Duiven in Nederland
Alle duiven op de Dam, sjalalalie sjalalala. Het overgrote gedeelte van de duiven die op de Dam in Amsterdam rondfladderen is een mengelmoes van soorten. Maar de kleuren van de Rotsduif in de stadsduiven is wel duidelijk terug te zien. Helaas leeft de Rotsduif niet in Nederland maar de volgende 4 soorten wel. Dit zijn de holenduif, de houtduif, Turkse tortel en de zomertortel. De 4 duivensooren worden hieronder beschreven.
Holenduif
Columba oenas
De Holenduif wordt nogal eens verward met de rotsduif. Maar bij de Holenduif ontbreekt de witte stuit. Er zijn zo een 50.000 tot 70.000 broedparen verspreid over heel Nederland. Maar dit aantal neemt wel toe. Deze 28 tot 32 cm grote duif heeft een grijs verenpak met een rode tint op de borst. In de hals zit een opvallende glimmend paarsgroene vlek. Op de vleugels zitten zwarte strepen en de eindband van de staart is ook zwart. Als de duif vliegt vallen zijn zwarte vleugelpunten en de achterrand van de vleugels op. Nog een verschil met de Rotsduif is dat de onderkant van de vleugel grijs is en niet wit. De naam Holenduif zegt het eigenlijk al. Deze duif broed graag in holen zoals: konijnenholen, nestkasten en verlaten nesten van spechten. Het hol wordt gevuld met kleine takjes en het vrouwtje legt meestal twee eieren. Het vrouwtje broed in d'r eentje de eieren uit.
Houtduif
Columba palumbus
De Houtduif is de grootste duivensoort die we hebben. Ze worden zo een 38 tot 43 cm groot. De Houduif is een opvallende vogel. De bovenkant is grijs van kleur en de onderkant grijs-roze. In de hals heeft deze duif een opvallende witte vlek en op de vleugels een witte streep. Het is een zware vogel, maar is toch erg wendbaar ondanks zijn gewicht. Als de duif opvliegt, maakt hij veel kabaal met klapperende vleugels. Hierdoor breken vaak takken en bladeren af van bomen en struiken. Zijn nest is groot maar erg slordig en bestaat uit heel veel kleine takjes. In de winter trekken de Houtduiven naar overwinteringsgebieden.
Turkse tortel
Streptopelia decaocto
De Turkse tortel is een charmant duifje om te zien. Hij is 31 tot 34 cm groot en zijn verenpak is licht grijsbruin van kleur maar de onderkant is wat lichter van kleur. Verder is de smalle zwartgekleurde en met wit omgeven band in zijn nek opvallend. De vleugelpunten zijn donker van kleur. De onderkant van de staart is zwart met een brede witte eindband. Tijdens het vliegen is het geruis van de vleugelslagen goed te horen. Als er een baltsvlucht wordt uitgevoerd zie je enkele snelle vleugelslagen gevolgd door een korte glijpauze. De Turkse tortel komt van oorsprong uit India en broed pas vanaf 1947 in Nederland. Hij maakt een slordig nest van kleine takjes in een boom. De Turkse tortel heeft zich vanaf 1947 flink uitgebreid.
Zomertortel
Streptopelia turtur
De Zomertortel is de kleinste duif die we in Nederland hebben. Hij wordt 25 tot 27 cm groot. Het lichaam is grijs en de vleugels zijn zwart met brede roodbruine randen. Zijn zwarte staart heeft een witte eindband. In zijn nek heeft de Turkse tortel een lichtblauwe met zwarte tekening. Om het oog heeft hij een rode cirkel. Op zijn rug heeft hij een schubachtige tekening. De Zomertortel is vrij schuw, maar hij verraad zichzelf vaak door zijn herkenbare roep, die een beetje op een rollende r lijkt. De Zomertortel staat op de rode lijst. De grootste reden van de achteruitgang is dat kleinschalige akkerbouw verdwijnt en het gebruik van bestrijdingsmiddelen toeneemt. Maar de jacht is de grootste bedreiging voor deze duif. Vooral in Frankrijk worden jaarlijks veel vogels afgeschoten.