Zintuigen van het paard – De tastzin
Tastzin is een belangrijk zintuig voor een paard. De meeste communicatie tussen mens en paard vindt plaats via de tastzin. Het is daarom belangrijk dat mensen begrijpen hoe de tastzin van een paard werkt. Elke druk die een paard voelt zal een voorspelbare reactie geven. Een paard is zeer gevoelig voor aanraking. Een paard is zelfs zo gevoelig dat hij een vlieg voelt landen.
Sommige paardenrassen hebben een dunnere huid dan andere rassen. Zo hebben volbloedpaarden de dunste huid en koudbloedpaarden de dikste huid. Maar alle paarden zijn zeer gevoelig voor aanrakingen.
De huid
De huid is het grootste orgaan van het paard. De huid bestaat uit drie lagen: de epidermis, de buitenste laag, de dermis, dat is de centrale laag, en het onderhuidse weefsel, de binnenste laag. De huid beschermt het paard, reguleert de temperatuur en is zeer gevoelig voor aanraking. Sommige delen van de huid zijn gevoeliger dan andere delen. Dit komt omdat er op die plaatsen meer tastzintuigen zitten dan op andere plaatsen.
Het is een fabeltje dat een paard door de dikte van zijn huid minder gevoel zou hebben. Een paard is juist zeer gevoelig. Zelfs met een dikke wintervacht blijft een paard gevoelig voor aanrakingen. Deze gevoeligheid is duidelijk waar te nemen wanneer er een vlieg op het paard landt. Het paard detecteert onmiddellijk de vlieg en verjaagt de vlieg door bepaalde spiergroepen in de huid samen te trekken.
Wanneer heeft een paard zijn aandacht echter op iets anders heeft gericht, dan zal er niet gereageerd worden op het landen van een vlieg. Een paard is een vluchtdier, dus de belangrijkste informatie uit de omgeving heeft voorrang. Als het paard iets ‘levensgevaarlijks’ ziet, dan kan er een vlieg op hem landen, of een ruiter kan een hulp geven, op dat moment is het paard met iets anders bezig en zal hij de vlieg of de hulp niet voelen.
Er zijn natuurlijk ook andere mogelijkheden waarom het paard niet reageert op de hulp van de ruiter. Het kan bijvoorbeeld zijn omdat het paard is afgestompt, of omdat het paard geen idee heeft wat de ruiter met de hulp bedoelt. Een andere mogelijkheid is natuurlijk ook dat het paard gewoon geen zin heeft om te luisteren. Het paard voelt de hulp in elk geval wel.
Door de grote gevoeligheid van het paard is het dan ook mogelijk om met minimale hulpen met het paard te communiceren. De plek waar de benen van de ruiter liggen zijn zeer gevoelig voor aanraking. Het is dan ook mogelijk om met minimale beenhulpen te communiceren. Juist wanneer beenhulpen te lang aanhouden of te grof worden gegeven, stompt het paard af. Net als op de singeldruk, zal het paard op de beenhulp niet meer reageren. Het is daarom veel effectiever om een korte beenhulp te geven en daarna te ontspannen.
Mond
Ook de mond is zeer gevoelig voor aanraking. Het tandloze gedeelte van de paardenmond, ook wel de lagen genoemd, en de tong zijn zeer gevoelig. Het bit ligt in het tandloze gedeelte van de mond. Elke kleine beweging van het bit wordt door het paard opgemerkt. Het is dan ook helemaal niet nodig om hard in te werken in de mond.
De tastharen
Een paard heeft op verschillende plekken op zijn hoofd tastharen zitten. Deze tastharen zijn zeer gevoelig voor aanraking: ze zitten drie keer dieper in de huid dan gewone haren. Deze tastharen zorgen ervoor dat het paard informatie uit zijn omgeving kan halen. Hierdoor zal het paard zich veiliger voelen. Het is dan ook voor het paard niet prettig wanneer bij het toiletteren deze tastharen worden verwijderd. Paarden hebben tastharen boven hun ogen zitten en bij hun mond en neus.
Boven de ogen
De tastharen boven de ogen van het paard worden gebruikt om te voelen of er geen objecten in de buurt zijn. Zo worden de ogen beschermd, ook wanneer het donker is.
Bij mond en neus
De tastharen rond de mond en de neus van het paard zin zeer nuttig:
- Paarden kunnen, door de stand van hun ogen in hun hoofd, niet kijken wat er bij hun mond ligt. Door objecten af te tasten met hun tastharen kunnen ze objecten herkennen.
- De tastharen beschermen de mond en de neus ook tegen stoten.
- De tastharen bevoelen ook het voedsel en voelen de kleinste onregelmatigheid. Zo kunnen kleine steentjes of takjes verwijderd worden uit het eten.
De hoeven
Ook in de hoeven zitten tastorgaantjes. De straal van de hoef zorgt voor grip en schokdemping, maar ook voor tastzin. Het paard voelt de bodem met zijn straal. Hij voelt of de bodem glad, ruw, oneffen nat, zacht of hard is. De straal is daarom een zeer belangrijk onderdeel van de tastzin het paard. Paarden schijnen zelfs met hun straal de kleinste trillingen van de aarde op te kunnen vangen.
Pijn
Een paard voelt natuurlijk ook pijn. Niet alleen zijn organen kunnen pijn doen, maar ook de huid. Er zitten in de huid veel zenuwen waardoor het paard zeer gevoelig is. Het paard voelt dan ook precies waar hij pijn heeft: gestoken door een insect of misschien door een te harde inwerking van de ruiter met sporen of zweep.
Temperatuur
Een paard kan het ook koud en warm hebben. Hij kan zijn temperatuur op verschillende manieren regelen.
Koud
Een paard kan, wanneer hij het koud heeft, zijn haren recht opzetten, zodat er een isolerende laag ontstaat. Het wordt dan ook door sommigen afgeraden om een paard in de winter een deken op te leggen omdat een paard dan zijn haren niet meer rechtop kan zetten. Ook kan een paard meer gaan bewegen als hij het koud heeft. Dit is natuurlijk alleen mogelijk wanneer een paard hier de mogelijkheid voor heeft. Paarden die op stal gehouden worden hebben deze mogelijkheid natuurlijk niet.
Warm
Een paard dat het te warm heeft kan transpireren om af te koelen. Zorg er daarom voor dat een paard in de zomer voldoende drinkwater tot zijn beschikking heeft. Het paard zal ook minder gaan bewegen en een schaduwrijk plekje gaan opzoeken.
Lees verder