De gracieuze havik
Gracieus cirkelend boven de bosrand speurt de havik naar prooi. Wie geduld heeft en deze middelgrote roofvogel vaker observeert, zal uiteindelijk misschien getuige zijn van een spectaculaire luchtacrobatische duikvlucht naar een trage duif, een huppelend konijn op de bosgrond of een andere nietsvermoedende prooi. Van de vogels zijn het de houtduiven die het dikwijls moeten ontgelden. Dankzij zijn relatief korte, maar brede vleugels is de havik uiterst wendbaar. Niettemin laat deze schuwe roofvogel zich zelden zien. De havik kent veel ondersoorten. De Accipiter gentilis is in de gematigde streken van het noordelijk halfrond een honkvaste standvogel met een voorkeur voor de meer uitgestrekte bossen, waar hij kan broeden en jagen en zich het liefst onttrekt aan het spiedende menselijk oog. Door zijn priemende blik en kromme haaksnavel komt de havik nogal grimmig over.
Inhoud
Een roofvogel pur sang
Met zijn spanwijdte van ongeveer een meter – het vrouwtje tot een meter dertig – is de havik (
Accipiter gentilis) groter dan zijn naaste verwant de sperwer. Niettemin laat deze sterke
roofvogel zich zelden zien. Het is een echte bosbewoner die meestal elegant cirkelend boven open plekken in het bos of boven de boomkruinen te zien is. In Groot-Brittannië is hij vrij zeldzaam en vooral te vinden op de dunbevolkte hoogvlakten van Schotland en Midden-Engeland. De havik geeft echter de voorkeur aan uitgestrekte wouden. Bij een groot voedselaanbod komt hij in alle naald- en gemengde bossen voor.
Meesterjager
Vanuit het niets stort hij zich op zijn prooi. Hij verraadt zich eerder door de resten van
prooidieren, zoals veertjes en plukjes vacht, dan door zijn aanwezigheid zelf. De havik, een roofvogel pur sang, jaagt vooral op
konijnen en andere kleine zoogdieren, maar ook vogels zijn hun leven niet zeker met een havik in de buurt. De meesterjager heeft het met name voorzien op de honkvaste soorten, zoals houtduiven.
De havik is makkelijk te herkennen
De havik is een standvogel en een tamelijk zeldzame broedvogel die makkelijk te herkennen is. Met een beetje geluk kan men de havik tijdens de jacht zien cirkelen boven de bosrand. Ook het waarnemen van baltsvluchten is niet ongewoon. De havik heeft
gele klauwen, zo scherp als scheermessen, en een haakvormige snavel. Karakteristiek zijn ook de korte, maar brede vleugels. Het verenkleed is donkergrijs met een lichte wenkbrauw, en een lichte borst met dwarse strepen. Tijdens de vlucht is de witte onderkant van de staart soms goed waarneembaar. Een jonge havik is donkerder, bruiner van kleur met verticale strepen. De
Accipiter gentilis is ongeveer 50 centimeter lang, het vrouwtje iets langer met een spanwijdte tussen de een meter en een meter dertig. Mede dankzij de brede vleugels en de lange
staartveren is de havik uiterst wendbaar en kan hij tijdens achtervolgingen en duikvluchten makkelijk boomkruinen en andere hindernissen ontwijken.
Prooi
De Engelse naam voor havik is 'goshawk', ofwel ganzenhavik. Nogal vreemd omdat de havik dit soort grote prooien niet kan verschalken. De havik richt zich voornamelijk op konijnen en hazen. Maar ook muizen, ratten en eekhoorns zijn niet veilig voor hem. Als een pijl kan hij uit de lucht naar beneden suizen en zich op een nietsvermoedende duif storten. Maar de kleinere lijsters waaronder de merel, hebben hem eveneens te duchten. Ook is waargenomen hoe hij bodemvogels verslindt, zoals patrijzen, korhoenders en fazanten. Typisch is dat de Midden-Europese havik het liefst op vogels jaagt.
Jachttechniek
Cirkelend overziet hij zijn territorium. De havik moet het hebben van verrassingsaanvallen, waarbij hij zich doorgaans vanuit een
hinderlaag in het bos in een scheervlucht op zijn prooi stort. Zodra hij een prooi op de grond met zijn krachtige klauwen gedood heeft, spreidt hij er zijn vleugels overheen, alsof hij wil voorkomen dat andere roofdieren zijn buit in hun blikveld krijgen. Tijdens een cirkelende vlucht ziet de havik eruit als een uit de kluiten gewassen sperwer. Hoewel het bestand in de afgelopen decennia wat achteruit is gegaan, maakt hij inmiddels (2019) weer vrijwel alle naald- en gemengde bossen (met eiken en beuken) 'onveilig'.
