Een lieveheersbeestje (coccinellidae) in de tuin
Zodra het mooi weer wordt in het vroege voorjaar komen ze na hun winterslaap massaal tevoorschijn; de kleine kleurrijk uitziende lieveheersbeestjes. Het roodgekleurde lieveheersbeestje met zwarte stippen is het meest geliefde insect. Veel mensen zien dit insect niet als een soort kever. Met de felle kleur houden ze de vijand op afstand. Voordat een lieveheersbeestje een kever wordt, zijn ze eerst een larve die op een kleine rups lijkt.
Algemene informatie
Het lieveheersbeestje
(Latijns: coccinellidae) behoort tot het dierenrijk. Het valt onder de stam geleedpotigen, klasse insecten en orde van de kevers. Kenmerkend is de aanwezigheid van een ondoorschijnend dekschild dat de vliesvleugels omhult. In Nederland komen zo’n zestig soorten lieveheersbeestjes voor. De grootte is tussen de 2 en de 10 millimeter. Ze worden meestal niet ouder dan een jaar. Het aantal stippen zegt niets over de leeftijd, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. De kleur en de stippen op het dekschild speelt een rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten.
De meeste lieveheersbeestjes en hun larven eten bladluizen. Ze eten er dan wel zo’n 100 per dag. Eén enkel lieveheersbeestje kan wel 3000 bladluizen per maand eten. Alleen daarom kan het al prettig zijn om lieveheersbeestjes in je tuin te hebben. Ze worden ook gebruikt als een natuurlijk bestrijdingsmiddel tegen bladluizen. Er zijn enkele soorten lieveheersbeestjes die uitsluitend planten eten.
Ondanks dat ze grote ogen hebben, kunnen lieveheersbeestjes nauwelijks zien. Zij moeten als het ware tegen hun prooi aan lopen. Daarom lopen de larven en de volwassen lieveheersbeestjes langs stengels en bladeren omhoog. Op die manier is de kans groter dat hij een bladluis tegen komt. Wanneer hij een bladluis heeft gevonden, wordt de omgeving nauwkeurig afgezocht. Als hij geen nieuw eten meer kan vinden, gaat hij verder omhoog langs de stengel. Als hij een lange tijd geen bladluizen vindt, vliegt het lieveheersbeestje weg.
Verdediging
Het lieveheersbeestje heeft weinig natuurlijke vijanden. De felle kleur geeft aan bij vijanden dat ze een vieze smaak hebben. Felle kleuren in de natuur betekent vaak dat iets giftig is of niet lekker smaakt. Als een vogel een lieveheersbeestje oppakt dan laat het lieveheersbeestje een gele vloeistof los wat erg vies smaakt en ruikt. De vogel laat het lieveheersbeestje dan los. Ook kunnen ze hun pootjes en antennen intrekken en zo net alsof doen dat ze dood zijn. Zo kunnen ze zich van een takje laten vallen om zo in het groen te verdwijnen. Er is een soort wesp die eitjes kan liggen in het lieveheersbeestje. De jonge wespen zullen als ze uit het ei komen het lieveheersbeestje van binnen uit opeten.
Voortplanting
In het voorjaar gaan lieveheersbeestjes direct op zoek naar voedsel. In april/mei zijn ze genoeg aangesterkt na de winterslaap en gaan ze paren. Vooral op de dagen dat het warm en zonnig is. Enkele soorten paren al op de overwinteringplaats. De eitjes worden in groepjes afgezet op of onder blaadjes. Het vrouwtje kan wel meer dan 100 eitjes leggen. De eitjes zijn ovaal van vorm en geel/oranje van kleur. De larven die als eerste uitkomen eten vaak hun broertjes en zusjes op.
De larven lijken op kleine rupsen. Als je goed kijkt zie je dat er 6 kleine looppootjes aan de voorzijde zitten. Vele larvensoorten zijn stekelachtig behaard en hebben felle kleuren. Ze groeien hard en zullen drie keer vervellen. De pop van een lieveheersbeestje lijkt op een bruinachtige druppel. Hierin verandert de larve in een volwassen dier. In de maanden juli/augustus kruipt het volwassen lieveheersbeestje uit de pop. Dat is zo’n 6 weken nadat de eitjes zijn gelegd. Dit betekent dat je in de zomer twee generaties lieveheersbeestjes kunt zien. Als hij uit de pop kruipt, heeft hij nog niet meteen zijn kleur. Dit duurt niet lang. Na ongeveer 5 minuten krijgt hij zijn kleur. Vrouwtjes zijn groter dan mannetjes.
Winterslaap
In de herfst zullen jonge lieveheersbeestjes veel eten om reserves op te bouwen voor de winter. Oude lieveheersbeestjes sterven meestal voor de winter. De volgegeten lieveheersbeestjes zullen op zoek gaan naar een plek om te overwinteren. Dit kan in de grond zijn, achter een boomschors, holle stengels of schuren en kelders van huizen. Ze kruipen dan meestal met meerderen bij elkaar.
Overige informatie
Er zijn vele benamingen voor het lieveheersbeestje zoals:
onzelievevrouwebeestje, Gods koetje, stippelbeestje, hemelbeestje, mariabeestje, pimpernelletje, vliegmusje, oliebeestje, enz. Zo is de Engelse benaming
Ladybird in Amerika veranderd in
Ladybug. De Latijnse benaming is
coccinellidae. Lieveheersbeestjes willen altijd naar het hoogste punt toe. Zet je hem op je hand zal hij altijd naar het topje van je vingers lopen. Zodra hij de top heeft bereikt vliegt hij weg.
Lees verder