Labrador Retriever
De labrador retriever is een van de meeste bekende honden in Nederland. Vrijwel iedereen kent er wel een. Ze staan bekend als gezellige gezinshonden die zich makkelijk aanpassen aan het gezinsleven. Maar er is nog veel meer te vertellen over de labrador retriever...
Algemeen
De labrador retriever wordt in het kort gewoon labrador genoemd en de echte liefhebbers houden het op labs. Het is een hondenras dat afkomstig is uit Newfoundland en Labrador. Newfoundland is een eiland in de Atlantisch oceaan vlak voor de noordoostkust van Canada. Het is een canadees eiland. Labrador is een schiereiland op het eiland New Foundland. Het laat zich makkelijk raden dat de Labrador Retriever vernoemt is naar het schiereiland Labrador.
De Labrador stamt af van de St Johns-hond. Vanaf de 19e eeuw ging men de St Johns hond kruisen met andere rassen, zoals bijvoorbeeld de Gordon setter, de spaniel, de flatcoated retriever en de Chesepeake Bay retriever. Zo ontstond uiteindelijk het nieuwe ras Labrador.
De labrador werd vooral gefokt voor de eendenjacht in moerassige gebieden. Als je naar de poten van de Labrador kijkt, kun je zwemvliezen ontdekken tussen zijn tenen. De labrador houdt dan ook erg van water.
Uiterlijk
De vacht van de labrador is afgestemd op zijn liefde voor water. Het is een korte, dikke vacht met een waterafstotende ondervacht. Het heeft weinig verzorging nodig. Een keer per week even borstelen om de losse haren te verwijderen is voldoende. Doordat de haren van zijn vacht kort zijn en er een waterafstotende onderlaag onder zit is de labrador weer snel opgedroogd.
De eerste labradors die gefokt werden waren voornamelijk zwart van kleur. Inmiddels zijn er meerdere kleuren te onderscheiden. De hoofdkleuren zijn zwart, blond en bruin. Binnen deze hoofdkleuren komen verschillende kleurtinten voor. De blonde kleur, die men ook geel noemt, kan variëren van helblond (bijna wit) tot rossig. Ook de bruine labrador komt in verschillende tinten, zoals bijvoorbeeld leverkleurig en chocoladebruin.
In de beginjaren van de fok werd de bruine labrador gezien als een foutje. De kleur werd pas veel later toegevoegd als aan de rasstandaard. Tegenwoordig zien we hetzelfde met de zilveren labrador. De zilveren kleur is ook een foutje, maar men is bezig de kleur bij de rasstandaard toegevoegd te krijgen.
Labradors zijn redelijk grote honden. Bij een reu moet je rekenen op een schofthoogte van ongeveer 57 cm en bij een teefje op ongeveer 55 cm. Een gemiddelde labrador weegt 35 kilo.
Karakter
Een labrador is een energieke en werklustige hond. Over het algemeen zijn het gehoorzame honden. Door deze karaktereigenschappen wordt de labrador niet alleen als jachthond gebruikt, maar ook als blindengeleidehond of hulphond voor invalide mensen.
Als gezinshond is de labrador een hele geschikte hond. Het is een echte mensenvriend en de meeste labrador zijn dol op kinderen. De labrador is erg goedmoedig en speels en kan daarom goed met kinderen overweg.
De favoriete bezigheden van een labrador verschillen natuurlijk wel wat per hond, maar over het algemeen kan men zeggen dat een labrador veel plezier heeft in zwemmen, apporteren, het ronddragen van stokken of ballen, rennen en spelen met andere honden of kinderen.
Kenners van labradors stellen verder dat de zwarte labrador over het algemeen het meest intelligent is. De bruine labrador het meest enthousiast en de blonde het rustigst.
Verzorging
Een labrador is gemakkelijke hond die zich gemakkelijk aanpast aan de dagelijkse routines van het gezin. Dit betekent echter niet dat het hebben van een labrador niet ook een aanpassing vraagt van de eigenaars. De labrador is een actieve en energieke hond en heeft hierdoor veel beweging nodig. Gesteld wordt dat 3 keer per dag 20 minuten uitlaten het absolute minimum is. Als de hond zijn energie niet buiten kwijt kan, zal hij het binnen proberen kwijt te raken. Hierdoor zal hij binnen druk en vervelend zijn.
Eenmaal per week de vacht borstelen is voldoende om de dode haren te verwijderen. De vacht heeft verder geen verzorging nodig. Een glanzende vacht betekent dat de hond in goede lichamelijke conditie verkeert. De glans van de vacht wordt mede bepaald door het soort hondenvoer dat men de hond geeft.
Over het algemeen geldt dat harde brokken voor honden het beste zijn. Door de hardheid van de brokken slijt het tandsteen aan het gebit, waardoor klachten voorkomen kunnen worden. Zachte brokken bevatten soms ook meer zouten, die de hond niet nodig heeft, of die zelfs schadelijk kunnen zijn. Als verzorger van de labrador dien je erop te letten dat je hond goed op gewicht blijft. De labrador heeft de neiging om dik te worden. Overgewicht zorgt voor een extra ballast op de gewrichten en voor vermindering van de conditie van de hond.
De labrador houdt van spelen. Er zijn veel speeltjes te krijgen voor honden, variërend van piepspeeltjes tot balletjes. Het verschilt per labrador hoe hij omgaat met de speeltjes en welke hij leuk en interessant vindt.
De meeste honden houden verder van knagen en kauwen. Er zijn vele soorten knaag- of kauwbotten in de handel. Ook hier speelt de individuele smaak van je eigen labrador een rol. Het is wel verstandig hem iets te knagen te geven, om te voorkomen dat de labrador zijn kauwbehoefte op je meubilair botviert.
Veel voorkomende afwijkingen bij labradors zijn er eigenlijk niet. Wel komt bij de grote hondensoorten HD (heupdysplasie) voor. De ontwikkeling van HD kunt u voorkomen of tegengaan door uw labrador niet te veel te belasten, met name in de groeiperiode. Trappen op en af lopen, springen, lange afstanden rennen en uit de auto klimmen zijn belastende activiteiten. Om een jonge hond toch zijn energie op een verantwoorde manier kwijt te laten kunnen is zwemmen de beste optie.