Kleuren in het dierenrijk: hoe komen dieren aan hun kleur?

Pigment
Kleuren door middel van pigment komen het meeste voor in het dierenrijk. Deze kleuren zijn gebruikelijk, ze zijn te herkennen aan een kleur die vanuit iedere invalshoek gelijk is. Kleuren door pigment geven geen licht. Er zijn tal van pigmenten die voor verschillende kleuren zorgen. Hieronder een aantal pigmenten en bij welke dieren ze te vinden zijn.Carotenoïde
Deze groep bevat meer dan 600 verschillende moleculen. Ze zorgen voor een gele tot roodachtige kleur. Carotenoïden zijn te vinden in het dekschild van kevers, in veren van sommige vogels en in het eigeel. Deze pigmenten kunnen doorgaans niet door dieren worden gemaakt, dus ze zijn niet veel te zien. Wanneer ze via het dieet een dier binnenkomen, dan kan het dier er echter wel gebruik van maken. Dieren komen aan carotenoïden door bijvoorbeeld het eten van planten.
Tetrapyrrool
Tetrapyrrolen zijn een andere grote groep kleurstoffen. Ze vormen onder andere chlorofyl (bladgroen) in planten, maar ook hemoglobine, een belangrijk onderdeel van rode bloedcellen en myoglobine, uit de spieren. Tetrapyrrolen zijn een belangrijk pigment, maar zijn nauwelijks aan de buitenkant van een dier te zien. Uitzonderingen zijn vissen, sommige vissen gebruiken deze pigmenten om hun schubben kleur te geven.
Melanine
Melanine komt ook bij mensen voor. Meer melanine geeft een donkerdere huidskleur en beschermt beter tegen mutaties en kanker. Melaninen zijn donker en bij veel dieren te vinden. De zwarte veren van sommige vogels, bijvoorbeeld, maar ook de ‘inkt’ die een inktvis spuit.
Chromatofoor
Chromatoforen cellen die pigment bevatten, maar ook licht reflecteren. Ze zien er in basis hetzelfde uit als gewoon pigment, maar reageren op licht. Indien een dier lange tijd in een lichte omgeving heeft gezeten, ziet het er dus anders uit dan wanneer het een poos in het donker heeft gezeten. Chromatoforen komen voornamelijk voor bij amfibieën, vissen, reptielen, kreeftachtige en inktvissen. Één type chromatofoor, de melanocyt, komt ook voor bij vogels en zoogdieren. Er zijn 5 klassen chromatoforen:- Xantoforen: leveren een gele kleur
- Erythroforen: geven een rode kleur
- Iridoforen: reflecterend of iriserend (breekt het licht in ‘alle kleuren van de regenboog’)
- Leucoforen: een witte kleur
- Melanoforen: een zwarte tot bruine kleur
Structuurkleuren
Structuurkleuren komen bij veel dieren voor. Het zijn kleuren die niet gemaakt worden vanuit een kleurstof, maar vanuit de huid, haren of veren zelf. Structuurkleuren worden gemaakt door licht op moleculair niveau te breken op een dusdanige wijze dat er gekleurd licht wordt uitgestraald. Deze kleuren kunnen worden gecombineerd met pigment, waardoor er meer kleuren gemaakt kunnen worden. Het is vergelijkbaar met het mengen van verf.Structuurkleuren kunnen ook worden aangepast. Kameleons kunnen van kleur veranderen doordat ze structuurkleuren hebben. De breking van licht wordt op moleculair niveau aangepast. Dit gaat sneller dan nieuwe pigmenten in de huid pompen, dus alleen door gebruik te maken van structuurkleuren kan de kameleon van kleur verschieten.