Kleuren in het dierenrijk: kleurenpracht onder water
Iedereen die wel eens boven een tropisch rif is gaan snorkelen of duiken heeft de enorme diversiteit gezien. Tal van gekleurde vissen zwemmen aan alle kanten. Maar hoe komt het dat vissen juist déze kleuren hebben? Willen ze zich verstoppen of juist zichtbaar maken? En waarom zijn zoveel grote roofdieren in de zee licht van onder maar donker van boven? Hengelvissen maken hun eigen licht terwijl inktvissen van kleur kunnen veranderen. De Middellandse Zee heeft meer kleuren dan men zou verwachten.
Nergens op aarde zijn zoveel felle kleuren bij elkaar als in tropische koraalriffen. Vissen zijn er in alle kleuren van de regenboog, net als koralen. Daarachter het diepblauw van de oceaan. Hoe komt het dat de dieren hier zoveel kleuren hebben? Wat is de reden van deze kleurenpracht?
Kleuren verdwijnen
Kleuren zijn maar tot een bepaalde diepte zichtbaar. Naarmate men dieper onder water gaat verdwijnen er meer kleuren. Rood als eerste, dan oranje, geel, groen en tenslotte blauw. Dit heeft te maken met de breking van het licht in water. Door het verdwijnen van kleuren heeft het voor dieren op grote diepte dan ook geen zin om felle kleuren te hebben. Minder diep zijn de kleuren wel zichtbaar. Op een diepte tot 20 meter zijn dus de meeste kleuren te vinden. Sommige vissen zwemmen wel naar diepere waterlagen, maar de kleuren zijn niet zichtbaar. Dieren die altijd of bijna altijd in diep water zwemmen zijn veel minder kleurrijk, de kleuren zouden immers weinig zichtbaar zijn.
Welke waterdieren kunnen kleuren zien?
Veel kleine vissoorten hebben een zichtsysteem vergelijkbaar met menselijk zicht. Het oog is vrijwel hetzelfde gebouwd als bij mensen, deze vissoorten kunnen dan ook dezelfde kleuren zien. Dit zijn dan ook de soorten die vaak het meest opvallende kleuren hebben. Grote roofdieren kunnen goed diepte inschatten maar kunnen doorgaans geen kleuren zien. Dit is niet alleen bij vissen het geval, maar ook bij zeezoogdieren en zelfs bij zoogdieren op het land. Ongeveer de helft van alle vissoorten kan ultraviolet licht zien, licht wat mensen niet kunnen waarnemen. Ultraviolet licht dringt door tot dieper onder water dan andere kleuren licht. Het is dus logisch dat het voor vissen handig is om dit te kunnen zien.
Maar waarom zoveel kleuren?
Goed. Veel vissen kunnen kleuren zien. Maar waarom zijn ze er in zoveel kleuren? De redenen waarom vissen kleuren hebben zijn hetzelfde als waarom dieren op het land kleuren hebben, namelijk camouflage, waarschuwen en pronken.
Pronken
De meeste felle kleuren, op het land en in het water, hebben als doel pronken. Dieren lokken met hun felle kleuren een partner. Individuen met fellere kleuren zijn geliefder bij het andere geslacht. Ze zullen zich dus vaker voortplanten. Daarbij kunnen felle kleuren helpen om concurrenten weg te jagen.
Camouflage
De tweede belangrijke reden om een kleur te hebben, is om jezelf te verstoppen. Doorgaans zijn felle kleuren hiervoor niet geschikt, maar in een koraalrif is dat anders. Wanneer alles om de vis heen fel gekleurd is, dan heeft het voor de vis voordelen om dezelfde kleuren te hebben. Met felle kleuren kun je je dus ook camoufleren.
Waarschuwen
Sommige vissen zijn giftig. Giftig zijn heeft alleen voordelen als je het kunt laten zien. Wanneer een giftige vis eenmaal opgegeten is, heeft hij geen baat meer bij het feit dat zijn aanvaller ziek wordt of zelfs dood gaat. Met felle kleuren laten vissen weten dat ze niet eetbaar zijn.
