Insecten: hommels (Bombus)

Algemene informatie
Hommels valt binnen het dierenrijk onder de stam van de geleedpotigen, klasse van de insecten, orde van de vliesvleugeligen, onderorde bij-achtigen, geslacht Bombus. Er bestaan wereldwijd zo’n 400 soorten hommels. De meeste soorten leven op het noordelijk halfrond, met name in de bergrijke gebieden. Er komen ook 29 soorten voor in Nederland. Hommels zijn aangepast om te overleven in koudere gebieden omdat ze dicht behaard zijn en warmte goed kunnen vasthouden. Bij erg warm weer moet de hommel veel rusten omdat hij het dan warm krijgt. De hommel heeft een groot lijf met relatief kleine vleugels. In het vroege voorjaar als de temperatuur rond de 10 graden komen ze al tevoorschijn.Levenscyclus
Er zijn soorten die nesten maken zoals bijen en wespen en soorten die eitjes in een ander nest leggen. De nesten die er gebouwd worden zijn slordig. De mannetjes zijn kleiner dan vrouwtjes en hebben langere antennes en ogen wat pluiziger. Mannetjes, darren genoemd, hebben geen angel en stuifmeelkorfjes. De werksters hebben een legbuis die omgevormd is tot een angel. Alleen de werksters en de koningin kan steken hoewel ze dit niet snel zullen doen.Alleen bevruchte koninginnen kunnen overwinteren. In het voorjaar gaat de koningin nectar en stuifmeel verzamelen. Na enkele weken zoekt ze een nestruimte. Ze maakte van was de eerste broedcellen waarin zo’n 5 tot 15 eieren worden gelegd. Ze broedt de eitjes deels zelf uit. Na 4 dagen komen te larven uit de eitjes en er is stuifmeel op voorraad. Als de larven een aantal keren verveld zijn gaan ze zich verpoppen. De koningin legt weer nieuwe eitjes tegen de cocons zodat de nieuwe eitjes warm gehouden worden. Na 2 tot 3 weken worden de eerste werksters geboren. De latere broedsels worden door de al eerder geboren werksters geholpen bij de geboorte. Na 2 tot 3 dagen na de geboorte beginnen ze met het verzamelen van nectar en stuifmeel.
De hommel blijft in de buurt van het nest. De hommel kan nectar verzamelen in een speciale nectarmaag. Een kolonie hommels heeft een voedselvoorraad voor maar enkele dagen. De werksters verschillen in grootte vanwege de verschillen van temperatuur en voedsel tijdens hun ontwikkeling. Dit bepaalt ook hun taakverdeling. De koningin blijft in het nest om de larven te verzorgen. Als de kolonie ongeveer uit 80 werksters bestaat legt de koningin onbevruchte eitjes waaruit na 25 dagen darren ontstaan die het nest zullen verlaten. Larven die meer voedsel krijgen groeien uit tot koninginnen. Deze komen na 30 dagen uit hun pop en blijven nog 5 dagen in het nest om een vetvoorraad te ontwikkelen zodat ze de winterslaap kunnen overleven. De darren zullen jonge koninginnen gaan bevruchten. In de loop van de zomer zullen de hommels sterven en raakt het nest leeg.