Het roodborstje, een opmerkelijke gast in je tuin
Met wat geluk kun je in je eigen tuin een roodborstje zien. De vogeltjes zijn iets kleiner dan een gewone huismus en hebben een kenmerkende rode borst. Ze hebben een typisch gezang en bakenen met schelle tonen hun territorium af. Deze groep gewervelde dieren zijn deels stand- en deels trekvogel. Sommige blijven, anderen zoeken in de winter warmere oorden op.
Op zoek naar een man met gevaar voor eigen leven
Roodborstjes bakenen hun eigen territorium af en doen dit door te fluiten. Met een paar schelle tonen proberen ze pottenkijkers op afstand te houden. De vrouwtjes onder deze vogelsoort zijn echter nieuwsgierig en proberen soms in een domein van een mannetje binnen te dringen. Ze doen dit uiteraard ook wanneer ze op zoek zijn naar een partner. Mannetjes weten echter niet altijd of de indringer van het vrouwelijke of mannelijke geslacht is want beide soorten zien er hetzelfde uit. Daarom gebeurt het wel eens dat het mannetje in de clinch gaat met een vrouwtje. Van het moment dat hij echter door heeft dat het om een vrouwtje gaat, staakt hij de strijd. Gaat het echter wel om een mannetje, dan kan het gebeuren dat er wordt gevochten tot een van de vogels sterft. Het kan er dus echt wel hevig aan toe gaan.
Paring en broedtijd
Wanneer een mannetje en vrouwtje elkaar gevonden hebben, gaan ze niet onmiddellijk over tot paren. Zoals moderne koppels wonen ze eerst een tijdje samen. Pas later denken ze aan een nageslacht. Het nest wordt door het vrouwtje gemaakt met gras, wortels, mos, bladeren, pluimen, wol, haren,... Daarin legt ze dan 5 à 6 eieren. Die kunnen gevarieerde kleuren hebben. Dat kan gaan van melkgeel tot roodbruin. Na twee weken broeden, breken de jongen de schaal open. Daarna blijven ze nog eens twee weken onder moeders vleugels, ten slotte verlaten ze het nest. Het territorium wordt onder de jongen en de ouders verdeeld en elk leeft in een eigen stuk. Sommige koppels gaan dan nog voor een tweede leg, anderen gaan op zoek naar een andere partner.
Voedsel
In de lente, zomer en herfst is er een overvloed aan eten voor de roodborstjes. Ze voeden zich vooral met kleine diertjes zoals insecten en hun larven, spinnen, slakken,... Dit is echter niet meer voorradig in de winter. Dan proberen de vogels te overleven op bessen, granen,... Als ook dat niet meer te vinden is, kunnen er heel wat vogels sterven. Zo gebeurt het dat er in één winter 80% van de populatie sterft. Jij kan helpen door in de winter wat zaden op de grond te strooien. Doe dit echter alleen als het heel koud of gesneeuwd is. Anders worden de diertjes lui en gaan ze niet meer uit zichzelf op zoek naar eten. Dit is helemaal niet de bedoeling.
Zowel stand- als trekvogel
Roodborstjes kunnen we niet onderverdelen in één categorie. Er zijn vogels die blijven en overwinteren in hun eigen territorium, anderen verlaten de streek. Ongeveer de helft van de dieren die in onze regionen leven, vertrekken naar het Middellandse Zeegebied, de rest blijft hier. Meestal merk je dit echter niet op want er komen ook heel wat diertjes uit Noord-Europa zich hier settelen. Daarom blijft het aantal roodborstjes in de winter ongeveer in evenwicht, als het tenminste hier ook niet te koud wordt.
Identiteitskaart
- Rijk: dieren
- Stam: gewervelde dieren
- Klasse: vogels
- Orde: zangvogels
- Familie: vliegenvangers
- Gewicht: 20 gram
- Grootte: ongeveer 14 cm
Weetjes
- Het nest van een roodborstje is altijd proper want de ouders dragen de uitwerpselen van de jongen weg.
- Ook de vrouwtjes zingen. Dit is eerder uitzonderlijk bij vogels.