We weten het niet
Dit zijn allemaal hele plausibele verklaringen, maar ze verklaren nog niet alle kleurenpracht. Vaak hebben de mannetjes en de vrouwtjes van een soort dezelfde felle kleuren, die gebruiken ze dan waarschijnlijk niet om een partner te trekken. Weinig vissen zijn giftig, ze doen ook geen vissen na die wel giftig zijn want ze hebben unieke kleuren. Lang niet alle felgekleurde vissen vallen niet op. Verreweg de meeste zijn juist uitzonderlijk goed zichtbaar. Waarschijnlijk heeft de kleurvariëteit meerdere oorzaken, maar helemaal zeker weten we het niet.
Licht van onder, donker van boven
Bij zeedieren die in diepe wateren leven is vaak te zien dat ze van onder licht gekleurd zijn en van boven juist donker. Dit is onder andere het geval bij haaien, orka’s en dolfijnen. Wanneer een vis onder het dier zwemt ziet hij de lichte buik afsteken tegen de lucht, welke ook licht gekleurd is. Het dier dat boven hem zwemt valt dus niet op. Zwemt een vis boven bijvoorbeeld een haai, dan ziet hij onder zich de donkere diepte van de oceaan met daarin een donkere vlek. Dit valt weinig op.
Verschil zoetwater en zoutwater
Zoutwatervissen zijn vaak kleurrijker dan zoetwatervissen. Natuurlijk, er zijn uitzonderingen, maar over het algemeen zijn er meer kleuren te zien in zoutwatergebieden dan in zoetwatergebieden. Hier zijn verschillende verklaringen voor. Een van de eerste verklaringen die er was, was dat zoutwatergebieden groter zijn dan zoetwatergebieden. Hierdoor is er meer ruimte voor verschillende soorten, met verschillende kleuren. Een andere theorie redeneert de andere kant op. Er is zoveel diversiteit, waardoor vissen verschillende kleuren moeten krijgen om hun eigen soort te herkennen.
Een derde theorie heeft betrekking op de bouw van vissen. Zoetwatervissen krijgen hun kleuring door leucoforen terwijl koraalvissen zogenaamde iridoforen hebben. De kleuring van zoetwatervissen is hierdoor bleker dan die van koraalvissen.
Bijzonder geval: de hengelvis
Diep onderwater is helemaal geen licht meer. Of vissen elkaar tegenkomen is puur een kwestie van kans. De hengelvis gaat hier niet in mee. Hij creëert zijn eigen licht, op een ‘hengel’ op zijn hoofd. Andere dieren komen op het licht van de hengelvis af, waarna de hengelvis zijn prooi makkelijk kan opeten.
Diepzeehengelvissen zorgen voor hun eigen licht /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
Bijzonder geval: de inktvis
Veel inktvissen kunnen van kleur veranderen. Wanneer ze zich willen verstoppen veranderen ze hun kleur naar de kleur van hun omgeving. Als ze een roofdier willen laten schrikken, dan kunnen sommige soorten in verschillende kleuren ‘flitsen’. Roofdieren schrikken hiervan en vluchten weg.
Middellandse Zee
De meeste mooi gekleurde soorten komen in tropische wateren voor. Hier is beter zicht en is een grotere biodiversiteit aanwezig. In de Middellandse Zee zijn meer soorten aanwezig dan te verwachten aan de temperatuur. Dit komt omdat de Middellandse Zee lange tijd verbonden is geweest met de Rode Zee en de zeeën op dit moment nog steeds (kunstmatig) verbonden zijn. Hierdoor zijn kleurrijkere soorten uit Rode Zee (die warmer is en een grotere diversiteit kent) in de Middellandse Zee terecht gekomen. Sommige soorten hebben zich aangepast maar hun kleuren behouden.
Vissen en andere dieren in het water hebben verschillende redenen om gekleurd te zijn, maar nog niet alle redenen zijn bekend. Ze pronken, verstoppen zich en geven waarschuwingssignalen. Wellicht hebben ze hun kleuren ook nodig om hun eigen soort te herkennen. Kleuren zijn in het water niet altijd goed te zien. Diep onder water dringt het licht niet binnen, daarbij zien niet alle waterdieren in kleur. Veel roofdieren zijn licht van onder maar donker van boven, zodat ze van beide kanten gecamoufleerd zijn. Inktvissen en hengelvissen hebben speciale trucks met kleur en licht. In de Middellandse Zee zijn veel kleuren te zien, door de verbinding met de Rode Zee.
Lees verder