Het leven van een honingbij
Op een mooie zomerse dag in de tuin kent iedereen wel het beeld van een ijverige bij die van bloem tot bloem gaat. Een bij wordt door de meeste mensen gezien als leverancier van honing of als manier om bloemen te bestuiven. Wat heel bijzonder is, is dat bijen met elkaar kunnen communiceren om aan te geven waar de voedselbrond is en iedere bij heeft zijn eigen taak in het bijenvolk. Naast de koningin zijn er werkbijen en darren.
Algemene informatie over de bij
De honingbij
(Latijns Apis mellifera) is bekend over de hele wereld. In de vrije natuur leven bijen op beschutte plekken. De mens (imker) houdt bijen in een bijenkorf of bijenkast. Bijen beschikken over een navigatiesysteem en een biologische klok. Zo kunnen ze met elkaar communiceren en elkaar de voedselbronnen doorgeven. Het bijenvolk bestaat uit 3 soorten bijen: een koningin, werksters en darren. De koningin zorgt voor nakomelingen. De werksters zijn onvruchtbare bijen die al het werk doen. Darren zijn mannelijke bijen die als taak hebben te paren met de koningin en daarna geen taak meer hebben. De darren worden door de werksters gevoerd en ze halen zelf geen voedsel. Als vanaf de nazomer voedsel schaarser wordt dan worden de darren verjaagd door de werksters uit de kast of soms zelfs doorgestoken. Dit wordt de darrenslacht genoemd.
De ontwikkeling van de bij
De koningin legt eitjes in de raat. Na 3 dagen komt er een larf tevoorschijn die gevoed wordt door de werksters. Na 6 dagen verpopt deze zich en wordt de cel waarin de larve zich bevindt afgesloten door de werksters. Het larfje ondergaat een gedaanteverwisseling en 21 dagen na het leggen van het ei komt de jonge bij tevoorschijn. Zij begint direct een leven als werkbij. Eerst zorgt ze voor de jonge larven. Als de werkster 15 dagen oud is, mag ze helpen bij de bewaking van de ingang van de kast. Als de werkster 21 dagen oud is vliegt ze voor het eerst uit om nectar en stuifmeel te verzamelen. De werkster werkt zowel dag als nacht door en rust bijna niet uit. Ze vliegt zodra de temperatuur boven de 10 graden is. De werkbij maakt vele vlieguren en na ongeveer 800 kilometer zijn haar vleugels versleten en zal ze sterven. Een bij kan wel 250 kilometer op een dag vliegen. In de winter wordt er bijna niet gevlogen.
De voortplanting is gericht op het produceren van een nieuw volk. In het voorjaar groeit het aantal bijen in een volk. De koningin legt onbevruchte eieren. Hieruit komen na 24 dagen darren die na een week geslachtsrijp zijn. De koningin legt vervolgens normaal bevruchte eitjes. Het larfje dat hieruit komt na 3 dagen krijgt ander voedsel: koninginnegelei. Dit maken de werksters van nectar, stuifmeel en een klier in hun kop. Hieruit komen de nieuwe koninginnen. De oude koningin vliegt met een groot deel van haar volk uit en zoekt een nieuw onderkomen. Deze bijenzwerm bevat meestal 10.000 tot 20.000 bijen. In de dagen erna worden koninginnen geboren en telkens verlaat de oudste, met de helft van het overgebleven volk de rest. Er ontstaan op deze manier zo’n 3 tot 6 volken. De nieuwe volken beginnen direct op de nieuwe woonplaats met het bouwen van raten. De nieuwe koninginnen gaan paren op een plaats waar darren zich verzameld hebben. Na de paring sterft de dar. De koningin paart met 10 tot 20 darren en ze heeft genoeg sperma voor haar leven dat maximaal 5 jaar duurt. Vervolgens zal ze in haar woning eitjes leggen, tot wel zo’n 2000 eitjes per dag waaruit de werkbijen zullen ontstaan.
Het nut van bijen
Bijen produceren honing en was. Wat nog veel belangrijker is dat ze bloemen bestuiven zodat bomen en planten zich kunnen voortplanten. Een bij kiest één soort plant uit waar zij naar toe vliegt. Op deze wijze ontstaat altijd een bestuiving. Pas als de plant geen nectar meer geeft, gaat zij op zoek naar een andere plant. De stuifmeel blijft tijdens de vlucht tussen de haren van de bij zitten en wordt op deze wijze meegenomen naar een andere bloem en zo vindt bestuiving plaats. De achterpootjes bevatten stuifmeelkorfjes. Bijen maken honing van de nectar die zij verzamelen op de bloemen. Planten produceren suikerhoudende sappen, waaronder nectar. Een bij heeft een honingblaas waarin zij nectar verzamelt. Ze voegt er nog bepaalde stoffen aan toe waardoor omzetting naar honing begint. In haar woning wordt de nectar in de cellen van de raat gestopt en door andere bijen bewerkt. De nectar wordt ingedikt onder invloed van enzymen uit de honingblaas. Als het suikergehalte hoog genoeg is worden de cellen afgesloten door wasdekseltjes. De honing is bijna onbeperkt houdbaar. In Nederland produceert een bijenvolk ongeveer 30 kilo honing per jaar. Naarmate het klimaat warmer is zal de productie hoger zijn. In sommige landen brengen bijenvolken soms wel 300 kilo honing per jaar op.
Bijendans
Wat heel bijzonder is aan bijen is de bijendans. Dit wordt uitgevoerd door bijen om andere bijen duidelijk te maken waar voedselbronnen zijn. Er zijn 2 soorten bijendansen: de rondedans en de kwispeldans.
De rondedans
De rondedans is om bekend te maken dat een voedselbron binnen een afstand van 50 meter is. De werkster gaat wild op een van de raten lopen en duwt tegen andere bijen aan om de aandacht te krijgen. Ze laat andere bijen van het voedsel proeven. Na enkele volledige cirkels te hebben gelopen doet ze hetzelfde in tegenovergestelde richting. De werksters volgen naar in dit proces dat wel zo’n 10 minuten kan duren. De werksters krijgen weer een beetje van het voedsel om te proeven en het ritueel wordt herhaald. De andere werksters kunnen nu zelf de voedselbron vinden.
Kwispeldans
Deze dans begint op dezelfde manier. Deze wordt uitgevoerd als het voedsel verder is dan 50 meter. De werkster duwt opgewonden tegen de andere werksters aan en laat hen proeven. Daarna gaat ze in een halve cirkels lopen in een soort van 8-vorm. Op het einde van een halve cirkel keert ze in een rechte lijn terug naar het uitgangspunt waarbij ze met haar achterlijf schudt (kwispelt). Ze herhaalt de halve cirkel met het rechte stuk in een andere richting waarbij ook informatie gegeven wordt over de richting en afstand van de voedselbron. De hoek die gemaakt wordt tijdens de verticale as, is de hoek van de weg naar de bron ten opzichte van de zon. De afstand wordt gedeeld door de snelheid waarmee de bij danst. Hoe sneller ze danst, hoe dichterbij de voedselbron is.
Bijensterfte
Wat een erg zorgwekkende ontwikkeling is dat er wereldwijd sprake is van een afname van het aantal bijen. Onderzoekers zijn druk bezig de oorzaak van de toenemende bijensterfte te achterhalen. Ze onderzoeken of het door pesticiden, virussen of genetische ontwikkeling komt. Zonder voldoende bijen zal er een grote bedreiging zijn voor de bestuiving van bloemen. Het is vast wel te bedenken wat voor een grote gevolgen dit zal hebben.