Een wolf heeft altijd honger
De wolf is op weergaloze wijze aangepast aan zijn natuurlijke milieu. Deze jager, een zeer sociaal dier met een eigen 'taal', is tevens een meedogenloze killer en wordt door velen beschouwd als 'duivelsgebroed'. Beroemde westerse sprookjes zijn op kleurrijke wijze met dit dier verweven. Deze meesterjagers zijn individueel zeer verschillend qua intelligentie en temperament, wat bepalend is voor hun plaats in de sociale structuur van de roedel. De wolf is beslist geen schoothondje, laat dat duidelijk zijn. Ook al is hij schuw, omdat er eeuwenlang op gejaagd werd. In geval van een te klein territorium en honger zal die schuwheid snel plaatsmaken voor brutaliteit en is hij wel degelijk gevaarlijk. In de afgelegen streken van Rusland en Alaska merken de veeboeren het eerst wanneer de wolf opdringerig wordt. Er is dan vaak sprake van gebrek aan prooi in combinatie met een overschot aan roedels met sterke alfadieren in een jachtgebied dat ertoe neigt steeds kleiner te worden.
Inhoud
De wolf – een leermeester in de jacht
Canis lupus, ofwel de wolf, behoort tot de
hondachtigen (
Canidae) en is een roofdier (
Carnivorae) met veel ondersoorten. Hij is bijvoorbeeld ook verwant aan de
vos. In groepsverband is deze rover een van de meest effectieve en efficiënte jagers die er op de aardbol rondlopen. Als groep zijn wolven zeer intelligent. Samenwerken vormt een van de sociale peilers. Hij valt schapen aan en in Amerika kan hij zelfs volwassen elandstieren en grizzlyberen de baas als de gelegenheid zich voordoet en de nood hoog is. Wolven zijn kortom voor niets of niemand bang. Als het erop aankomt ook niet voor de mens, al komen ze schuw over.
Canis lupus lupus (Euraziatische, Europese of gewone wolf) /
Bron: Hok, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Respect
Adolph Murie was een van de eersten die de wolf en zijn
gedrag onder de loep nam. Zijn werk
The Wolves of Mount McKinley (1944), een berg in Alaska, is voor
biologen nog steeds een standaard- en naslagwerk. Indianen, de Inuit, en andere volkeren over de hele wereld die het van de jacht moesten of moeten hebben, weten dat ze aan de wolf een geduchte concurrent hebben en dat een roedel altijd weer anders reageert dan de 'wetenschap' van de veldbiologen dicteert. In de jacht doet de wolf met andere woorden vaak niet wat men van hem zou verwachten. Dat heeft voor een deel te maken met de individuele verschillen in temperament en intelligentie. De genoemde volkeren hadden zo'n groot
respect voor het dier dat bijvoorbeeld de Nuniamut op dezelfde manier op kariboe's joegen als de wolf. Ze beschouwden de wolf als hun ultieme leermeester, waarmee niet te spotten viel. Deze respectvolle houding toonden ook de Canadese indianen, zoals het Cree-volk.
Starende wolven
Een volwassen wolf heeft ongeveer 5 kilo vlees per dag nodig. Bij een roedel van pakweg 10 dieren, de jongen niet meegerekend, varieert de totale behoefte van 50 tot 100 kilo vlees per dag. Een normaal roedel bestaat uit vijf tot vijftien wolven. Om hun dagelijkse portie binnen te halen, hebben ze een
territorium van gemiddeld ruim 200 vierkante kilometer tot 1000 vierkante kilometer nodig, afhankelijk van de hoeveelheid en het soort prooi dat er rondloopt. Wolven zijn onderling zeer sociaal.
Sterke alfawolf, sterke roedel
Wolven jagen niet uitsluitend op zwakke dieren, maar achtervolgen vaak ook kerngezonde exemplaren. En ze doden soms elkaar om veelal nog duistere redenen, hoewel wellicht niet uit moordlust maar omdat de wolf die eraan moet geloven een ziekte onder de leden heeft. Ook doden wolven wel eens meer prooidieren dan ze voor hun voedselbehoefte nodig hebben, zoals schapen. Als het moet gaan ze de mens niet uit de weg. Zeker niet in nood en als de roedel geleid wordt door een sterke
alfawolf. Maar het wantrouwen en de voorzichtigheid van de wolf is en blijft spreekwoordelijk.
