Sperwer, Accipiter nisus
De sperwer, Accipiter nisus, is een vrij kleine roofvogel, hoewel het vrouwtje nog een spanwijdte van tachtig centimeter kan behalen. Qua uiterlijk lijkt hij sterk op de havik, hoewel en duidelijke verschillen zijn. Opvallend aan deze vogel is dat het vrouwtje alleen de eieren uitbroed. Hier zit zij bijna zestig dagen. In deze periode is ze volledig afhankelijk van het mannetje om haar te voeren, meestal met kleine zangvogels. De sperwer komt vooral voor in loofbossen.
Taxonomische indeling
Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Falconiformes (Roofvogels)
- Familie: Accipitridae
- Geslacht: Accipiter
- Soort: Accipiter nisus
Kenmerken
Het mannetje van de sperwer wordt tot 34 centimeter groot. Hij heeft een maximale spanwijdte van 65 centimeter en een gewicht van 150 gram. Het vrouwtje wordt 41 centimeter land, met 80 centimeter spanwijdte en 290 gram zwaar. Het vrouwtje is dus aanzienlijk groter dan het mannetjes. Het vrouwtje heeft een donkergrijs verenkleed met een witte borst en zwarte, horizontale strepen. Ze heeft een goed zichtbare wenkbrauwstreep en een gele iris. Het mannetje is blauwgrijs met een rode borst en vergelijkbare strepen als het vrouwtje. Hij heeft geen duidelijke wenkbrauwstreep en is vaak te herkennen aan een paar witte veren in de nek of rug. Een onvolwassen sperwer is bruin, met een witte borst en bruine horizontale strepen. De snavel van de sperwer is haakvormig, en hij heeft scherpe klauwen. De vleugels zijn breed en afgerond en hij heeft een lange staart met een vierkant uiteinde.
Voortplanting
Eind maart en begin april baltsen de sperwers. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes bouwen aan het nest. Aan het einde van de nestbouw bouwt alleen het vrouwtje nog, het mannetje jaagt als enige. Het nest zit hoog in de bomen, hierin worden één tot zes eieren gelegd. Deze zijn bruin en roodbruin gevlekt of gestreept. Ze zijn veertig millimeter groot en 23 gram (gemiddeld). Deze eieren worden door het vrouwtje alleen uitgebroed. Dit duurt veertig dagen. Het vrouwtje blijft de eerste twee weken na het uitkomen nog in het nest. Daarna gaat ze weer jagen. De jongen worden nog drie tot vier weken door de ouders verzorgd. In het najaar zoeken de jongen hun eigen territorium.
Voedsel
Sperwers eten vrijwel uitsluitend vogels. Door het verschil in grootte tussen de man en de vrouw hebben ze verschillende prooien. De man jaagt vooral op kleine vogels, zoals zangvogels. Hun prooien zijn vrijwel nooit groter dan merels of spreeuwen. Vrouwtjes jagen op vogels tot de grote van de duif. Dit verschil in prooien is een belangrijk evolutionair voordeel. De man en vrouw concurreren niet met elkaar om voedsel, waardoor de kans op overleven voor de soort groter is. Sperwers jagen vanuit dekking. Ze kunnen snel optrekken en wenden. Hij vliegt tijdens de jacht tussen struiken en bomen door, zich zoveel mogelijk verstoppend.
Verspreiding
Nederlandse sperwers blijven het hele jaar door in Nederland. In de winter kot hier nog een deel van de sperwers uit Scandinavië aan. In geheel Europa komen sperwers voor, behalve in de noordelijkste delen van Scandinavië en Rusland. Ook in IJsland is hij niet te vinden. Hij bevind zich ook in Japan en Korea.
Habitat
De sperwer komt voor in bosgebieden, meestal loofbossen. Ook is hij te vinden in cultuurland en in de steden.
Bedreigd?
De sperwer staat niet op de rode lijst van beschermde diersoorten. Sinds de ban op bepaalde giftige stoffen in de landbouw in de jaren zeventig is het aantal sperwers sterk gestegen. Nu neemt het aantal sperwers weer af. Dit houdt verband met de toename van haviken, die sperwers eten, de afname van de huismus en ander prooidieren en de afname van geschikte bosgebieden.