Het roodborstje, Erithacus rubecula, solitair vogeltje
Het kleine roodborstje valt in veel tuinen op door zijn trots vooruitgestoken rode borstje. Luid zingend verdedigt hij zijn territorium. In Nederland behoort de roodborst tot de beschermde soorten, maar vooral in Italië wordt er nog veel op gejaagd. Hij is tot beschermde soort uitgeroepen omdat hij erg lijdt onder de pesticiden, die voor de land- en tuinbouw worden gebruikt. Het roodborstje is een solitair vogeltje. Het scharrelt in zijn eentje door de tuin op zoek naar voedsel. Meestal hupt hij op de grond en is niet schuw.
Waar komt hij voor
Leefomgeving
Het roodborstje komt voor in heel Europa, behalve in de meest noordelijke, koude gebieden. Van Portugal tot aan de oostkant van de Oeral. Ook in Noord-Afrika en Turkije heeft hij zijn habitat. Het roodborstje leeft tussen bomen en struiken, en heeft zich heel goed aangepast aan de menselijke leefomgeving. In parken en tuinen is hij een geliefde gast. Als ergens veel insecten, spinnen en wormen zijn, ziet men hem daar verschijnen. 's Winters is hij zelfs graag in de buurt van mensen en hun voedertafels. Hij houdt van vetbollen en zaadjes. Aan zijn opgezette veren ziet men dat hij zijn lichaamswarmte probeert vast te houden. Bang is hij dan helemaal niet. Roodborstje tikt tegen het raam...
Standvogel
De roodborst is vooral een standvogel, zowel 's zomers als 's winters is hij in Nederland. In de winter ziet men meer roodborstjes. Een deel van hen vliegt in de winter naar het Zuid-Westen van Europa. Daarentegen komen veel roodborstjes uit Scandinavië en Polen onze kant op. De roodborst is een echte tuinliefhebber.
Algemene informatie
Familie
Het roodborstje behoort tot de orde van de Passeriformes, de zangvogels, en bij de familie Turdidae, evenals de merel, de lijster, de nachtegaal en de tapuit. Hij is zo'n 13 cm lang en weegt 20 gram. Zijn spanwijdte is ongeveer 20 cm. Hij woont in loofbossen, struiken, hakhoutbosjes, parken en tuinen. Zijn roep is een beetje klagend. Hij zingt melodieus en zuiver.
Zuid-Europa
In het zuiden van Europa kan de Roodborst nog weleens worden verward met de
Baardgrasmus.Deze komt alleen in Zuid-Europa voor. Hij heeft een grijs kopje en een iets minder rond rood buikje dan onze Roodborst.
Eieren
De roodborst legt zo'n drie maal per jaar eieren. Het legsel bestaat uit zo'n 5 à 6 eieren. De broedtijd is veertien dagen en als de jongen uit het ei komen, vliegen ze ook binnen veertien dagen. Het vogeltje leeft solitair en wordt ongeveer 5 jaar oud. Bejaarde roodborstjes van 10 jaar zijn er ook hier en daar.
Verenkleed en gedrag
Verenkleed
Het roodborstje heeft bruingrijze veertjes, een bolletje. Zijn snoetje, keel en borst zijn oranjerood. Zijn "mutsje" is ook bruingrijs. Zijn buikje is wit, een beetje vaal. Hij heeft grote ogen. Zijn rug en korte staart zijn bruingrijs. Zowel het mannetje als het vrouwtje zijn op deze manier getekend. De jongen zijn in hun eerste jaar wat vlekkerig geelbruin. Er is nog geen teken van een oranje borstje.
Fel beestje
Klein maar fijn: een roodborstje is heel fel in het verdedigen van zijn territorium en zijn voedsel. Vooral tegen soortgenoten kan hij tekeergaan. Hij kan zelfs agressief worden.Hij spreidt zijn vleugels, toont zijn rode borst en slaakt luide kreten. Mocht al dit vertoon geen uitwerking hebben, dan kan een gevecht volgen. Óf één van de twee vertrekt, of er kan zelfs een dode vallen.
Voortplanting
Nest
Al in de winter vormen zich broedparen. Ze maken een nest in een holte, natuurlijk of kunstmatig. Het nest is vaak in of bij struiken, tamelijk dicht bij de grond. Het komt voor dat het paartje nestelt in bloempotten of in nestkastjes die niet speciaal voor meesjes zijn gemaakt. De openingen van mezenkastjes zijn te klein. Het broedpaartje bekleedt het nest met plantenresten, mos en haren.
Jongen
Het vrouwtje legt 5 à 6 eitjes en broedt veertien dagen lang. Als de eieren zijn uitgekomen, worden de jongen door beide ouders gevoerd, om de beurt. Na weer veertien dagen zijn de jongen vliegvlug. Ze gaan zelfstandig op pad. Mocht moeder al op een tweede nest zitten broeden, dan worden de jongen, die nog niet écht zelfstandig zijn, nog door vader verzorgd. Soms volgt er ook nog een derde nest.
Voedsel en zang
Voedsel
Roodborstjes zijn voornamelijk insecten- en spinneneters, zij vangen hun prooi meestal op de grond. Ze houden zich stil en speuren op de grond om zich heen naar een beweging. Dan slaan ze toe. Het zelfde doen zij ook vanaf lage takken. Ze huppen op de grond en hun staartjes huppen mee. Bij gevaar vliegen ze snel in een struik en als het gevaar geweken is, keren ze weer terug. Echt schuw zijn ze niet. Is men in de tuin aan het werk, dan huppen ze op een afstandje mee en slaan toe als ze voedsel zien, dat opgewoeld wordt.
Na de broedtijd
Als de broedtijd voorbij is, hebben mannetjes en vrouwtjes gescheiden territoria.Het vogeltje leeft solitair, behalve in de broedtijd.
In de zomer hoort men de roodborst niet. In de rest van het jaar klinkt zijn parelende fluittoon overal.
Britse mascotte
In 1960 is het roodborstje in Groot-Brittannië tot populairste vogel uitgeroepen. De Britten vinden het vogeltje charmant. Daarna werd hij nationaal symbool. Rond kerstmis ziet men zijn beeltenis veel gebruikt.
Lees verder