Grote Vos – zeldzame dagvlinder in Nederland

Zeldzame aurelia

Dagvlinder grote vos
De grote vos (Nymphalis polychloros) behoort tot de familie familie van de aurelia’s (Nymphalidae), net als de kleine vos en de duinparelmoervlinder. De grote vos lijkt op de kleine vos, heeft grotendeels dezelfde kleuren, maar een andere maat en een andere tekening. Het is een dagvlinder.Kenmerken
De grote vos heeft een voorvleugellengte van 27-32 mm. En is daarmee aanmerkelijk groter dan de kleine vos. De bovenkant van de voorvleugel heeft een oranjebruine kleur en langs de achterrand van de voorvleugel ontbreken de blauwe maanvlekken, die we bij de kleine vos wel zien. De voorvleugels hebben langs de rand een rij grote zwarte vlekken en midden op de voorvleugel bevinden zich vier zwarte vlekken. Bij de kleine vos zijn dat er slechts drie. Wie nog nooit een grote vos heeft gezien, kan een groot uitgevallen kleine vos gemakkelijk aanzien voor een grote vos. Belangrijk is dan om de zwarte vlekken op de voorvleugel te tellen: drie voor een kleine vos en vier voor een grote vos.Levenscyclus
De vlinder van de grote vos overwintert in een holle boom, een schuurtje, zolder, bunker of in een grot. Van eind april tot half juli zien we de rupsen kruipen. De jonge rupsen zitten in nesten bij elkaar geklit en de volwassen rupsen gaan alleen op pad. De verpopping gebeurt op een voedselplant. Voor de grote vos is dat de iep, de zoete kers en sommige wilgensoorten. Per jaar vliegt één generatie uit.
Verspreiding
De mooie grote vlinder komt vooral voor in Centraal- en Zuid-Europa, Noord-Afrika en Centraal-Azië. De grote vos is in Nederland een zeldzame standvlinder, waar het niet zo goed mee gaat. De soort wordt zelfs met acuut uitsterven bedreigd. Hij staat niet voor niets op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Er worden in Nederland de laatste jaren slechts enkele exemplaren per jaar waargenomen. Het vermoeden is dat dit zwervers zijn die uit het buitenland komen. Het kunnen ook vlinders zijn van tijdelijke populaties.Waarnemingen
Eind twintigste eeuw was de soort nagenoeg uit Nederland verdwenen. In het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw wordt hij toch met enige regelmaat waargenomen. In 2011 werden exemplaren gezien in Flevoland. In dat jaar werd de vlinder op meer plaatsen in Nederland gesignaleerd. In maart 2014 worden er op diverse plekken in Nederland meldingen gedaan vanuit Nijmegen, Enschede, Vlissingen en vanaf Ameland.