Het zandlandschap met brinken en essen
Het zandlandschap beslaat een groot deel van Nederland. Het bestaat vanzelfsprekend uit zand, maar toch kent het landschap een grote variatie. Zo zijn er hoge en droge gebieden, maar ook natte en lage gebieden. Stuifzandvlaktes wat vroeger als milieuramp werd gezien, zijn nu toeristische trekpleisters in Nederland.
Het landschap: algemeen
Het zandlandschap in Nederland werd al vroeg bewoond. Vooral de hogere delen waren aantrekkelijk. Daarnaast is het gebied goed bewerkbaar, dus men kon de inrichting goed zelf bepalen. In het zandlandschap komen hoge stuwwallen voor, maar ook dekzandvlakten en oude rivierterrassen. Ook zijn er gebieden waar nog keileem voorkomt. Deze variatie had invloed op hoe de mens het landschap heeft ingericht. Nederzettingen en bouwgronden konden zich met gemak verplaatsen en zo werden bijvoorbeeld de bossen geleidelijk omgevormd tot heidevelden, wat weer zorgen voor een nattere bodem. De bossen hielden immers meer water vast dan de heidevelden. Overigens ligt het grootste gedeelte van het zandlandschap hoog genoeg om niet te worden overstroomd, toch heeft dit landschap vroeger last gehad van wateroverlast. De beekdalen en dekzandlaagten stonden in tijden van veel neerslag regelmatig onder water.
Celtic fields
Er zijn weinig zichtbare sporen achtergebleven van de landbouw in het zandlandschap. En uitzondering daarop zijn de Celtic Fields. Deze kunnen nog waargenomen worden in bossen en heidevelden. Een celtic field bestond uit vierkanten percelen omgeving door walletjes, die dienden voor de afscheiding van percelen. Het land werd een korte tijd intensief gebruik en daarna met rust gelaten. Zo had het land de tijd om te herstellen. Tegenwoordig zouden wij dit driesbouw noemen.
Landbouw
In het zandlandschap is akkerbouw mogelijk op de hoge, droge gebieden. De grond moet dan wel bemest worden. Dit heeft ervoor gezorgd dat er vroeger dorpen zijn ontstaan. De mest kwam namelijk van het vee en zo ontstonden er territoria die bestonden uit akkerbouw en veeteelt. Naarmate de bevolking toenam moest er zuiniger worden omgegaan met de mest. Hierdoor ontstonden de potstallen. In deze stallen werd een dieper gedeelte uitgegraven. Wanneer het vee dan in de stal stond, werd de mest hier in opgeslagen/opgepot. Men gooide er regelmatig organisch materiaal boven op. Het vee woelde dit dan om en zo ontstond de plaggenbemesting (dierlijke mest gemengd met organisch materiaal). De landbouw in zandlandschap gebieden heeft nooit grootschalig plaatsgevonden, toch heeft het invloed gehad op het gebied. Er ontstonden stuifzandvlaktes door bijvoorbeeld overbeweiding. Door de stuifzandgebieden te beplanten, kon het zand vastgehouden worden. In Nederland hebben wij nu nog steeds stuifzandgebieden. Veel mensen recreëren hier.
Brinken
Een belangrijk onderdeel van het zandlandschap zijn de open vlaktes binnen de dorpen. Vroeger lag dit aan de rand van het dorp, maar door bebouwing is dit ingesloten. In een brink werd het vee verzameld en zo kon de boer het vee als kudde meenemen naar gezamenlijke weidegronden.
Essen
In de tiende eeuw ontstond een uitbreiding van het akkerareaal. Zo ontstonden grote bouwlandcomplexen, dit noemen wij essen. Essen bestaan uit verschillende percelen van verschillende eigenaren. Op deze manier konden boeren meer voedsel verbouwen en dus beter in voedsel voorzien voor de toenemende bevolking. De eigendomsgrenzen van de percelen werden slechts gekenmerkt door grasstroken of stenen. Essen kennen verschillende verkavelingspatronen. We onderscheiden: blokvormige es, enkelstrepige es, meerstrepige es, gewann es. We vinden essen onder andere in het Gooi en de Veluwe.
Stuwwallen
In het zandlandschap komen ook stuwwallen voor. Stuwwallen ontstonden door afzettingen van de rivier, bestaande uit voornamelijk grind en zand. Ongeveer 150.000 jaar geleden bedekte ijs ons landschap tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. De afzettingen van de rivier werden opgestuwd door het gewicht van de vooruitstekende ijstong. Toen het ijs weer was gesmolten bleven de stuwwallen achter.
Bekende stuwwallen zijn de Grebbeberg en de Utrechtse heuvelrug.
Lees verder