De woestijnsprinkhaan – een bijbelse vernietiger van oogsten
Woestijnsprinkhanen hebben een bijbels imago en verwoesten net als in vervlogen tijden complete oogsten. Deze in principe kalme, solitaire insecten veranderen in agressieve, vraatzuchtige wezens zodra ze groepen gaan vormen. In gigantische zwermen trekken ze dan rond en vernietigen nietsontziend de ene oogst na de andere. Woestijnsprinkhanen zijn in staat duizenden kilometers af te leggen in zwermen van miljarden exemplaren. Talrijk zijn de pogingen geweest om de trek van de woestijnsprinkhaan onder controle te krijgen, tot nu toe vrijwel tevergeefs. De woestijnsprinkhaan wordt amper een jaar en voedt zich hoofdzakelijk met planten en gewassen, maar zodra hij deel uitmaakt van een rondtrekkende zwerm wordt hij een alleseter.
Inhoud
Uiterlijk van de woestijnsprinkhaan
De woestijnsprinkhaan (
Schistocerca gregaria) maakt deel uit van de familie van de
veldsprinkhanen (
Acrididae). Het is een sprinkhaan met stevige springpoten, voorzien van gewrichten, stekels en 'voetkussentjes' waarmee het insect zich op krachtige wijze kan afzetten tijdens het lopen. Het volwassen insect is tussen de 60 en 90 mm lang. Met de antennes herkent hij geuren. De gekartelde mandibels aan de kop zijn zo sterk dat hij er moeiteloos planten mee kan vermalen en verorberen, zelfs de taaiste plantenvezels. Van de vliesachtige vleugels zijn de achtervleugels twee keer zo lang als de voorvleugels. Het achterlijf bestaat uit segmenten en is om die reden zeer beweeglijk. De woestijnsprinkhaan heeft zes poten.
Kleur
De woestijnsprinkhaan is van nature zandkleurig (geelbruin tot groen) en heeft dus een uitstekende
schutkleur. Deze kleur heeft de sprinkhaan echter alleen in de perioden dat hij solitair leeft. Zodra woestijnsprinkhanen zich in zwermen formeren, veranderen ze op opmerkelijke wijze van kleur. Van felgeel tot zelfs oranje en zwart.
Leefwijze
In tegenstelling tot wat men zou vermoeden is de woestijnsprinkhaan in wezen een rustig diertje. Het insect leidt een onopvallend bestaan. Wanneer er voldoende voedsel voorhanden is, zijn er geen problemen en blijven deze sprinkhanen zich
solitair gedragen.
Vraatzucht
Dat staat haaks op het feit dat de woestijnsprinkhaan onder bepaalde omstandigheden zo vraatzuchtig kan worden dat hij hongersnoden aanricht onder de lokale bevolking. Geregeld is er sprake van een uitbraak en veroorzaken de sprinkhanen voedseltekorten in
Afrika, zoals in 2004 in Niger en in 2020 in heel Oost-Afrika. Met name regenval in combinatie met gebrek aan voedsel zijn belangrijke factoren die tot gevolg hebben dat woestijnsprinkhanen zwermen vormen.
Minder voedsel
Een niet aaneengesloten begroeiing werkt groepsvorming in de hand. In hun zoektocht naar het schaarse voedsel worden ze onherroepelijk naar elkaar toe gedreven en vormen ze 'kluitjes'. Hoe meer sprinkhanen op een relatief klein oppervlak, hoe vaker ze elkaar zullen aanraken met hun achterpoten (springpoten), hoe intenser hun fysiologie verandert en als gevolg daarvan het gedrag waar de wereld regelmatig door wordt opgeschrikt. Woestijnsprinkhanen scheiden in die omstandigheden
feromonen af, waardoor de aantrekkingskracht nog groter wordt. Dat is tevens de fase waarin ze doorgaans een felgele kleur aannemen.
Regen
Een andere factor van belang is regenval in combinatie met het tevoorschijn komen van de jonge sprinkhanen (hoppers). Ze hebben een groeifase doorgemaakt in de natte
zandgrond en zoeken beschutting en voedsel in de uitdijende vegetatie.
