Kleuren in het dierenrijk: kleuren in kuddes en groepsdieren
Kleuren helpen dieren communiceren. Vooral bij dieren die in groepen of kuddes leven is dit belangrijk. Ze geven aan dat soortgenoten moeten volgen als er bijvoorbeeld gevaar dreigt. Ze geven de sociale posities in een groep aan en laten een kudde zicht als één massa voortbewegen. Op deze manier is het moeilijker voor een roofdier om een prooi te selecteren. Opvallend vaak zijn in het dierenrijk drie kleuren in horizontale banden op een dier te zien, ook om roofdieren in verwarring te brengen.Kleuren zijn een belangrijke vorm van non-verbale communicatie. Niet alleen bij mensen, maar ook bij dieren zijn kleuren belangrijk om te communiceren. Dieren die in groepen leven zijn constant in communicatie met elkaar. Dit gebeurt door geluiden, geuren en bewegingen, maar zeker ook door kleuren.

Volg mij!
Een belangrijk signaal tussen dieren die in groepen leven zijn de ‘volg mij’-signalen. Dit zijn duidelijke kleuren die een dier laat zien wanneer er bijvoorbeeld gevaar dreigt. De boodschap is duidelijk. ‘Volg mij’. Vaak zijn deze volgsignalen wit of zwart en bevinden ze zich op de oren en/of op de staart. Op deze plekken worden ze duidelijk op het moment dat het dier geschrokken is en wil gaan rennen. De oren en staart gaan dan immers omhoog. Dit is per direct het teken voor soortgenoten om mee te gaan rennen. Door elkaar te waarschuwen hebben alle dieren in de kudde een grotere kans op overleven.Heel veel verschillende dieren hebben deze signalen. Reeën bijvoorbeeld, hebben een witte staart. Impala’s hebben een opvallende staart en zwarte randen langs de oren. Zelfs geiten en paarden hebben vaak een afwijkende kleur op hun oren, om zo meer op te vallen voor anderen uit de kudde. Ook groepsdieren die niet in grote kuddes leven gebruiken ‘volg mij’-signalen. Roofdieren gebruiken ze om gezamenlijk te kunnen jagen. Wilde honden hebben bijvoorbeeld vaak zwarte oren en een wit uiteinde van de staart, maar ook katten die in groepen jagen gebruiken deze signalen.
Als één massa
Wanneer dieren in grote kuddes leven, heeft het een voordeel om allemaal dezelfde kleur te hebben. Op deze manier is het voor een roofdier moeilijker om één doelwit te zien en aan te vallen. Alle prooien lijken immers op elkaar, een roofdier heeft het moeilijk om een slachtoffer te kiezen. Dit kost hem kostbare seconden, waarin de kudde al op afstand is.Geen schutkleuren
Dieren die in kuddes leven hebben geen schutkleuren nodig. Een grote groep kan zich immers moeilijk verbergen. Groepsdieren die zich gedurende delen van het jaar opsplitsen hebben doorgaans wel schutkleuren. Kuddedieren vertrouwen niet meer op zich verstoppen, ze vertrouwen op de oren en ogen van de kudde, op hun eigen zintuigen en op hun snelheid.Sociale structuur aangeven

Drie kleuren
Veel dieren die in grote groepen leven hebben drie verschillende kleuren, die dicht bij elkaar liggen in het kleurenspectrum. De kleuren liggen in brede horizontale banden over het lichaam. Dit is te zien bij scholen vissen, bijvoorbeeld sardientjes, maar ook bij dieren op het land, zoals impala’s en rendieren. Deze combinatie van kleuren is hoogstwaarschijnlijk bedoeld om roofdieren af te leiden. Wanneer de dieren massaal bewegen ontstaat er een waas van verschillende kleuren die om de aandacht vragen. De kleuren zijn doorgaans donker boven en licht (of zelfs wit) onder. Dit zorgt ervoor dat het kleurverschil ook te zien is voor dieren die kleurenblind zijn. Het verschil tussen licht en donker blijft immers bestaan.
Dieren die in groepen leven gebruiken kleuren voor onderlinge communicatie en op roofdieren in verwarring te brengen. Ze waarschuwen elkaar, door hun kleuren te laten zien, voor gevaar, laten hun sociale positie blijken en vergroten de overlevingskans van ieder dier in de groep doordat roofdieren geen individuele dieren kunnen waarnemen in een grote waas.