Uitstervend stuifzand, een microklimaat
In Nederland bevinden zich nog enkele gebieden met stuifzand. Wat is stuifzand precies? Het klimaat in een stuifzandgebied is anders dan het normale klimaat van Nederland, dat is een bijzonder gegeven. Maar het stuifzand is in een hoog tempo aan het verdwijnen. Hoe komt dit, ondanks dat stuifzand een beschermd soort landschap is, en dat in heel Europa?
Het microklimaat van stuifzand
In stuifzandgebieden heerst een
klimaat dat iets verschilt van het klimaat van het gebied erbuiten. Dit wordt een microklimaat genoemd. Het microklimaat van een stuifzandgebied doet denken aan een
woestijnklimaat. Dit is niet zo verrassend natuurlijk, een stuifzandgebied is open, droog en zonder begroeiing, net als de woestijn. In een stuifzandgebied is de temperatuur overdag en in de zomer hoger dan de omgeving er rondom, en ’s nachts en in de winter juist lager. Het is een droog gebied, doordat de bodem geen water vasthoudt, wat weer komt doordat er geen begroeiing is. Ook is er door het gebrek aan begroeiing heel veel wind. Door al deze omstandigheden is het stuifzand-microklimaat ongeschikt voor de meeste planten. Alleen de plantensoorten die goed tegen temperatuurverschillen en een onvruchtbare bodem kunnen en die ook nog eens opgewassen zijn tegen de wind en het stuivende zand, kunnen er overleven.
Achteruitgang van stuifzand, de vliegden
Vooral het voorkomen van de vliegden speelt een belangrijke rol in het verdwijnen van stuifzand. Een vliegden is eigenlijk gewoon een grove den die in het stuifzand terecht is gekomen. Het is een van de weinige grote planten die kan overleven in het zand. Men heeft de boom een andere naam gegeven omdat de grove den er heel anders uit ziet als hij in het stuifzand groeit dan wanneer hij in het bos groeit. In het bos is het belangrijk voor bomen om te zorgen dat ze licht vangen, ze moeten uitkijken dat ze niet door de andere bomen verdrongen worden. Daarom groeien ze daar recht omhoog en worden ze lang en dun. In het stuifzand gebeurt juist het omgekeerde. Daar is meer dan genoeg licht en de vliegden wordt breed en laag. Zodra er verscheidene vliegdennen in het stuifzand groeien, komt er al snel meer begroeiing. Het stuifzand krijgt door de bomen namelijk minder kans om te verstuiven en ook wordt de grond als het ware bemest door de bomen. Langzamerhand raakt het zand bedekt met humus en (korst)mos. Op deze manier verdwijnt het stuifzandlandschap.
In stand houden van stuifzand
Op dit moment is stuifzand een beschermd soort landschap in heel Europa. Het is een zeldzaam type landschap en wordt door velen gezien als een cultuurlandschap. Daarom worden er verschillende maatregelen getroffen om de stuifzandgebieden in stand te houden. Een voorbeeld hiervan is het steeds weer verwijderen van de jonge boompjes die in het stuifzand terecht komen. Het nadeel hiervan is dat je dit heel regelmatig moet doen, want als er een beetje begroeiing is komt de rest er heel snel achteraan. Soms worden er ook simpelweg stukken bos gekapt en afgegraven, op plaatsen waar vroeger een stuifzandgebied lag. Een andere oplossing voor het probleem is het afplaggen. Hierbij wordt de vegetatie van het stuifzand afgehaald.
Stuifzand tegenhouden
In de tijd dat de mensen nog veel heidevelden afplagden en op andere manieren de grond beschadigden, waardoor het stuifzand ontstond, was men niet blij met het zand. Het werd gezien als onnatuurlijk en soms hadden mensen er zelfs last van. Langs het stuifzand ligt bijvoorbeeld een hoge wal van zand dat is opgestoven. Soms werden complete dorpen bedreigd door dit zand. Ook kon, met maar een kleine laag zand op de akkers, de hele oogst verpest worden. Mensen hebben om het stuifzand tegen te houden veel stukken bos geplant. Vooral toen er na 1900 kunstmest werd gebruikt, waardoor er geen nieuwe stuifzandgebieden meer ontstonden, kwam er veel meer bebossing. Staatsbosbeheer was eigenlijk opgericht om stuifzand tegen te gaan. Gelukkig is dat vandaag de dag anders. Zo krijgt het stuifzand hopelijk weer kans in de toekomst.