Grote zwermen sprinkhanen
De juiste omstandigheden veroorzaken geregeld enorme zwermen. In de beginfase verzamelen de sprinkhanen zich her en der in de begroeiing. Door het feit dat ze dan dicht op elkaar gepakt zijn, raken ze elkaar onophoudelijk met hun achterpoten. Ook 'ruiken' en zien ze elkaar voortdurend. Inzake het
groepsgedrag is er dan sprake van een vicieuze cirkel. Met andere woorden: hoe meer woestijnsprinkhanen op een beperkt oppervlak, hoe sneller en intenser ze groepsgedrag gaan vertonen.
Omvang
Het spreekt vanzelf dat de insecten dan in korte tijd te kampen krijgen met voedselschaarste. Ze kiezen vervolgens het luchtruim en gaan op zoek naar groenere oorden. Sprinkhanenzwermen vliegen met de wind mee, waarbij ze elke dag tot wel honderd kilometer kunnen afleggen. Grote zwermen kunnen een gebied omvatten van wel 1000 vierkante kilometer met tientallen
miljarden hongerige sprinkhanen.
Leefgebied van de woestijnsprinkhaan
De natuurlijke habitat van de woestijnsprinkhaan betreft een gebied van ruim 15 miljoen vierkante kilometer met een uitbreiding tot soms wel 30 miljoen vierkante kilometer, ofwel ca. 20 procent van het aardoppervlak. Zoals de naam al verklapt, leven ze voornamelijk in (semi-)woestijnachtige streken. In de Noord-Afrikaanse
Sahel zijn ze zeer talrijk, maar ze komen ook zuidelijker veel voor. En in oostelijke streken, waaronder het Arabisch Schiereiland, en zelfs tot in Iran en India. Meer noordelijk zijn ze ook in Zuid-Spanje waargenomen.
Atlantische Oceaan
De enorme Afrikaanse zwermen leggen in de ‘groepsmaanden' duizenden kilometers af, afhankelijk van waar ze voldoende voedsel vinden. Moeiteloos steken ze de Rode Zee over en trekken dan verder oostwaarts. Als de
weersomstandigheden het toelaten is ook de Atlantische Oceaan voor hen geen brug te ver. Dat is een van de redenen waarom biologen vermoeden dat de woestijnsprinkhaan aan de basis heeft gestaan van nieuwe soorten op het Amerikaanse continent. In 1989 zijn woestijnsprinkhanen aangetroffen op de
Caribische Eilanden, ver van hun natuurlijke biotoop. Waarschijnlijk waren het restanten van een overstekende zwem die pakweg zes dagen over die reis gedaan moet hebben.
Voedsel
Een sprinkhaan heeft altijd honger. Hij eet dan ook voortdurend, ook als larve (nimf). Elke dag verorbert de woestijnsprinkhaan ongeveer zijn eigen gewicht aan voedsel (ca. 2-3 gram). Een zwerm van pakweg vijftig miljard exemplaren eet dan dagelijks bijna 100.000 ton aan planten en gewassen, als die hoeveelheid tenminste voorhanden is op hun
rooftochten. Waar woestijnsprinkhanen hebben huisgehouden, laten ze letterlijk een kale vlakte achter en veroorzaken ze miljoenenschade. Noem het kaalslag in de ruimste zin van het woord. Ze eten alles van de planten en gewassen: de bladeren, stengels, bast en zaden.
Oogsten
Sprinkhanenplagen zijn al in de Bijbel vermeld. Door de eeuwen heen zijn talloze oogsten – gierst, mais, sorghum, katoen, citrusgaarden, enzovoorts – door toedoen van de woestijnsprinkhaan deels mislukt of totaal verloren gegaan. Niet alleen de reguliere veldgewassen moeten eraan geloven. Ook fruitbomen, groentetuintjes en
bananenplantages zijn niet veilig voor sprinkhanen. Deze oogstvernietiger lust werkelijk alles, van gras tot vetplanten en alles ertussenin.
Woestijnsprinkhaan (Schistocerca gregaria). Een deel van een zwerm heeft zich genesteld in een struik /
Bron: ChriKo, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)Voortplanting
Woestijnsprinkhanen zetten hun eitjes het liefst af in warme, zanderige grond. Vooral de periode vlak na een regenbui is favoriet, waarbij het vrouwtje met het gesegmenteerde achterlijf de eierpakketjes afzet in de rulle grond en bedekt met een schuimige, uithardende substantie om de eieren te beschermen tegen uitdroging en natuurlijke vijanden. Na het uitbroeden verpoppen ze niet. De ‘hoppers’ gaan meteen eten.
