De bedreigde dwergmuis
De Europese dwergmuis (oogstmuis) is klein. Héél klein. Bijna zo klein als een grote tor. De oogstmuis leeft in bermen met hoog gras, in verwilderde tuinen en in graanvelden. Hij is in de zomer 's nachts het actiefst en leeft van zaden, maar jaagt ook op motten en sprinkhanen. De dwergmuis hoort nog niet thuis in het rijtje van bedreigde diersoorten, hoewel het aantal gestaag afneemt. Maar daar zou op termijn wel eens verandering in kunnen komen. Door de moderne landbouwmethoden, bestrijdingsmiddelen en bestemmingsplannen wordt zijn leefgebied steeds kleiner.
Inhoud
Grijpstaart
De Europese dwergmuis (
Micromys minutus) is naast de berkenmuis het kleinste knaagdier van Europa. Hij wordt zo’n 7 cm lang. Net zo lang als zijn staart. En hij weegt tussen de 6 en 12 gram. Lengte en gewicht worden mede bepaald door de kwaliteit van zijn
biotoop (ca. 400 m²). De vacht van de dwergmuis heeft twee kleuren: de bovenkant is doorgaans geelbruin tot oranjebruin, en de buik vaalwit. Hoe vochtiger het leefgebied, hoe donkerder van kleur deze muisjes worden. Zijn snuit is stomp en de behaarde oortjes doen denken aan die van een woelmuis.
Mycromys minutus (Europese dwergmuis) /
Bron: Hecke, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Klauteren
Het meest opvallende aan de dwergmuis is zijn
grijpstaart. Daarmee vindt hij houvast aan de halmen, kan hij ‘afremmen’ en zijn evenwicht bewaren. Zijn pootjes gebruikt hij alle vier om te klauteren en voedsel te zoeken. Aldus klimt hij langs de graanhalmen omhoog naar de aren.
Leefgebied van de dwergmuis: hooiland, bermen en verwilderde tuinen
De dwergmuis is in de zomer ‘s nachts het actiefst. En ’s winters juist overdag. Hij vertoeft het liefst in streken met veel riet en andere
hoge vegetatie. Men treft hem dus vooral aan in hooiland, bermen, verwilderde tuinen en in uitgegroeide hagen.
Van Europa tot Azië
De dwergmuis komt in meer of mindere mate overal voor in
Europa, Rusland (Siberië) en het noordelijk deel van Azië, maar ook in het meer zuidelijke Tibet en delen van Zuid-China.
Zaden, vruchten en schadelijke insecten
De dwergmuis is een alleseter. Hij verorbert zaden, vruchten maar ook
insecten, zoals motten en
sprinkhanen, afhankelijk van wat er in de verschillende jaargetijden in zijn biotoop zoal te vinden is. Zaden en granen vormen echter de hoofdmoot van zijn menu. Ongetwijfeld brengt de dwergmuis enige schade toe in de graanvelden. Hij jaagt echter ook op schadelijke insecten, waaronder de
honingdauw.
Voortplanting
De paartijd begint in april en mei. Na een draagtijd van ongeveer 20 dagen neemt het wijfje van de dwergmuis jaarlijks tot in september wel
zes worpen van 4 tot 8 jongen voor haar rekening. Het kroost wordt gezoogd en gepoetst. Na een dag of twee kunnen de aanvankelijk blinde jongen rondkruipen in het nest.
Huisdier
Acht à negen dagen later hebben de jongen tandjes, een vachtje en eten ze vast voedsel. Dat moet ook wel omdat de melkproductie van het muizenwijfje dan sterk vermindert en uiteindelijk stopt. Het wijfje sleept in die periode zaden en ander lekkers aan. Na 12 tot 16 dagen zijn de jongen klaar om het nest te verlaten. Een dwergmuis leeft ongeveer 6 maanden tot anderhalf jaar. Als ‘
huisdier’ kan hij wel 4 à 5 jaar worden.
Het nest van de Europese dwergmuis (oogstmuis)
De dwergmuis is de enige Europese muizensoort die het nest bovengronds maakt. Zo'n 30-120 cm boven de grond tussen de halmen en plantenstengels. Het wijfje vlecht met smalle grasstroken het nest dat aan een stevige halm vastzit. De vlechtgaten worden daarna opgevuld met plantenmateriaal. Het
bolvormige onderkomen voor de drachtige dwergmuis, die in deze periode en na de worp geen mannetje om zich heen wil hebben, is ongeveer 10 centimeter in doorsnede. De ingang sluit ze af met gras.
Micromys minutus (Europese dwergmuis) /
Bron: Roo72, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Belangrijke kenmerken van de Europese dwergmuis (oogstmuis)
De Europese dwergmuis behoort tot de orde van de
Rodentia (knaagdieren), de familie van de
Muridae (muisachtigen) en het geslacht
Micromys.
Afmetingen
- Lengte (kop en romp): ca. 7 cm; grijpstaart: ca. 7 cm.
- Gewicht: 5-10 gram.
Leefgebied
- Vrijwel geheel Europa tot in Noordoost-Siberië.
- In Azië tot in Korea en Japan.
Leefwijze
- Voedsel: zaden, vruchten en insecten.
- Gedrag: in de zomer een nachtdier, ’s winters overdag actiever.
Voortplanting:
- Paartijd: april tot september.
- Draagtijd: 20 dagen; ca. 5 jongen per worp; tot 6 worpen per jaar.
Verwantschap
- De dwergmuis behoort tot de familie van de huismuis en de bosmuis.
- Waarschijnlijk ook verwant aan Zuidoost-Aziatische geslachten, waaronder de Haeromys.
Bedreigde soort
Dwergmuizen leven in het hoge gras en in graanvelden. Ook vertoeven ze graag tussen het riet op de droge oevers van beken en rivieren. Er zijn echter signalen genoeg die erop wijzen dat de dwergmuis binnen afzienbare tijd een
bedreigde diersoort wordt. Jaarlijks wordt het bestand met een achtste kleiner. Vooral de moderne landbouwmethoden zijn daar debet aan. En niet te vergeten het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de inzet van combines. Ook bestemmingsplannen voor woningbouw zijn er de oorzaak van dat de
dwergmuis op veel plaatsen inmiddels verdwenen is.
Lees verder