Kolonisten
De wolf heeft altijd in negatieve zin tot de verbeelding gesproken. Als een projectie van de duivel in de mens. Dat gold in Europa, maar vooral ook in Noord-Amerika, waar de kolonisten de
indianen en wolven over een kam schoren en met elkaar vergeleken. Wellicht omdat de 'roodhuiden' aan de bosranden, op de heuvelkammen en later langs de akkers en weiden net zo zwijgend naar de oprukkende indringers – de kolonisten – konden staren als de wolven dat deden.
De roedel of 'wolvenpak'
Wolven leven in een roedel of 'pak' met een sterk samenwerkingsverband. Een roedel bestaat uit vijf tot vijftien wolven, doorgaans geleid door een
alfamannetje, hoewel het ook een wolvin kan zijn. De begrenzing van hun territorium markeren ze met urine en uitwerpselen. De wolf is dominant in zijn gebied.
Vossen en
lynxen zullen ze verdringen of doden als ze zich concurrerend gaan gedragen in het leefgebied van de wolf. De omvang van een roedel hangt sterk af van de kwantiteit en kwaliteit van het jachtgebied. De sociale rangorde is zeer streng. De reuen en teven hebben hun eigen leider(ster).
Gezag
Wolvinnen bepalen doorgaans de aard van het jachtgebied en de geschikte oorden voor nestuitbreiding. De alfamannetjes en -vrouwtjes paren alleen tussen elkaar. De rest van de
roedel bestaat in de meeste gevallen uit nakomelingen van het tweetal. Elke wolf in een roedel wordt ingezet op specialiteit. De ene wolf kan goed speuren, de andere is een uitmuntende jager, waakt beter of is het meest effectief als hij tijdens de jacht als eerste de aanval inzet. De sfeer in een roedel wordt bepaald door het karakter van de roedelleden, variërend van vredelievend tot zeer agressief. Een wolf die het gezag in de roedel aantast, wordt een
outsider die het wolvenpak op afstand mag volgen en slechts de restjes krijgt nadat de roedel een prooi grotendeels heeft verorberd.
Leefgebied, verspreiding, en jacht
De wolf in al zijn ondersoorten komt over de hele wereld voor. Volgens een schatting zijn er in Europa (inclusief het Russische deel) amper nog 20.000 wolven te vinden. Het betreft nazaten van wolven die in het verleden de 'massamoord' hebben overleefd. Er zijn wolven die vanuit
Polen de Duitse en Nederlandse grens passeren en die vanuit Italië Franse contreien binnendringen en roedels vormen, zoals in het Nationaal Park Mercantour, en in Nederland de Veluwe, Noord-Brabant en Drente. Sinds het begin van dit millennium zijn in Nederland geregeld wolven gespot en hebben ze roedels gevormd.
Jagen en spelen
De honger van de wolf is spreekwoordelijk. Soms eten ze drie dagen niet, waarna ze zich na een geslaagde jacht volproppen met tien tot vijftien kilo vlees. Ze jagen op praktisch alles wat poten heeft, van reeën tot konijnen en vogels, maar ze zijn ook niet vies van aas en afval als er geen andere keus is. Het is bekend dat de wolf ook op kerngezonde dieren jaagt. Grote
hoefdieren doden ze meestal door er eerst langs te gaan lopen, de prooi in te sluiten en vervolgens in de heupspieren te bijten en aldus de snelheid van het dier te verminderen. Daarna volgt een uitputtingsslag waarbij ze in de bek en flanken van het prooidier happen. Het gevecht met de prooi kan binnen een uur geslecht zijn of een dagenlange, slopende martelgang worden voor de prooi. De wolf is een langeafstandsloper en lijkt geen vermoeidheid te kennen. Spelen is de wolf niet vreemd. Niet alleen onder elkaar. Ook ravotten ze graag met raven en kraaien, en er is zelfs spelgedrag waargenomen tussen wolven en een eland, waarbij het hoefdier dat vreemd genoeg niet met de dood hoefde te bekopen, ook al waren zijn kansen al die tijd nihil.
