Insecten: veldsprinkhaan (Acrididae)
De veldsprinkhaan behoort tot de insecten en staat erom bekend zich in de warme zomermaanden te laten horen door te tsjirpen. Het zijn de mannetjes die je hoort en zij lokken de vrouwtjes naar zich toe met hun zang. Sprinkhanen zijn meestal overdag actief, maar op een warme zomernacht zijn ze soms ook te horen. Ze worden meestal tussen de 1,5 tot 3 centimeter groot en worden gemiddeld tussen de drie en zes maanden oud. Ze beschikken over veel natuurlijke vijanden en zijn in staat zich goed te verstoppen met hun schutkleur.
Algemeen
De veldsprinkhaan behoort in het dierenrijk tot de insecten en de wetenschappelijke naam is Acrididae. Insecten zijn geleedpotige ongewervelden. Het lichaam bestaat uit drie delen: de kop, de borst en achterlijf. Bijna alle insecten beschikken over vleugels. Alle insecten hebben zes poten en op de kop zitten twee voelsprieten. Hierin zitten vaak de smaakzintuigen, reukorganen en gehoor. Er zijn ook insecten die de smaakzintuigen op de pootjes hebben zitten. De zintuigen zijn voor een deel hoog ontwikkeld. Insecten hebben facetogen die bestaan uit duizenden lichtreceptoren. Daarmee kunnen ze tegelijk meerdere richtingen op kijken. Het lichaam heeft een uitwendig skelet en bestaat uit een hoornachtig pantser van chitine. Dit beschermt het insect ook tegen uitdroging. Om te groeien moet een insect vervellen. Er zijn meer dan een miljoen verschillende insectensoorten en er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt.
De veldsprinkhaan
Een opvallend kenmerk zijn de korte voelsprieten, een gepantserd lijf en het zadelvormige borststuk. Zijn achterpoten zijn in verhouding erg groot om ver mee te kunnen springen. Zijn achtervleugels liggen gevouwen onder de kleinere harde voorvleugels. Vrouwtjes zijn vaak groter dan de mannetjes. Mannetjes kunnen tsjirpen omdat zij beschikken over pennetjes aan de binnenkant van de achterpoten die ze tegen de voorvleugels aanwrijven. De sprinkhaan weegt gemiddeld 2 gram en de grootte ligt gemiddeld tussen de 1,5 en 3 centimeter. Sommige sprinkhanen kunnen wel een grootte tot 8 centimeter halen. De gemiddelde leeftijd van een veldsprinkhaan is drie tot zes maanden.
Voortplanting
Mannetjes lokken met hun zang de vrouwtjes naar zich toe. Tijdens de paring zit het mannetje bovenop het vrouwtje. De paring duurt een uur, maar het mannetje blijft soms wel tot meer dan een dag op het vrouwtje zitten om andere mannetjes te weren. In de nazomer maakt het vrouwtje een gaatje in de grond en legt er tien tot honderd eitjes met een kleverige uitscheiding die uiteindelijk hard wordt, ter bescherming. Veldsprinkhanen hebben geen zichtbare legbuis zoals sommige andere soorten sprinkhanen wel hebben. Na tien tot twintig dagen komen eitjes uit en anders pas in het voorjaar. Via verschillende stadia van larve en verpoppingen, ontwikkelt de sprinkhaan zich tot een volwassen dier.
Leefgebied
Sprinkhanen komen wereldwijd voor, ook in Nederland en België. Zij kunnen wel een paar honderd kilometer op een dag afleggen en vliegen tot een hoogte van wel twee kilometer. Ze leven alleen, kunnen zich snel voortplanten en zich dan in grote zwermen verspreiden en alles kaalvreten. In dat geval is er sprake van een sprinkhanenplaag. Vooral in Afrika en zuidwest Azië kan dat leiden tot grote problemen, vanwege de verwoesting van de landbouwgewassen.
Voedsel
Veldsprinkhanen eten voornamelijk allerlei grassen, kruiden, bladeren en zaad. Als hun soortgenoten verzwakt of dood zijn, dienen ze ook als voedsel. Ze zijn niet echt kieskeurig als het op eten aankomt. Omdat ze soms in grote hoeveelheden voorkomen, bepalen ze wel de vegetatie van een gebied. Veldsprinkhanen hebben veel natuurlijke vijanden, zoals de sluipwesp, bepaalde vliegensoorten, vogels, zoogdieren en reptielen. Als ze per ongeluk te water raken, zijn ze ook een lekker hapje voor bepaalde vissoorten. Ook kunnen ze een slachtoffer worden van een andere sprinkhaan. Zelf zijn ze een belangrijke voedselbron van andere dieren. In sommige landen dienen ze ook als voedsel voor de mens.
Het zingen
Omdat ze zo veel vijanden hebben, loopt het mannetje enig risico als hij zingt. Door zijn geluid zal het vrouwtje minder risico lopen als ze een mannetje zoekt. Ze zingen vaak ’s avonds en ’s nachts omdat veel vogels dan niet actief zijn. Door het zingen af te wisselen met een periode van stilte, kunnen andere dieren moeilijk beoordelen waar het geluid vandaan komt. Tijdens de stilte loopt het mannetje vaak naar een ander plekje. Daarnaast zoeken ze een verscholen plekje, zodat ze moeilijk te vinden zijn.
Verdediging
De beste verdediging die de sprinkhaan kan bieden is de onopvallende schutkleur. Door zijn enorm ontwikkelde achterpoten is hij in staat snel enorm ver te springen. Tijdens het springen kunnen ze ook een stukje vliegen, waardoor ze na de landing moeilijk te vinden zijn. Een veldsprinkhaan kan wel tot 75 centimeter springen. Een ander verdedigingsmechanisme is het legen van de maag wat de sprinkhaan kan doen als hij wordt vastgepakt. Als hij bij een poot wordt beetgepakt, kan hij deze poot loslaten. Tijdens een nymfe-stadium kan de poot nog aangroeien, maar bij volwassen sprinkhanen kan dat niet.