Zintuigen van het paard - De reukzin
Een paard neemt zijn omgeving onder andere op via neus, mond en ogen. De reukzin van het paard is zeer goed ontwikkeld. De twee grote neusgaten vangen veel geurtjes op en geven het paard zo veel informatie over de omgeving. Te denken valt aan de aanwezigheid van roofdieren, maar ook over de aanwezigheid van water en voedsel. De geur speelt ook een belangrijke rol bij de communicatie. Kijk maar eens naar een merrie die haar pasgeboren veulen van onder tot boven helemaal besnuffelt. Ook paarden maken gebruik van geur voor het afzetten van een territorium, de mest van de hengst is de geurvlag.
Paarden kunnen zeer goed ruiken. Hengsten kunnen hengstige merries bijna op een kilometer afstand ruiken. Ook water wordt van verre al geroken. Water is van levensbelang bij paarden. Om te overleven is het dus heel belangrijk om goed te kunnen ruiken.
Ruiken van gevaar
Een paard is een prooidier. Dit betekent dat paarden altijd alert moeten zijn op dieren die op hen jagen. Het is daarom voor een paard van levensbelang dat hij een roofdier op grote afstand kan ruiken. Als een paard in de kudde de geur van een roofdier ruikt, slaat hij alarm en slaat de hele kudde op de vlucht.
Ruiken van eten
Paarden ruiken aan planten om te bepalen of zij giftig zijn of niet. Eten met een vreemd geurtje wordt afgeslagen. Daarom is het vaak zo ingewikkeld om een paard medicijnen te laten eten. Het voer wordt met argusogen bekeken en vaak geweigerd. Niet alleen het eten wordt besnuffeld, ook aan het water wordt geroken voordat het wordt gedronken. Het kan dan ook voorkomen dat wedstrijdpaarden, die op concours zijn, weigeren het water te drinken omdat het anders ruikt.
Ruiken van andere soortgenoten
Ieder dier heeft zijn eigen lichaamslucht. Paarden kunnen goed aan de lichaamslucht andere paarden herkennen. Vrienden en vijanden worden zo herkend. Een merrie zal haar veulen van top tot teen besnuffelen. De merrie en het veulen slaan de geur op en vergeten de geur nooit. Zelfs al zien moeder en kind elkaar in geen 20 jaar, dan nog zullen ze elkaar aan de lichaamsgeur herkennen.
Vaak zullen paarden in een kudde op dezelfde plaats rollen. Hierdoor krijgen de paarden allemaal dezelfde gemeenschappelijke lichaamsgeur. Hierdoor wordt de groep versterkt.
Wanneer een vreemd paard komt kennismaken, zal er geuruitwisseling plaatsvinden. De paarden blazen dan lucht in de neusgaten van de ander. Zo kan het paard kennismaken met de geur van het vreemde paard.
Ruiken van mensen
Net zoals geur belangrijk is bij het contact tussen paarden onderling, speelt het ook een rol bij het contact tussen mens en paard. Het paard herkent een mens niet alleen aan uiterlijk en stem, maar ook aan de geur. Een paard kan dan ook iemand sympathiek vinden aan de hand van de geur. Maar ook antipathie komt voor. Paarden houden bijvoorbeeld niet van voor mensen bedoelde lekkere luchtjes zoals parfum. Het is voor een paard ook heel verwarrend dat een mens ‘anders’ kan ruiken. Een paard herkent namelijk een persoon ook aan zijn lichaamslucht. Probeer daarom altijd zo neutraal mogelijk ruikend naar het paard te gaan.
Het ruiken van een territorium
Een paard zal nooit eten in de buurt van uitwerpselen. Dit is maar goed ook, want in de mest van paarden kunnen bacteriën en parasieten zitten waar het paard ziek van kan worden.
De mest wordt ook gebruikt om geurvlaggen te zetten aan de rand van het territorium. Het paard zetten geurvlaggen door te mesten, te plassen en door te schuren tegen bijvoorbeeld bomen. Op deze manier ruikt een kudde dat ze het territorium van een andere kudde binnengaan. Wanneer een kudde het territorium van een ander ingaat, kan er tussen de dominante hengsten een gevecht aangegaan worden.
Hengsten laten hun geurvlaggen ook vaak na op de mest van andere paarden. Zij mesten vaak bovenop de uitwerpselen van de ander. Merries daarentegen zullen altijd enkele meters naast de mest van een ander paard mesten.
Het ruiken aan vreemde objecten
Wanneer een paard een object tegenkomt wat hij niet vertrouwt, zal hij er eerst vandaan blijven. Wanneer blijkt dat het voorwerp toch niet zo eng is als gedacht, zal het paard nieuwsgierig worden. Het voorwerp zal dan voorzichtig benaderd worden, terwijl er tegenaan geblazen wordt. Beweegt het voorwerp zich dan nog steeds niet, dan zal het paard er voorzichtig aan snuffelen. De reuk van het voorwerp wordt opgeslagen als zijnde ‘niet eng’.
Lees verder