Schorpioenen: leefomgeving
Hoewel deze soort zich beperkt tot de warmere delen van de wereld, behoren de schorpioenen samen met de spin tot de bekenste bodembewonende arachniden. Maar de schorpioen daarentegen is een van de oudste arachniden uit het dierenrijk. De fossiele vondsten van deze dieren gaan tot 300 miljoen jaar terug.
Algemeen
De schorpioenen vormen met hun meer dan 600 verschillende soorten een opmerkelijke homogene groep. Alle soorten lijken redelijk veel op mekaar. Er zijn wel grote verschillen in gewicht, grootte en kleur, het aantal ogen en nog kleien kenmerken.
De meeste van deze groepen hebben een bruine, okere lichaamskleur. Sommige varianten hebben een groene, blauwachtige of ook wel zwarte kleur.
De vier poten die een schorpioen heeft, die aan de onderzijde van het prosoma achter de bek is ingeplant, stelt de schorpioen in staat om enorm snel te bewegen. Met uitzondering een paar soorten, die in grotten leven, en volkomen blind zijn. Veel schorpioenen hebben tussen de 3 en 5 ogen.
Jacht en voeding
Als een schorpioen normaal beweegt, hangt de staart gebogen over het lichaam, zodat de gifstengel naar voren steekt. Deze dreigende houding wordt nog versterkt door twee sterke, zware scharen. Deze worden meestal gebruikt om de vijand te vangen, en vervolgens de doodsteek te geven met de staart.
Dit zijn nog maar een klein aantal beesten die de schorpioen op zijn menu heeft staan. De verorbering van deze beesten gaat als volgt: Eens in de greep van de scharen, trekt de schorpieoen de prooi tegen zicht aan, die hij vervolgens in de kop bijt, en in stukken scheurt. De bek van de schorpioen is erg klein, en neemt meestal kleine hapjes. Tot groot ongeluk van sommige slachtoffers die nog leven terwijl ze worden opgegeten.
Het eten van een prooi kan soms uren lang duren. Eens verzadigd kan de schorpioen tot 4 maanden vasten, zoals de meeste arachniden, soms zelfs tot een jaar. Hoewel de schorpioen erg snel is, wacht hij liever tot de prooi naar hem komt. Als een schorpioen zich buiten zijn schuilplaats begeeft, beweegt hij meestal heel rustig en langzaam. Als er een prooi in de buurt komt, gaat hij stil liggen. Als de prooi in de buurt komt slaagt hij toe. Soms als de schorpioen vindt dat het te lang duurt, gaat hij zelf achter de prooi aan.
De voeding van een schorpioen bestaat uit een enorm aantal slachtoffers. Een paar hiervan zijn:
- Sprinkhanen
- Termieten
- Hagedissen
- Muizen
- Vlinders
- Spinnen
- Kevers
- Mieren
Leefomgeving
De schorpioen beperken zich meestal tot warme, droge gebieden in de wereld. Zoals de woestijnen van Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Azië, Australië en het Amerikaans continent. De schorpioenen zijn dus op heel wat plaatsen te vinden in de wereld. Op plekken met een heel droog, warm klimaat, zijn bijna altijd schorpioenen te vinden.
Er zijn een paar uitzonderingen. Een die liever de voorkeur geeft aan de vochtige omstandigheden in de Westafrikaanse bossen en oerwouden. En nog een paar soorten die het iets koelere klimaat verkiezen aan de Middellandse zee. Als het s'nachts vriest, zijn de schorpioenen heel futloos. En blijven ze meestal op een plek liggen, tot het weer warmer wordt.