Zwarte weduwe giftige spin met ijzersterk web
De zwarte weduwe (Latrodectus mactans) is een webspin, waarvan de naam het ergste doet vermoeden voor het mannetje. In veel gevallen verorbert ze hem na de paring. Deze kogelspin heeft een zeer slecht imago. De beet kan immers dodelijk zijn, vooral voor kinderen, ouderen en zieken. Kelders en donkere, rommelige garages genieten haar voorkeur. Maar ook berghokken, schuren en afvalhopen. En onder veranda's en vlonders. Het lijkt of de zwarte weduwe graag haar nest maakt in woningen en andere menselijke onderkomens en maaksels. Deze gevaarlijke en zeer giftige spin weeft een opmerkelijk sterk web. Zo sterk, dat er zelfs onderzoek wordt gedaan naar mogelijke industriële toepassingen van de synthetische variant. Voor alle duidelijkheid: de zwarte weduwe is geen renspin. Ze wacht geduldig in haar web op prooi. Wie gebeten wordt, heeft in de meeste gevallen zijn hand per ongeluk in een web gestoken.
Inhoud
Taxonomische indeling van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
De
zwarte weduwe (
Latrodectus mactans) behoort tot de stam van de
Anthropoda (geleedpotigen), de klasse van de
Arachnida (spinachtigen), de orde van de
Araneae (spinnen), de familie van de
Theridiidae (kogelspinnen), het geslacht
Latrodectus (weduwen) en de soort
Latrodectus mactans (zwarte weduwe). Deze gevaarlijke en uitermate
giftige spin is oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika en Mexico, maar heeft zich inmiddels wereldwijd gevestigd. Dus ook in in West-Europa, waaronder Nederland en België.
Webspin
De beruchte zwarte weduwe is een kogelspin. Noem het een geluk bij een ongeluk dat het een honkvaste webspin betreft en dat de spin dus niet actief op zoek gaat naar prooi, zoals de
grote spoorspin en de
Braziliaanse zwerfspin. Mede door de
mondialisering van de handel (fruit, autos, enz.) en de klimaatverandering heeft deze spin ook haar
weg gevonden naar Nederland.
Kenmerken van de zwarte weduwe
De zwarte weduwe (
Latrodectus mactans) kan 3-4 centimeter lang worden, waarbij inbegrepen de poten, en leeft gemiddeld negen maanden. Het mannetje is ongeveer de helft kleiner en heeft een levensverwachting van slechts drie maanden. Kenmerkend is dat het vrouwtje ondersteboven in haar web op prooi wacht. Door haar koolzwarte lijfje wordt ze meestal snel opgemerkt, ondanks de donkere schuilplekjes die ze verkiest. Opvallend is ook het
kogelronde achterlijfje dat qua grootte vergelijkbaar is met een erwt.
Kleur, ogen en poten
De zwarte weduwe heeft een zijdeachtig-zwarte kleur. Het mannetje is eveneens zwart, maar kan ook een wat lichtere tint hebben. Sterker nog, de uiterlijke verschillen zijn in sommige gevallen zo frappant dat ze op verschillende soorten lijken. De acht zwarte poten zijn voorzien van fijne, borstelachtige
haartjes die de zwakste trillingen van het web kunnen doorgeven. Aan de uiteinden van de pootjes bevinden zich klauwtjes waarmee de zwarte weduwe zich makkelijk kan bewegen door het web en de prooi kan vastgrijpen. De
zwarte weduwe heeft acht ogen, verdeeld over twee rijen van vier.
Borststuk en achterlijf
Het zwarte achterlijf is voorzien van een felrode tekening (buik), soms geelachtig en doorgaans lijkend op een zandloper dankzij de twee omgekeerde driehoeken. Bij het
mannetje is dat ook het geval, maar bij hem is het achterlijf smaller en de tekening verfijnder, veelal in de vorm van stippen. Bij sommige zwarte weduwen is er maar één driehoek zichtbaar waaruit de zandlopervorm bestaat.
Giftanden
De zwarte weduwe heeft twee holle en vlijmscherpe giftanden waarmee ze het gif in de
prooi spuit. Met de twee valse poten (
palpen) houdt ze haar prooi vast terwijl ze het gif en de verteringssappen inbrengt.