Havik (
Accipiter gentilis) /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Leefgebied
De havik is een bosvogel die echter ook de heidegebieden en het hoogveen opzoekt als er veel prooidieren zijn. Hij zit ook in de naaldwouden als het voedselaanbod maar groot genoeg is en hij zich ver genoeg van de bewoonde wereld waant. In Nederland kwamen na een telling tussen 2013-2015 ongeveer 2000 paartjes voor na een periode dat de havik nogal zeldzaam was geworden, hoewel de groei van het bestand in de daaropvolgende jaren weer is vervlakt. In heel
Europa wordt het havikkenbestand geschat op 20.000 paartjes. Daardoor is hij geen bedreigde vogel meer en staat hij niet op de rode lijst.
Van Europa tot Noord-Afrika
De havik (
Accipiter gentilis) is inheems in het hele holarctisch gebied, waaronder Europa, Midden-Azië, het noordelijk deel van de Verenigde Staten, maar bijvoorbeeld ook Noord-Afrika. Natuurlijk
bosbeheer en het bieden van voldoende broedgelegenheid zijn belangrijk om het bestand op peil te houden. Wereldwijd worden er veel haviken afgeschoten of gevangen om ze af te richten voor de jacht.
Africhten van de havik
Valkeniers zijn een begrip. Ze houden in heel Nederland shows waarbij ze met hun valken hun kunsten vertonen. De havik houden ze vaak eveneens. Hij is echter een van de moeilijkst af te richten
roofvogels omdat hij zo driftig en rusteloos van aard is. In Azië wordt de havik zelfs ingezet in de jacht op gazellen, waarbij het hoefdier als verlamd blijft staan zodra de havik in de buurt komt. Aldus kunnen de jachthonden de gazellen sneller inhalen en doden.
Voortplanting
De havik broedt tussen maart en juni. Dat is een van de redenen waarom men in het voorjaar de grootste kans maakt een havik te spotten. Hij is dan druk in de weer met baltsvluchten en op zoek naar
voedsel voor de jongen. Het baltsspel van het vrouwtje is makkelijk herkenbaar aan de zeilende vlucht boven de boomtoppen en de duikvlucht die zo pardoes lijkt. De havik is geen koloniebroeder, het mannetje maakt elk jaar een nieuw nest. Hoewel ook oude nesten wel eens 'gerenoveerd' worden, hoog in een boom met stevige takken en bedekt met twijgjes en groene bladeren.
Broedtijd
De havik produceert één legsel per jaar met 3 tot 5 eieren per broedsel. Elk ei wordt om de twee, drie dagen gelegd. Na een broedtijd van ongeveer vijf weken komen de jongen uit. Vooral het mannetje gaat op voedsel uit terwijl het vrouwtje het
nest beschermt en warm houdt.
Belangrijke kenmerken van de havik (Accipiter gentilis)
De havik behoort tot de orde van de roofvogels (
Accipitriformes) en de familie van de havikachtigen (
Accipitridae). De soort die in Nederland het meest voorkomt is de
Accipiter gentilis, een standvogel die ook wel 'goshawk' wordt genoemd.
- Lengte: mannetje ca. 50-55 cm, vrouwtje ca. 60-65 cm.
- Spanwijdte: mannetje ca. 1 meter, vrouwtje ca. 120 cm.
- Gewicht: mannetje 600-1100 gram, vrouwtje 900-1300 gram.
- Gedrag: solitaire vogel buiten de broedtijd.
- Prooi: vogels, zoals houtduiven en lijsters en bodemvogels (fazanten en patrijzen), maar ook konijnen, ratten, muizen en andere kleine zoogdieren.
- Levensverwachting: ca. 15 jaar.
- Biotoop: bosgebieden, zowel naaldwouden als gemengde bossen met eiken en beuken, afhankelijk van het voedselaanbod.
- Overwintering: standvogel.
- Broedperiode: maart-juni, na 2-3 jaar is de havik geslachtsrijp.
- Legsel: ca. 4-5 blauw-witte eieren.
- Broedtijd: ca. 35 dagen, de jongen blijven ca. 40 dagen in het nest, waarna ze uitvliegen.
Bescherming
Er zijn wereldwijd ongeveer 45 soorten sperwer- en havikachtigen. Van alle roofvogels in zijn familie is de
havik de grootste jager. Dankzij het verbeterde bosbeheer en in het verlengde daarvan het toegenomen bosoppervlak heeft het havikenbestand een flinke groei doorgemaakt. Er is meer variatie in het natuurbeheer (bos en heide) gekomen, meer broedgelegenheden en een groter voedselaanbod voor dit soort roofvogels. Ook het verminderde gebruik van bestrijdingsmiddelen heeft de havik goed gedaan Nederland telt enkele duizenden
havikpaartjes, in heel Europa betreft het ongeveer 20.000 paartjes (2019).
Lees verder