Waarom vogels op één poot staan en andere feiten
Waarom vogels op een poot staan, ze op hoogspanningsdraden zitten, soms niet kunnen vliegen, ze niet tegen olie kunnen en nooit tegen elkaar op botsen.
Waarom vogels op één poot staan
Vaak zie je een vogel op één poot staan, bijvoorbeeld wanneer hij slaapt of rust. Ook zet de vogel zich vaak dan op met zijn veren, zodat het net een pluizenbol wordt. Dit zie je bijvoorbeeld bij de kanarie, maar ook veel watervogels staan met één poot in het water. De reden heeft met warmte te maken: door één poot dicht tegen het lichaam te houden, verliest de vogel zo min mogelijk warmte. Ook het dik maken heeft ermee te maken: Zo gaat er zo weinig mogelijk warmte verloren. Een vogel in rust maakt namelijk minder lichaamswarmte aan, en moet dit dus compenseren.
Waarom vogels elkaar niet raken in de lucht
Bij een grote groep vogels zie je ze allemaal door elkaar vliegen. Soms vraag je je af waarom ze elkaar nooit raken. Het schijnt dat een vogel let op de zeven dichtstbijzijnde vogels, en niet op de hele groep. Hij houdt dus zijn buurmannen in de gaten. En hij neemt hierbij dezelfde vliegrichting aan als zijn buurmannen. Verder houdt de vogel ook in de gaten dat hij niet te dicht bij zijn buurmannen komt. Op deze manier kan iedere vogel veilig vliegen, zonder tegen de ander aan te botsen.
Waarom vogels op hoogspanningsdraden kunnen zitten
Je ziet vaak genoeg vogels op hoogspanningsdraden zitten, zonder dat er iets gebeurt. Vaak wordt er gezegd omdat dit komt doordat de vogel geen contact maakt met andere voorwerpen of dingen, waardoor de stroom dus niet verder kan. Dit klopt gedeeltelijk. Wanneer een mens aan een kabel gaat hangen zonder iets aan te raken, kan hij namelijk wel onder stroom komen te staan. Dit komt omdat de stroom ook via je lichaam door de lucht, naar de aarde toe kan lopen. In de vorm van een vonk of flits. Doordat de vogel een klein lichaam heeft, staat er ook maar een kleine hoeveelheid stroom op hem. Dat maakt hem minder kwetsbaar.
Waarom sommige vogels niet kunnen vliegen
Loopvogels, de naam zegt het al, zijn vogels die lopen en dus niet kunnen vliegen. We hebben het hier over onder andere de emoe, struisvogel, pinguïn, ral, kiwi en nandoe. Waarom deze vogels niet kunnen vliegen, heeft met de evolutie te maken. Vaak leefden deze vogels in gebieden waar vliegen geen noodzaak was: niet om voor vijanden te vluchten en niet om voedsel te zoeken. Vaak kunnen loopvogels dan wel iets anders dan vliegen: of ontzettend hard rennen, of heel goed zwemmen. Een loopvogel kan zich dus uitstekend redden. De bekendste loopvogel is wel de dodo, een uitgestorven loopvogel. De mens heeft de dodo uitgeroeid.
Waarom vogels niet tegen olie kunnen
Olie dat op het water drijft, is dodelijk voor watervogels. Olie mengt zich niet met water en blijft als een laagje op het water liggen. watervogels komen al snel in aanraking hiermee. Alle watervogels hebben een laagje vet over hun veren. Dit vet beschermt de veren tegen het binnendringen van water. Op deze manier blijft de watervogel drijven. Wanneer de olie in aanraking komt met de veren, plakken de veren aan elkaar vast en de vetlaag kan zijn werk niet meer doen. Water dringt zo naar binnen en de watervogel verdrinkt. Ook de isolerende laag verdwijnt waardoor de vogel te snel afkoelt.