De olifant: ware kuddedieren
De olifant is het grootste landzoogdier dat er op aarde rondloopt. De olifant kun je indelen in 2 soorten. De Afrikaanse olifant en de Indische olifant. Beide zijn aangepast aan het droge, warme klimaat. De Afrikaanse olifant heeft ook nog 2 varianten, de bosolifant en de savanne-olifant.
Algemeen
De olifant is uniek in zijn soort omdat hij over een lange slurf bezit. Met deze slurf pakt hij allerlei dingen zoals takken van bomen, of voedsel. Aan het eind van de slurf zitten neusgaten, hierdoor vind hij zijn eten. Ook wordt de slurf gebruikt om zichzelf te wassen. Een olifant kan met zijn slurf ook een trompetterend geluid voortbrengen. In een gevecht gebruikt de olifant zijn slurf ook om zich te verdedigen. De slurf is namelijk erg sterk. De slurf van een volwassen olifant weegt maar liefst 150 kg, en bevat meer dan 145.000 spieren.
Er was ooit een landzoogdier groter dan de olifant, deze is reeds uitgestorven. Indricotherium, ook wel Baluchitherium genoemd behoorde tot de neushoornachtigen. Het enigste verschil is dat hij geen hoorn had. de Baluchitherium was een herbivoor. Hij gebruikte zijn hoogte om bladeren van bomen af te grazen. Hij had een hoogte van maar liefst 8,5 meter, en woog ruim over 20 ton.
De Indische olifant
Je vindt de Indische olifant vooral in India en Sri Lanka. In China zijn nog een paar exemplaren te vinden van de Indische olifant, maar binnenkort zal hij waarschijnlijk ook daar uitgestorven zijn. De rest van de tijd trekt de olifant verder of slaapt hij. De Indische olifant wordt ook wel veel als lastdier gebruikt, of zelf toerischtische attracties. De Indische olifant wordt ook wel als rijtuig gebruikt.
De Indische olifant eet per dag wel tot 150 kg plantaardig voedsel. Ook drinkt hij 80-160 liter water. Het grootste gedeelte van de dag is hij dan ook met eten bezig, gemiddeld wel 18 uur. Daarbij produceert de olifant zo'n 100 kilo mest.
De savanneolifant
De savanneolifant is de grootste en bekendste van de twee Afrikaanse olifanten. Voorheen werd de verwante bosolifant beschouwd als een ondersoort van de savanneolifant, maar tegenwoordig worden de twee dieren beschouwd als aparte soorten. De bosolifant wordt hier niet beschreven omdat hij erg veel op de savanneolifant lijkt. De savanneolifant is het grootste landdier. Een bul weegt tussen de 4000 en 6300 kilogram. Een vrouwtje weegt tusen de 2200 tot 3500 kilogram. Ze kunnen tot 4,5 meter hoog worden. De huid van de savanneolifant is lichtgrijs.
De savanneolifant is bijna uitgestorven, vroeger kwam hij vooral voor in Noord-Afrika. Hij is hier reeds uitgestorven. Tegenwoordig kome je de savanneolifant alleen tegen in dierentuinen of in kleine gemeenschappen in Zuid- en West-Afrika.
Voortplanting
De olifantenkoe laat horen dat ze bronstig is, hier komen de bullen op af. Mannetjesolifanten die ook bronstig zijn, zijn er meestal direct bij. De periode waarbij olifanten bronstig zijn kan sterk variëren van 1 tot 100 dagen. Tijdens deze periode zijn olifanten agressiever, door het verhoogde testosterongehalte.
De Draagtijd van een vrouwtjesolifant bedraagt ongeveer 650 tot 660 dagen. Olifantenkoeien baren meestal niet meer dan een jong, tweelingen zijn bij deze soort erg zeldzaam. Na een paar weken kunnen de jongen beter zien, maar al na een paar dagen kunnen ze al goed lopen. De jongen worden 4 jaar gezoogd. Na een jaar kunnen ze al zelfstandig eten; Na tien jaar zijn de jongen volwassen aan het worden, tijdens deze periode zijn ze al vruchtbaar.
Lees verder