Leefomgeving
Zwarte weduwen houden van warmte. Ze zijn dus voornamelijk in de tropen en subtropen te vinden, in de meest uiteenlopende leefomgevingen. De mens zal deze spin echter relatief het vaakst tegenkomen in de woning en bijgebouwen, variërend van kelders tot
schuren, berghokken, toiletten, veranda's, vlonders en langs balken van ruimten die niet geplafonneerd zijn, maar ook in vuilnishopen met autobanden, autowrakken en andere rommel.
Schuwe spin
De zwarte weduwe houdt van een donkere en stoffige omgeving, en dat er prooi langskomt (tocht), zoals
vliegen, kevertjes, pissebedden, zilvervisjes,
kakkerlakken en andere
spinnen en insecten, groot of klein. In feite is de zwarte weduwe een schuwe spin en niet agressief, behalve als ze zich in het nauw gedreven voelt. Zoals wanneer iemand per ongeluk een hand in het web steekt. In principe verlaat ze haar web niet.
Het web van de zwarte weduwe
De zwarte weduwe
(Latrodectus mactans) is geen loopspin maar een webspin, zoals de kruisspin. Van jacht kan men eigenlijk niet spreken bij een spin die niet actief op zoek gaat naar prooi, maar feitelijk haar hele leven in haar
web doorbrengt en alleen maar hoeft te wachten tot de prooi binnen komt vliegen of kruipen. Het web van de vrouwtjesspin is een ingenieus, ijzersterk en zeer effectief bouwsel.
Vangdraden
Het web van de zwarte weduwe bestaat uit drie lagen. Steundraden vormen de bovenste laag, vastgehecht aan een tak, steen, balk of muur. De middelste laag vormt een wirwar van plakkerige draden. De onderste laag kenmerkt zich door zeer
elastische vangdraden, vastgemaakt aan de grond of een vloer. Het betreft dus een driedimensionaal en op het eerste oog zeer warrig web met een gat, waarin de spin zich terugtrekt tijdens het wachten op prooi. Zodra een insect een vangdraad raakt, komt deze spindraad los van de bodem. Het spartelende insect wordt ermee omwikkeld en, dankzij de elasticiteit van het spinsel, als aan een katrol omhoog gehesen naar de middelste laag, een
wirwar van spinseldraden. Het lot van de prooi is dan bij voorbaat bezegeld.
Industriele toepassing
Er wordt veel onderzoek gedaan naar het opmerkelijke spinsel van de zwarte weduwe. Het betreft een van de taaiste biologische materialen, zeer elastisch en naar verhouding vijf keer sterker dan staal. In laboratoria proberen onderzoekers deze draden
synthetisch te vervaardigen. Maar dan moet men eerst te weten zien te komen hoe de spinragdraden moleculair (eiwitten) precies zijn opgebouwd. Wanneer in dat opzicht de laatste hindernissen zijn genomen, en de synthetische vervaardiging een aanvang neemt, zullen de toepassingen naar verwachting ongekend zijn, variërend van werkschoenen tot kogelwerende vesten en zelfs hangbrugkabels.
Het gif van de zwarte weduwe (Latrodectus mactans)
Het gif van de zwarte weduwe is in verhouding 15 keer krachtiger dan het gif van een
ratelslang en bestaat uit organische stoffen, waaronder purine (urinezuur). In combinatie met andere stoffen veroorzaakt dit
gifmengsel verlammingsverschijnselen. Wanneer een insect gebeten wordt, en volgespoten met gif, zal het meteen verlamd zijn. Dit geldt ook voor prooien die veel groter zijn dan de spin zelf, zoals
kakkerlakken en torren. Ook spuit ze verteringssappen in de prooi. Dit zijn enzymen (proteïnen) die het inwendige veranderen in een bijna vloeibare massa. Voordat de zwarte weduwe de verteerde brij opzuigt, zal ze de prooi omwikkelen met
spinrag tot een rond pakketje. Het lege omhulsel van het insect blijft over, gewikkeld in talloze spinseldraden. In deze fase zal de spin het omhulsel van het insect losknippen uit het web.
Is de beet gevaarlijk voor de mens?
