Pissebed: een diertje dat behoort tot de kreeftachtigen
De pissebed behoort net zoals insecten, hooiwagens en de spinnen tot de geleedpotigen. Ze worden ook wel keldermotten genoemd. Hun naaste verwanten zijn de kreeften. Hoewel een pissebed zich heeft aangepast aan het leven op het land, hebben ze wel een vochtige omgeving nodig om te overleven. Het prehistorische diertje is vrij schuw en rolt zich meestal op in een bolletje bij aanraking. Meestal zijn pissebedden donkergrijs of bruin.De pissebed
De pissebed is nogal plat van vorm en een meestal grijs gekleurd diertje met 7 paar poten. De rug bestaat uit over elkaar liggende schubben die eruit zien als een pantser. Dit is zijn verdediging tegen vijanden. De kleur is meestal donkergrijs of bruin. Bij aanraking hebben pissebedden de neiging om zich op te rollen in een balletje. Bij de kop bevinden zich tussen de ogen twee lange voelsprieten.Ze hebben kieuwen op de achterpoten die altijd vochtig moeten blijven zodat ze kunnen ademen. Ze leven van rottend organisch materiaal. Pissebedden zijn vrij schuw. Je kunt ze vinden onder een steen of stuk hout dat al lang in de tuin ligt. Pissenbedden zijn er prehistorisch uit, dat zijn ze ook. Ze zijn nauwelijks veranderd.Soorten pissebedden
Op één plek zijn soms meerdere soorten pissebedden te vinden. Zo zijn er glimmende en altijd iets gevlekte Kelderpissebedden. Op dezelfde plek kun je ook bijvoorbeeld de Ruwe Pissebed vinden. Deze wordt ook wel de "gewone pissebed" genoemd. Deze is meestal donkergrijs, hoewel ze ook bestaan in een gelig, roze of helblauw kleurtje.Zo heb je ook de Mospissebed, ook een gewone pissebed. Deze is er in nog meer kleurvarianten dan de Kelderpissebed, zoals: gelig, bruinig, roodachtig of zelfs groenachtig. De Mospissebed lijkt erg op de Kelderpissebed, maar de basiskleur is bruin en niet grijs. De levenswijze van deze twee soorten pissebedden verschillen niet veel van elkaar.
Voortplanting
De pissebed plant zich voort door middel van eieren. Het vrouwtje paart meerdere keren per jaar met meerdere mannetjes. De eitjes zijn heel klein en amper te zien met het blote oog. Naarmate het vrouwtje groter is zal het aantal eitjes dat ze bij zich draagt toenemen. De eitjes worden door het vrouwtje meegdragen op het lichaam in een soort broedbuideltje. Dit zakje is gebuld met een beschermende vloeistof. Na ongeveer vier weken komen uit deze eitjes de larven. Deze lijken op de volwassen exemplaren, maar ze zijn wit van kleur en slechts een paar millimeter groot. Ze beginnen in het vroege voorjaar met voortplanten en ze blijven zich voortdurend vermenigvuldigen. Behalve als het te warm is. In dat geval zullen ze zich niet voortplanten.Het leefgebied
Pissebedden komen over de hele wereld voor en behoren tot een van de meest succesvolle ordes van de kreefachtigen.Overdag zijn pissebedden niet zo vaak te zien. Meestal worden ze 's avonds, maar vooral 's nachts actief. Ze zijn vooral te vinden onder gevallen bladeren, onder puin, stenen of bloempotten in de tuin. Ze zoeken donkere en vochtige plekken op. Het liefst leven ze in groepjes.