Belangrijke kenmerken van de wolf (Canis lupus lupus)
Het hoefdier is de favoriete prooi van de wolf, afhankelijk of die voldoende voorhanden is in zijn territorium. In tijden van schaarste belagen ze zelfs de vissen in de rivier. Hun
uithoudingsvermogen en teamwork zijn fenomenaal. Kenmerkend voor de wolf is zijn gehuil, dat voor menigeen angstaanjagend klinkt. Het gehuil van wolven is een communicatiemiddel of '
taal' van de roedel (bijv. waar is iedereen?). Hoe intenser de sociale band, hoe gepassioneerder en heftiger het gehuil. Afhankelijk van het
weer draagt het geluid over afstanden van meer dan tien kilometer. Ze huilen ook om afstammelingen die ver weg 'wonen' te waarschuwen voor gevaar. Of om de roedel in snel tempo te verzamelen. Andere kenmerken van de wolf (
Canis lupus lupus) zijn:
- Lengte: ca. 1,40 m; staart tot 50 cm.
- Gewicht: reu tot 80 kg; teef tot 50 kg.
- Hoogte: 60-80 cm.
- Leefgebied: in principe op het hele noordelijke halfrond, in bossen en op vlakten.
- Levensverwachting: ca. 10 jaar.
- Gedrag: leeft en jaagt in roedels (paks) in enorme territoria tot maximaal 1000 vierkante kilometer.
- Voedsel: carnivoor en aas- en afvaleter; van konijnen tot vogels, reeën en in de noordelijke streken kariboes en andere hoefdieren.
- Voortplanting: de wolf paart van februari tot mei. Nest (worp): 4-11 jongen; draagtijd: twee maanden.
Is de wolf gevaarlijk voor de mens?
De wolf als achterbakse gluiperd, zoals vaak in de westerse sprookjes verzinnebeeld, is de indianen en eskimo's totaal vreemd. In het Europa van de middeleeuwen werd de wolf beschouwd als een vermomming van
Satan, de projectie van de duivel in de mens. Jezus als hoeder van de kudde, met de wolf symbolisch op de achtergrond, heeft door de eeuwen heen het imago van deze jager evenmin goed gedaan. De individuele wolf is per definitie schuw. Maar hoe groter de roedel, hoe meer lef de wolf toont. Zeker als de alfadieren sterke karakters zijn met goede
leidinggevende capaciteiten. Dan worden ook grote prooidieren aangevallen.
Territorium
De vroegere indianen in Noord-Amerika hadden groot respect voor de wolf. Zij wisten als geen ander hoe gevaarlijk de wolf kon zijn. Zij die in het territorium van een sterke, agressieve roedel joegen, konden het vaak niet navertellen. De reactie van wolven op de mens hangt af van vroegere ervaringen. Wolven die geen negatieve ervaringen hebben gehad met de mens tonen weinig
angst. Als de paks klein zijn, zal de mens er hoe dan ook geen last van hebben en ze zelfs nauwelijks te zien krijgen. Behalve in tijden van schaarste. Dan kunnen ze opdringerig worden, om het maar eens zwakjes uit te drukken. Door gewenning verliest de wolf zijn angst voor de mens, zeker als er niet op gejaagd wordt. Het risico wordt later groter indien de wolf het ooit een keer heeft aangedurfd om de mens in zijn territorium aan te vallen of te bedreigen zonder dat daar sancties op volgden.
Dynamisch roedel
De wolf is een roofdier, een carnivoor, hoe je het ook wendt of keert. Als het niet anders kan en de gelegenheid doet zich voor, in combinatie met een dynamisch roedel met sterke alfadieren, zal de mens eveneens zijn prooi zijn. Dat de mens bang werd voor de
wolf is niet vreemd. Vóór de 20ste eeuw vormden wolvenpaks een groot risico, en in bepaalde delen van de wereld is dat nog steeds het geval. En beslist niet alleen door
hondsdolle wolven.
Wolvenpopulatie
Door de eeuwen heen zijn er duizenden mensen gedood door wolven. Van Frankrijk tot Italië, Scandinavië, Rusland en Noord-Amerika. Veel kinderen moesten eraan geloven. Sindsdien is de
wolvenpopulatie sterk uitgedund, mede doordat er wereldwijd op gejaagd werd. Sinds het begin van dit millennium zijn er tientallen gevallen bekend van dodelijke slachtoffers door wolven, zoals in Rusland, Afghanistan maar ook in Europa (Zweden), Canada en niet te vergeten Alaska. Hondsdolle wolven zijn in dat opzicht nog het gevaarlijkst, doorgaans in de lente en laat in de herfst.
Lees verder