Het gif van de zwarte weduwe is relatief vele malen sterker dan van een giftige slang. Dit doet vermoeden dat de beet
dodelijk is. Dat is ook zo, maar vooral bij kinderen, ouderen, zieken en mensen die zeer allergisch reageren op het gif (anafylactische
shock). Een beet voelt als een speldenprik, zoals van een
wesp of
daas (paardenvlieg), maar na enkele minuten gaat de plaats van de beet flink pijn doen. Er treden plaatselijke maar in veel gevallen ook systemische verschijnselen op, waaronder ernstige maagkrampen die soms verward worden met de
symptomen van een
appendicitis (blindedarmontsteking). Andere symptomen zijn heftig transpireren, soms verlammingsverschijnselen en aangezichtspijn met kaakkrampen, waardoor praten moeilijk is. Tegengif toedienen is belangrijk. Het slachtoffer knapt dan snel weer op. In het andere geval zal de patiënt er wel een week last van kunnen hebben, waarbij volledig herstel soms weken duurt. Overigens is de mannetjesspin ongevaarlijk voor de mens. De productie van
gif van het veel kleinere mannetje is simpelweg te gering. Bovendien kunnen zijn gifkaken de menselijke
huid niet doorboren.
Voortplanting
De paring van de zwarte weduwe vindt s zomers plaats, in elk geval in het warme jaargetijde. De mannetjesspin gaat dan op zoek naar een vrouwtje, waarbij hij een klein en netvormig spinsel maakt. Daarna wrijft hij er met zijn achterlijf tegenaan en zet een klein beetje zaad af. Het spinseltje neemt hij tussen zijn
palpen mee naar het
web van het vrouwtje, dat zoals altijd ondersteboven in het web hangt. Vanaf dat moment moet het mannetje zeer omzichtig te werk gaan en eerst en vooral aan haar duidelijk maken dat hij geen prooi is. Dit doet hij door bepaalde tikkende
signalen te geven tegen het web, een teken voor het vrouwtje dat een mannetje wil paren. Het zaad op het spinseltje brengt hij met behulp van zijn
palpen bij haar in. Overigens is het mannetje polygaam en zal als hij de kans krijgt meerdere vrouwtjes bevruchten. Na de paring maakt hij dat hij wegkomt. Hij verlaat dus zo snel mogelijk het web.
Hongerige zwarte weduwe
Een hongerig vrouwtje zal meteen na de
paring haar i
nstinct niet kunnen intomen en het mannetje verorberen. De meningen zijn er echter over verdeeld. Een visie is dat als het mannetje inmiddels vaak gepaard heeft hij zodanig verzwakt is dat hij bijna voor dood of hoogstens een beetje spartelend en hulpeloos in haar web zit, waarna het vrouwtje hem oppeuzelt. Dus enige nuancering inzake de akelige benaming van de zwarte weduwe is op zijn plaats. Het vrouwtje spint een speciale
cocon en bevrucht er in het seizoen vijf tot zes legsels mee. De drommen spinnetjes die uit de legsels komen zijn zeer klein, maar wel meteen onafhankelijk van de moeder. Ze kruipen alle kanten op. De meeste
spinnetjes vallen ten prooi aan andere insecten en zullen dus nooit volwassen worden.
Verspreiding
De
zwarte weduwe (
Latrodectus mactans) komt overal ter wereld voor, veelal in de tropen en subtropen. Sinds het begin van dit millennium echter ook sporadisch in Nederland en België. Door de mondialisering van de handel en de
klimaatverandering blijft het waarschijnlijk niet bij 'incidenten' en zal de spin in de gematigde zones vaker hier en daar worden aangetroffen. De vraag is echter of het 'koude' zeeklimaat van Nederland en België voor de zwarte weduwe een geschikt biotoop betreft om zich permanent te vestigen. Een zwarte weduwe die bevrucht wordt, krijgt wel 1000 nakomelingen. Ondanks de bedenkingen inzake de blijvende vestiging van deze spin waarschuwen de Belgische spinnenvereniging ARABEL en reptielenzoo Serpo regelmatig voor een mogelijk snelle
verspreiding van de zwarte weduwe.
Lees verder