Insecten: de huisvlieg (Musca domestica)
Overal waar mensen wonen, komt de huisvlieg voor. Onze leefomgeving is ideaal voor deze vliegensoort. Dit insect, dat ook wel kamervlieg wordt genoemd, wordt niet door iedereen gewaardeerd en ze worden vaak gezien als verspreider van ziekten. Vooral tijdens warme dagen komen huisvliegen veel voor en dan kunnen ze zich razendsnel vermenigvuldigen. Vliegen kunnen alleen vloeibaar voedsel eten en de huisvlieg behoort tot de tweevleugelige insecten. Voor veel dieren dienen ze als voedsel.
Algemeen
De huisvlieg, ook wel “
Musca domestica” of "
kamervlieg" genoemd, behoort tot het dierenrijk. Vervolgens wordt het ingedeeld tot de klasse van de insecten, stam van de geleedpotigen, orde van de tweevleugelingen en de familie van de echte vliegen. Omdat deze vlieg overal op aarde voorkomt waar mensen leven, is het een van de bekendste insectensoorten. Waar veel afval, onhygiënische omstandigheden of vee is, komen meer vliegen voor. De huisvlieg kan ziekten verspreiden zoals cholera, salmonella, tyfus of dysenterie. De vlieg draagt ziekteverwekkende organismen met zich mee op de haren van zijn pootjes en besmet zo het voedsel waarvan hij eet. Besmetting kan snel gaan omdat de vlieg overal op zit.
Uiterlijke kenmerken
Opvallend aan de huisvlieg zijn de twee grote roodbruine facetogen die ieder zijn opgebouwd uit zo’n 2000 deeltjes. Hierdoor kan de vlieg alle kanten tegelijk op kijken. Hij is ongeveer 6 tot 8 millimeter groot waarbij de mannetjes iets kleiner zijn dan de vrouwtjes. Zoals geldt voor alle insecten is het lichaam ingedeeld in een kop, borststuk en achterlijf. Aan het borststuk zitten zes poten en vleugels. De tweevleugeligen hebben twee paar vleugels om mee te kunnen vliegen en twee paar vleugels die niet meer zijn dan een paar stompjes, ook wel halters genoemd. Hierdoor kunnen ze goed hun evenwicht bewaren en zijn het goede vliegers. Het lichaam is overwegend zwart van kleur, waarbij de onderkant van het achterlijf een geel tot bruinachtige kleur heeft. Het hele lichaam is bedekt met haartjes en dienen als zintuig. De vlieg kan hierdoor de kleinste verandering zoals een luchtwerveling waarnemen.
Voedsel
Een vlieg kan alleen maar vloeibaar voedsel eten. Het is een alleseter dat leeft van zowel plantaardig als dierlijk voedsel, ook al verkeert het in staat van ontbinding. Vast voedsel zal hij eerst met zijn speciale speeksel vloeibaar maken, zodat hij het kan opzuigen. De vlieg beschikt aan de onderkant van zijn kop over speciale monddelen, dat eruit ziet als een slurfje. In rust zal hij zijn monddeel hebben ingetrokken, maar als hij gaat eten dan klapt hij dit uit en wordt het zichtbaar. De vlieg heeft niet alleen smaakzintuigen op zijn monddelen, maar ook op zijn poten. Een vlieg kan zich voeden met bijvoorbeeld een suikerkorrel op tafel of met etensresten op de afwas die op het aanrecht staat. Daarom kan een vlieg goed overleven in huis, er is altijd wel wat eten te vinden.
Proefdier
De huisvlieg is op grote schaal gebruikt als proefdier. Dat is de reden waarom zijn uiterlijke kenmerken, levenswijze en ontwikkeling uitvoerig zijn beschreven. Er zijn laboratoriumproeven op vliegen gedaan met onder andere betrekking tot genetica. Omdat zo veel bekend is over de ontwikkelingsstadia van de vlieg, kan een bepaald stadium van de ontwikkeling als bewijsmateriaal dienen bij forensisch onderzoek. Ook is uit onderzoek gebleken dat de huisvlieg een actief poetsgedrag vertoont.
Voortplanting
Vliegen kunnen in de lucht paren, maar ook op de meubels in de woonkamer. De paring duurt meestal maar enkele seconden waarbij de eitjes worden bevrucht. Vervolgens legt het vrouwtje ongeveer 150 eitjes die samen een kluitje van slechts een millimeter lang vormen. Ze legt de eitjes het liefst in een rottende substantie, een dood dier of paardenmest. In 12 uur tijd ontwikkelen de eitjes zich tot larven die maden worden genoemd. Deze ontwikkelen zich in 5 tot 6 dagen tot vliegen. Bij warm weer zijn de vliegen in 4 tot 5 dagen volwassen, bij koud weer kan dit wel 4 weken duren. Een vrouwtje leeft ongeveer 10 weken en er zijn ongeveer 12 generaties in een jaar. Omdat meerdere vrouwtjes eitjes leggen op dezelfde plek, kunnen er een groot aantal maden ontstaan.
Van made tot volwassen vlieg
De made heeft een crèmewitte kleur en het lichaam is gesegmenteerd. Hij heeft de vorm van een torpedo waar aan de voorkant een zwarte punt zit. Dit is het monddeel. De made heeft geen functionele poten en ze kunnen zich kruipend voortbewegen. Een netgeboren made is kleiner dan een millimeter en hij groeit uit tot een made van ongeveer anderhalve centimeter lang. Na de laatste keer vervellen verpopt de made zich tot een inactief stadium, ook wel het popstadium genoemd. In de pop wordt de larve omgebrouwd tot een volwassen vlieg (imago) waarna hij de cocon verlaat. Onder de meest ideale omstandigheden is de huisvlieg één van de kortst levende insecten. In dat geval kan de vlieg binnen twee weken volwassen zijn en leeft hij nog 16 tot 24 dagen. Een eendagsvlieg bijvoorbeeld, leeft maar kort als volwassen vlieg, maar leeft minstens een jaar als larve.
Vijanden
Vliegen hebben heel veel vijanden. Zo zijn ze geliefd als voedsel voor vogels, reptielen, amfibieën, spinnen en andere insecten zoals roofvliegen. Een vlieg kan veel jongen produceren, maar velen zullen niet volwassen worden. Ook zijn ze niet geliefd door de mens en velen worden platgeslagen met een vliegenmepper. Parasieten zoals mijten en de schimmel
Empusa muscae zijn schadelijk voor de vlieg. In de loop van de zomer raken bijna alle huisvliegen door deze schimmel aangetast.
Verspreiden van ziekten
De huisvlieg zelf kan niet steken omdat hij geen angel heeft en hij is niet giftig. In principe is de huisvlieg niet gevaarlijk voor een mens. Maar de huisvlieg kan schade toebrengen aan de mens doordat hij ziekteverwekkers met zich mee kan dragen zoals virussen, schimmels en bacteriën. Wanneer de besmette vlieg op het eten gaat zitten, kan het tot voedselbederf leiden. Ook de uitwerpselen van de vlieg die overal terecht kunnen komen, kunnen ziekteverwekkers bevatten. In Westerse landen leiden vliegen niet gauw tot ziekten in verband met de goede hygiëne, maar in de derdewereldlanden spelen ze een rol bij het ontstaan van ziekten.
Lees verder