Het lieveheerstbeestje - erg nuttig tegen bladluis
Het lieveheersbeestje is geliefd bij bijna iedereen, vooral bij kinderen. Vandaar dat ze vaak ter inspiratie gebruikt worden voor knuffelbeesten en ander speelgoed. Maar wat doen lieveheersbeestjes nu eigenlijk in hun dagelijkse leven en wat is hun functie?
Algemeen
Latijnse naam:
Coccinallidae
Soort:
Kevers / Insecten
Type:
Omnivoren, ze eten beide planten en vlees (bladluizen)
Waar komen ze voor:
Lieveheersbeestjes komen voor in Europa, Afrika en Azië.
Hoe oud kunnen ze worden:
Ze kunnen maximaal 1 jaar oud worden
Voeding
Er bestaan in totaal meer dan 5000 soorten lieveheersbeestjes. Hierbij zijn er soorten die alleen bladluis eten, deze worden gezien als nuttig. Een lieveheersbeestje kan wel 1000 bladluizen per dag eten. Er bestaan ook soorten die alleen bladeren eten, of alleen schimmels eten of een combinatie. De soorten die alleen bladeren en schimmels eten worden vaak eerder als een plaag gezien omdat door het eten van de schimmels ziekten kunnen worden overgebracht op de planten.
Kenmerken van het lichaam
Het lichaam van een lieveheersbeestje bestaat uit 3 delen; de kop, het borststuk en het achterlijf. Met deze 3 delen tezamen heeft het lieveheersbeestje een lichaamslengte van nauwelijks 1 centimeter. De kop heeft witte vlekjes en op het eerste gezicht lijkt het alsof dit de ogen zijn, maar dat zijn het niet. De ogen zitten temidden van de twee witte vlekjes en zijn juist zwart van kleur. Het achterlijf (of de rug) heeft twee dekschilden, waaronder de vleugels zitten. De dekschilden dienen als het ware als een bescherming voor de dunne vleugels waar ze mee vliegen. De dekschilden, alsmede de vlekken hierop (als deze aanwezig zijn) zijn per soort verschillend van kleur. Ook het aantal vlekken verschilt van aantal en kleur. In Nederland heeft het meest voorkomende lieveheerstbeestje een rood schild met 7 zwarte vlekjes (of stippen) erop. Het borststuk is zwart van kleur en heeft aan iedere zijde 3 pootjes, in totaal dus 6.
Voortplanting
Pas bij de paring wordt duidelijk wie het vrouwtje of mannetje is (voor de buitenstaander dan, zelf zullen ze het wel weten!). Het mannetje klimt dan op de rug van het vrouwtje. Dit gebeurt zo rond april/mei. Het vrouwtje legt haar eitjes dan onder bladeren en in groepjes bij elkaar, waar veel bladluizen zijn. Dit zodat de jongen wanneer ze uitkomen voldoende te eten hebben. De eitjes die ze leggen zijn geel en kleiner dan een speldeknop. Na een week komen de eitjes uit en de uitgekomen larven beginnen dan meteen de bladluizen op te eten. Door het vele eten vervellen ze zich in 4 weken tijd wel 3 keer. Na het vervellen kleeft de larve zichzelf aan de onderkant van een blad en gaat verpoppen. Na een week komt dan het lieveheersbeestje zoals wij het kennen uit haar pop. Wel duurt het een paar uurtjes voordat je kunt zien welke kleur het heeft en of het vlekjes op zijn dekschild heeft. Alle lieveheersbeestjes komen namelijk met een geel en vlekkeloos dekschild uit hun pop.
Belangrijke weetjes
Levensjaren
Het is niet juist om aan te nemen dat het aantal stippen op het dekschild van een lieveheersbeestje gelijk is aan het aantal levensjaren, dit om twee redenen: De eerste reden is dat een paar uur nadat het lieveheerstbeestje uit de pop komt alle vlekken ineens krijgt en de tweede reden is dat een lieveheersbeestje maar maximaal 1 jaar oud wordt.
Reflexbloeden
Het woord klinkt eigenlijk een beetje eng, maar het "bloed" waarover hier gesproken wordt is de gele vloeistof dat het lieveheersbeestje afscheidt wanneer het zich bedreigd voelt. Deze vloeistof is namelijk geen urine (al heeft het wel een gele kleur), waardoor wordt aangenomen dat het bloed zou kunnen zijn. Het woord "reflex" heeft te maken met het afscheiden zelf dat gebeurt wanneer het lieveheersbeestje voelt dat het in gevaar is en het als een reflex beweging de vloeistof afscheidt.
Winterslaap
Lieveheersbeestjes worden maximaal 1 jaar oud, waardoor sommigen wellicht geen winter doormaken. Degene die dat wel doen houden in deze tijd een winterslaap. Ze zoeken elkaar dan op in een beschutte omgeving (onder bladeren, onder stenen, in een gebouw) en gaan dan in groepjes bij elkaar hun winterslaap houden.
Vliegen
Ook al hebben lieveheersbeestjes kleine dunne vleugels, ze kunnen er erg ver mee vliegen. Ze kunnen een 50 kilometer afstand vliegen zonder een tussenstop te maken!