Trekvogels en hun vlucht
Ieder jaar weer zie je ze komen of gaan: de trekvogels. Hoe weten trekvogels waar ze naartoe moeten, wanneer ze moeten vertrekken en waarom trekken vogels eigenlijk?
Waarom trekvogels trekken
Waarom een trekvogel een warmer gebied opzoekt, heeft te maken met de voortplanting of met het overleven. De vogels wonen in een gebied waar het in de winter over het algemeen koud is. In de zomer hebben ze gebroed en wanneer de winter in aantocht is, is er vaak geen voedsel meer te vinden. De vogels trekken daardoor naar warmere gebieden waar wel voedsel aanwezig is en waar het minder koud is. De vogels keren ook altijd weer terug naar hun geboortegrond om daar te broeden.
De oorsprong van trekvogels kwam van heel wat jaren geleden: de periode dat de ijstijd er nog wat. De vogels die in deze gebieden leefden, zijn toen door de kou vertrokken naar warmere gebieden. Daar zijn ze gebleven. Na de ijstijd werd het in Europa weer warmer. De vogels kwamen langzaam maar zeker weer terug. Maar wanneer het in de winter weer kouder wordt, trekken de vogels juist weer naar het gebied waar hun voorouders tijdens de ijstijd zaten.
Andersom is het ook zo dat er ook vogels in gebieden wonen waar het nog kouder is dan in Europa. Deze vogels komen dan in ons land overwinteren.
Aangeboren of aangeleerd?
De trek bij trekvogels is aangeboren en wordt geregeld door hormonen. Na de ruiperiode zijn er stofjes die de hersenen aanzetten tot de trek. Ook wordt de trek bepaald door hun biologische klok. Die biologische klok heeft iedereen: als mens zijnde regelt jouw biologische klok wanneer je slaapt, wanneer je kinderen krijgt en wanneer je sterft.
Voordat de vogels gaan trekken, eten ze voldoende. Vliegen kost energie en daarom moet er voldoende vetreserve worden opgebouwd. Wie niet goed eet, overleeft de trek niet. Helaas zijn er altijd wel vogels die de trek niet meer redden: ze zijn te zwak, ziek of te oud. Deze vogels blijven achter of vallen halverwege af of ten prooi aan een roofdier.
De weg weten
Trekvogels vinden hun weg door middel van hun zonnen of, bij nacht, hun sterrenkompas. Ze houden de stand van de zon of de sterren in de gaten. Verder voelen vogels de magnetische velden op aarde, waar ze op hun gevoel op af gaan. Het is moeilijk om precies te bepalen hoe vogels dit toch doen, en zal (voorlopig) een geheim blijven dat alleen de trekvogels weten.
Er zijn lange en korte afstands trekvogels. Sommigen vliegen duizenden kilometers, anderen vliegen nog geen honderd kilometer. Dit heeft te maken met hun eigen leefgebied en het soort voedsel dat ze willen eten.
De in Nederland wonende trekvogels zijn onder andere: boerenzwaluw, roodborstje, tjiftjaf, huiszwaluw.