingezet als geleidepaardje.
Stamboek
Raszuivere falabella's zijn ingeschreven in een stamboek, voorzien van een
DNA-test. In Europa lopen slechts enkele honderden raszuivere (stamboek) falabella's rond. Het paardje heeft een dominant gen van de volbloed Criollo. Er is veel handel in zogenaamde falabella's; vaak betreft het doorgefokte mini-shetlanders. Een echte, raszuivere falabella heeft gecertificeerde papieren.
Geschiedenis van de falabella
Over de oorsprong van de falabella doen allerlei verhalen de ronde, die echter allemaal verband met elkaar houden. Een ervan is dat de Ier Patrick Newtall aan de basis staat van het ras. Hij zou het dier sinds 1845 gefokt hebben in een ranch bij Buenos Aires. In wezen betreft het een kruising tussen de shetlander en een kleine volbloed. Naar alle waarschijnlijkheid was dat de
Criollo, een karakteristiek Argentijns paard dat afstamt van de Andalusiër die in 1535 met de Spaanse cavalerie van de conquistadores in Argentinië terechtkwam. Als gevolg van schermutselingen met de indianen, en door andere oorzaken, werden ze losgelaten in het wild, vormden kuddes en verspreidden zich over Zuid-Amerika, waarbij het paard genetische veranderingen onderging, mede als gevolg van latere kruisingen met andere paardenrassen. Newtall ontdekte kleine paarden in die kuddes en kruiste ze met de kleinste exemplaren van verschillende ponyrassen, zoals de Welsh-pony, engelse volbloeden en shetlanders. Een richtlijn was de raszuivere bloedlijn (Iberische eigenschappen) van de Criollo. Falabella's worden ook in Europa en de Verenigde Staten gefokt.
De Argentijnse familie Falabella
Een relaas dat daarmee verband houdt is dat de genoemde in Argentinië woonachtige Ier Patrick Newtall sinds 1845 kleine paardjes van de
Mapuche-indianen doorfokte. Paardjes met een schofthoogte van minder dan een meter. Later schonk hij de paardjes aan zijn schoonzoon J. Falabella. De familie verbeterde het ras met het bloed van onder andere shetlanders en kleine volbloeden. Toen de falabella-paardjes eind 19de eeuw het huidige uiterlijk hadden gekregen, ging de familie deze paardjes op hun raszuiverheid registreren en gaf ze de naam falabella, vernoemd naar de eigen familie.
DNA-test
Om de raszuiverheid te bepalen worden DNA-tests gedaan. Alle raszuivere falabella’s hebben een stamboeknummer in het officiële Falabella Stamboek. Het DNA-profiel wijkt duidelijk af van de andere
minipaarden, waaronder de mini-shetlander en de mini-Appaloosa. Deze paardjes worden wel eens verwisseld met falabella’s, die kortom afstammen van de Criollo, de Engelse volbloed en de shetlander.
Waarom is de falabella een paard en geen pony?
De falabella is een paard en geen pony. Dat heeft voor een groot deel te maken met de bouw ervan. Een pony heeft (in Nederland) een schofthoogte van maximaal 1,57 m. Pony's staan in evolutionair opzicht dicht bij de oerrassen, die kleiner waren dan de huidige paardenrassen. De falabella wordt onder de noemer paard geschaard, omdat het kleine ros de bouw, het voorkomen en het
karakter van een volbloed heeft. Falabella’s zijn zeldzaam. Mensen die er weinig vanaf weten, kopen een miniatuurpaardje, zoals een mini-shetlander, en denken dat ze een falabella in hun bezit hebben. De zeer exclusieve falabella-paardjes waren in de vorige eeuw populair in adellijke kringen (voor de kinderen).
Verzorging
Dit paardje heeft een goede verzorging nodig, zowel ’s zomers als ‘s winters. De falabella staat erom bekend dat hij nogal gevoelig is voor kou. Daarom heeft hij een goede stal nodig en ‘s winters een dek en
krachtvoer. In principe is de falabella een gezond paard, maar de gehardheid en het weerstandsvermogen van de shetlander-voorvaderen is hij voor een deel kwijtgeraakt. De gemiddelde leeftijd van de falabella is 30 jaar.
Gebruik van de falabella
Mede door zijn exclusiviteit is de falabella duur in aanschaf. Het paardje wordt vooral gehouden als knuffel- en gezelschapsdier. De falabella is vriendelijk en lief, opmerkelijk klein en schattig, maar ook intelligent. Vroeger werd het paardje vaak als curiositeit gehouden.
Paardenshows
De falabella is behendig, sierlijk en lenig. Maar hij heeft ook de bouw en het lef om te springen. Er zijn dan ook springconcoursen voor
falabella’s. Ook is hij vaak te zien op paardenshows als blikvanger. Er wordt geëxperimenteerd met falabella's als geleidedier voor mensen die bijvoorbeeld geen geleidehond willen of kunnen houden. De falabella is niet geschikt als rijdier, maar wel ideaal voor bijvoorbeeld kinderen die al vroeg leren hoe ze met een paard moeten omgaan en hoe het verzorgd moet worden.
Lees verder