De prachtige Thomsongazelle
De Thomsongazelle is een van de bekendste gazelles en leeft in de grasvlakten en savannes van Afrika. Maar wat eten ze? Hoe leven ze? Worden ze bedreigd? Leven ze in kuddes? Hoe zien ze er uit? Hoe groot en zwaar worden ze?
Leefgebied
De Thomsongazelle is een prachtige gazelle. Het dier leeft in de grasvlakten en savannes van Afrika. In de droogteperiode trekken ze in grote kuddes naar de struiksavannes. Hier leven ze van de bladeren van struiken en soms ook kruiden.
Wat eten ze?
Ze eten voornamelijk gras, maar als hier niet genoeg van is te vinden eten ze ook kruiden, zaden en bladeren van struiken. Dit betekent dus dat het een herbivoor is. Ze hebben weinig voedsel nodig. Hierdoor kunnen ze op de verlaten vlaktes leven waar eerst grotere herbivoren hebben geleefd. Er moet echter nog wel gras groeien.
Hoe ziet het dier eruit?
Het dier valt onder de middelgrote gazelles en wordt 90 tot 120 centimeter lang en weegt 15 tot 30 kilo. Het mannetje wordt groter dan het vrouwtje. Het mannetje heeft lange horens die licht naar achteren buigen. De vacht is op de rug is een menging van bruin/geel. Dit verandert per dier. Op de zij hebben ze een brede zwarte streep. De onderkant is wit en de staart is geheel zwart.
Ze leven in kuddes
De gazelle is een kuddedier, ze leven in grote groepen. Deze kudde blijft niet lang hetzelfde. De kudde valt regelmatig uit elkaar en leven dan apart verder. Als twee kuddes elkaar tegenkomen vormen ze soms weer één grote nieuwe kudde. Mannetjes markeren hun territorium met urine, uitwerpselen en door de oogklier langs struiken te schuren. Daarnaast proberen ze langstrekkende groepen vrouwtjes in hun territorium te houden. De kudde kan uit wel meer als duizend dieren bestaan. De kuddes worden vaak het grootst in het droogteseizoen. Dit omdat ze dan naar de struiksavanne trekken en de kuddes samenvoegen.
Voortplanting
De Thomsongazelle heeft een draagtijd van 6 maanden en kan twee keer in één jaar jongen krijgen. De geboortepiek is vlak na het regenseizoen als het gras hoog en groen is. Na de geboorte verstopt het wijfje de jongen in het lange gras hier blijven ze een paar weken. Door de goede schutkleur zijn ze erg moeilijk te zien ook kunnen de jongen erg lang stil liggen. Het wijfje zoekt de jongen een aantal keer per dag op dit omdat ze zelf wel gewoon blijft grazen.
Natuurlijke vijanden
Ondanks de goede schutkleur van de dieren vallen ze vaak ten prooi van roofdieren zoals leeuwen, panters, luipaarden, en hyena’s. Maar doordat ze zich snel voortplanten wordt de diersoort niet bedreigd. Ook zijn de dieren erg snel en kunnen een snelheid van 80 kilometer per uur behalen. Ze communiceren voornamelijk met hun lichaamshouding. Ze proberen vijanden af te schrikken door te springen. Zo tonen ze ook hun uithoudingsvermogen.