De Labrador Retriever

De Labrador Retriever is Nederlands populairste hondenras. Zij zijn gefokt als vissers- en jachthond en komen oorspronkelijk uit Newfoundland. Het zijn goedmoedige honden, die makkelijk zijn op te voeden. Door hun intelligentie en leergierigheid zijn ze goed te gebruiken als hulphond, reddingshond, drugshond of blindengeleidehond. Labrador Retrievers zijn gek op water. Hun vacht heeft een waterafstotende ondervacht en zij hebben zwemvliezen tussen hun tenen. De Labrador Retriever past heel goed in ieder huisgezin.

Geschiedenis van de Labrador Retriever

In de 18e eeuw ontwikkelde zich in Newfounland een ras honden die bestond uit grote, langharige honden (de latere Newfoundlanders) en kleinere kortharige honden. Dit kleinere ras werd de St. John's hond of Labrador genoemd. Dit ras was zeer intelligent en werd door de vissers gebruikt bij hun werk. De Labrador had zwemvliezen tussen de tenen, hun vacht had een waterafstotende ondervacht en hun staart was te vergelijken met die van een otter.

Rond 1820 zijn de Labradors door de vissers meegenomen naar Engeland. In Engeland werden deze vissershonden gekruist met Engelse jachthonden. Zo ontstonden honden die ook uitstekend geschikt waren voor de jacht. In eerste instantie was de vacht van de Labrador zwart. In 1899 werd uit twee zwarte Labradors een gele pup geboren. Dit was de eerste geregistreerde gele pup, maar pas naar de Eerste Wereldoorlog werden gele Labradors op tentoonstellingen toegelaten.

In Nederland is het ras zich pas in de tweede helft van de 20e eeuw gaan ontwikkelen. In 1964 werd de Nederlandse Labrador Vereniging opgericht. Naar schatting zijn er tussen de 40.000 en 45.000 geregistreerde Labrador Retrievers in Nederland en met ruim 6500 leden is de Nederlandse Labrador Vereniging de grootste rashondenvereniging van Nederland.

In de jaren tachtig en negentig kwamen er steeds meer kennels, aangesloten bij de Raad van Beheer, die Labrador Retrievers fokten. De Labrador Retriever was niet alleen een prima jacht- en vissershond, maar ook een lieve, betrouwbare huishond. Hij was goed op te voeden en daardoor werd het ras steeds populairder.

Uiterlijk van de Labrador Retriever

De Labrador Retriever had oorspronkelijk een zwarte vacht. Uit zwarte honden is uiteindelijk ook de gele of blonde Labrador ontstaan. Deze kan van roomwit tot vossenrood voorkomen. Vooral in de jaren 70 werd de blonde variant heel populair. Pas veel later werd ook de bruine Labrador Retriever erkend. Deze kleur werd eerst als "fout" gezien, maar is later erkend bij de rasstandaard.

De schofthoogte van de Labrador Retriever is voor reuen tussen de 55 en 57 cm en voor de teven tussen de 54 en 56 cm. Gemiddeld weegt een Labrador tussen de 25 en 35 kg. Zij hebben aanleg om te zwaar te worden, dus let daar als eigenaar goed op. Gemiddeld wordt een Labrador Retriever 12 jaar.

Labrador Retrievers zijn echte werkhonden. Ze zijn sterk gebouwd, hebben een brede schedel, een brede borst en zijn breed en sterk in lendenen en achterhand. De snuit is krachtig, niet spits. Het gebit is sterk, regelmatig en scharend. De ogen zijn bruin of hazelnootkleurig en hebben een vriendelijke uitdrukking. De oren zijn niet groot, liggen dicht tegen het hoofd en liggen vrij ver naar achteren.

De vacht is kort en dicht en bevat een waterafstotende ondervacht. De vacht heeft weinig verzorging nodig. De staart is dik bij de aanzet en loopt geleidelijk toe. De staart is bekleed met een korte dichte vacht. De ronde vorm heeft veel weg van een otterstaart.

De voorpoten zijn stevig en recht vanaf de elleboog tot de grond. De schouders zijn lang en liggen schuin. De achterhand is goed ontwikkeld, met een goed gehoekte knie. Voor en achtervoeten zijn rond, compact met goed gebogen tenen en goed ontwikkelde voetzolen.

Karakter van de Labrador Retriever

Labrador Retrievers zijn vriendelijke, toegewijde honden. Zij passen zich heel makkelijk aan en vinden het fijn hun baas te behagen. Zij zijn erg intelligent. Daarom wordt dit ras veel gebruikt als hulphond, reddingshond, drugshond of blindengeleidehond. Zij hebben een hele goede neus en een zachte mond. Zij zijn gek op water.

Labradors zijn van nature niet agressief of schuw en kunnen prima aarden bij een gezin met (kleine) kinderen. Ze zijn ontzettend leergierig en je kunt ze daardoor veel aanleren. Het is een echte werkhond en vindt het leuk om te apporteren of te jagen. Door zijn herkomst is de Labrador een sterke, geharde hond die niet snel laat merken dat hij pijn heeft.

Aanschaf van een Labrador Retriever

Denk je erover om een Labrador Retriever aan te schaffen, laat je dan goed informeren over dit prachtige hondenras. Kies altijd voor een erkende kennel die is aangesloten bij een rasvereniging. De grootste erkende rasvereniging, aangesloten bij de Raad van Beheer, is de Nederlandse Labrador Vereniging (NLV). Een andere erkende rasvereniging is de Labrador Kring Nederland. Ook zij zijn aangesloten bij de Raad van Beheer.

Besef goed wat het inhoudt om een hond aan te schaffen. Ondanks dat de Labrador Retriever bekend staat om zijn makkelijke karakter, zul je tijd moeten besteden aan de opvoeding van de pup. Hij moet zindelijk gemaakt worden, gesocialiseerd worden, opgevoed worden en hier gaat veel tijd in zitten. Een hond kan leren alleen thuis te zijn, maar het is niet de bedoeling dat de hond hele dagen alleen zit. Labrador Retrievers zijn actieve honden die veel lichaamsbeweging nodig hebben.
Als je tijd en liefde in de Labrador Retriever steekt, dan heb je voor vele jaren een geweldige hond waar het hele gezin veel plezier aan beleeft.

Lees verder

• De Golden retriever, veelzijdige mensenvriend!
• De Berner sennenhond, berghond en maatje
• De Newfoundlander, een echte waterhond
• De maltezer, het ideale gezelschapshondje!
• De Duitse Herder