Nimfen
De larven, beter gezegd nimfen, lijken op kleine uitgaven van de volwassen woestijnsprinkhaan. Men noemt dat een onvolledige gedaanteverwisseling. Er is dus geen popstadium en ze vervellen in vijf nimfenstadia. Ze eten alles wat ze tegenkomen, zowel planten als kleine insecten of resten daarvan. In het laatste nimfenstadium krijgen ze vleugels.
Belangrijke kenmerken van de woestijnsprinkhaan (Schistocerca gregaria)
De woestijnsprinkhaan (
Schistocerca gregaria) behoort tot de orde van de
Orthoptera (rechtvleugeligen), de onderorde van de
Caelifera (sprinkhanen), de familie van de
Acrididae (veldsprinkhanen) en het geslacht
Schistocerca.
- Lengte: ca. 60 mm. De vrouwtjes zijn wat groter en kunnen tot 90 mm lang worden;
- Gewicht: 2-3 gram;
- Vleugels: twee paar, vliezig van structuur.
- Kaken: gekartelde mandibels die de taaiste plantenvezels aankunnen;
- Leefwijze: solitair, onder bepaalde omstandigheden in groepsverband (zwermen);
- natuurlijke vijanden: onder andere kevers, mijten, parasitaire vliegen, roofwespen, vogels;
- Voortplanting: ontwikkeling van de eitjes: ca. 10-15 dagen, wat langer bij een koeler klimaat. Eieren worden in pakketjes afgezet, omhuld door een schuimige, uithardende substantie;
- Levensverwachting: minder dan een jaar;
- Voedsel: alle planten en gewassen, van vruchten tot bloemen, stengels, bast en bladeren. In de zwermperiode is de woestijnsprinkhaan een alleseter. Ze eten dan bijvoorbeeld ook kleine insecten die op hun vraatzuchtige pad komen.
Hongersnood
De biotoop van woestijnsprinkhanen kan tot wel 30 miljoen vierkante kilometer omvatten, ongeveer 20 procent van het aardoppervlak. Zodra ze gigantische zwermen vormen van tientallen miljarden exemplaren is het niet vreemd dat in bepaalde jaren de kaalslag van landbouwgronden een groot probleem vormt en de lokale
voedselveiligheid in gevaar brengt.
Sprinkhanenplagen
Door de eeuwen heen zijn er altijd hongersnoden ontstaan als gevolg sprinkhanenplagen, zeker in landen waar toch al niet of nauwelijks sprake is van een voedseloverschot. Een voorbeeld daarvan is de sprinkhanenplaag in 2004 in West-Afrika met een
oogstverlies ter waarde van bijna 3 miljard euro. De schade tijdens de plaag in 2020 is nog aanzienlijker.
Bestrijding
De DLCO-AE, ofwel de Desert Locust Control Organisation for East Africa, is een van de organisaties – naast de inzet van de nationale overheden – die zich bezighouden met het bestrijden van sprinkhanenplagen. Sinds eind vorige eeuw wordt er onder andere een biologisch bestrijdingsmiddel gebruikt, bestaande uit een
schimmel die alleen de
Caelifera (veldspinkhanen) aantast. Het duurt echter enkele weken voordat de effectiviteit zich in de zwermen doet gevoelen. In die periode kunnen er dus al omvangrijke oogsten zijn vernietigd. Ook wordt er volop geëxperimenteerd met de inzet van natuurlijke vijanden, zoals roofwespen, parasitaire vliegen, kevers, mijten, enzovoorts.
Chemische bestrijdingsmiddelen
Chemische bestrijdingsmiddelen verdienen nog steeds de voorkeur vanwege de effectiviteit ervan. Dankzij het directe effect is er immers geen sprake van tijdverlies. Deze insecticiden worden toegediend op het insect met behulp van voertuigen of vanuit de lucht. Er worden greppels gegraven, gevuld met
gif. Greppels die dwars op de looprichting van de insecten staan.
NASA
Ook de
NASA komt te hulp, waarbij vanuit de ruimte verspreidingsgebieden worden gelokaliseerd. De Desert Locust Information Service van de FAO biedt landen hulp met informatievoorziening, training en financiering. De combinatie van trage biologische, chemische en andere bestrijdingsmethoden maakt dat sprinkhanenplagen in de toekomst wellicht minder talrijk zijn.
Lees verder