De houtduif, de Columba palumbus, lust of last
De houtduif, Columba palumbus, is oorspronkelijk een bosbewoner (zie zijn naam).Steeds vaker ziet men hem in de stad. Schuw is hij nauwelijks te noemen. De duif in Nederland is een standvogel. Hij blijft zomer en winter op dezelfde plek. Zijn soortgenoten uit Noord- en Noordoost-Europa zijn wel trekvogels. Op deze duiven wordt internationaal gejaagd. Hun populatie slinkt dan ook gestaag. Er mag dan ook maar in bepaalde seizoenen worden gejaagd, in de andere is de duif beschermd.
Verspreidingsgebied
Houtduiven komen voor in heel Europa, behalve in Lapland. In Azië ziet men ze in Siberië en Turkije. De Siberische houtduif en de Noord-Europese houtduif zijn trekvogels. Ze overwinteren bij ons in West-Europa , in Zuid-Europa en in Noordwest-Afrika. Rond half september komt de trek op gang. Zwermen van soms wel duizenden duiven trekken dan over Europa. Sommige verblijven in Nederland, maar veel vogels vliegen verder naar het zuiden. In de Pyreneeën is de trek goed te volgen omdat de duiven zich via de bergpassen in het gebergte naar Spanje verplaatsen. Soms wel met honderdduizend per dag. Rond half februari tot begin april vindt de trek terug weer plaats. De houtduiven in Nederland zijn standvogels. Zij broeden en overwinteren hier. Ze zijn vaak samen met de stadsduiven, maar vermengen zich niet met hen.
Algemene informatie
De houtduif behoort tot de orde der Columbiformes en bij de familie van de Columbidae. Hij is zo'n 40 cm lang en zijn gewicht ligt tussen de 400 tot 550 gram. Zijn spanwijdte is 80 cm. De habitat wordt gevormd door bossen en cultuurlandschappen. Ze komen ook veel in de steden voor. De houtduif eet insecten, granen, vruchten en blaadjes. Zijn geluid noemt men
koeren.
Een houtduif legt 2 á 3 legsels per jaar en per legsel 2 eieren. De broedtijd is 17 dagen. De jongen vliegen zelfstandig na vier weken. Duiven leven in groepen en worden zo'n 16 jaar oud.
Voortplanting
De mannetjesduif, de
doffer, is een echte
baltser. Bij het eerste ochtendgloren begint hij al zijn koerende lied. Hij geeft ook een vliegshow. Opvliegend klappert hij flink met zijn vleugels en vanuit de lucht laat hij zich in bochten zwevend, weer naar de grond terugkeren. Mannetjes hebben ook een grote territoriumdrift. Andere doffers worden niet geduld in hun gebied. Het nest wordt gebouwd in een boom of een hogere struik, niet op daken, die stadsduiven daar wel vaker voor uitkiezen. Het mannetje draagt takjes aan en het vrouwtje bouwt een nest, dat er meestal rommelig uitziet. Het vrouwtje legt twee eieren en broedt 17 dagen op het nest. De jongen worden gevoed met
duivenmelk. Zowel het mannetje als het vrouwtje voedt daarmee de jongen uit hun krop. Na ongeveer een maand vliegen de jongen zelfstandig. Per jaar worden slechts twee jongen grootgebracht, ongeacht of er meer eieren zijn.
Verenkleed en gedrag
Verenkleed
De houtduif heeft een flink formaat, is niet te verwarren met de
rotsduif (de stadsduif). Hij heeft witte vlekken aan de hals en een witte rand om de veren van de vleugels. Zijn kop is groenig grijs en zijn poten oranje. Zijn rug is grijsbruin en zijn borst heeft een roze gloed. De slagpennen zijn zwartgezoomd en zijn staarteinde is zwart. Zowel het mannetje als het vrouwtje zijn hetzelfde getekend. De jonge vogels zijn bruin en krijgen pas later hun eigenlijke tekening.
Gedrag
Een duif die gevaar "ruikt", klappert wild met zijn vleugels om de anderen te waarschuwen. Daarmee vergroot hij de kans voor de jongen en de soortgenoten om te overleven. Zijn eigen kans daarop wordt op die manier juist kleiner.
Voedsel
De houtduif is een vegetariër. Hij eet het liefst graan en zaden, zelfs eikels en beukennootjes. Daarnaast eet hij zaailingen en jonge spruiten van planten. Als mijn sering gebloeid heeft, begint hij aan de jonge blaadjes en moet ik hem steeds wegjagen. In de zomer zijn de blaadjes van de sering half afgeknaagd. Af en toe vult de houtduif zijn dieet aan met insecten. Dagelijks eet de houtduif zo'n 50 gram voedsel, 10 % van zijn eigen gewicht. Het zaaigoed dat boeren op hun akkers strooien behoort tot het lievelingseten van de houtduif. Helaas is dat tegenwoordig met giftige stoffen behandeld tegen plantenziektes en schimmels, dus sterven veel houtduiven op die manier.
Lees verder