Zelf kuikens grootbrengen
Het opfokken van kuikens heeft de nodige aandacht nodig. Vooral het opfokken van kuikens uit een broedmachine komt nauw en moet goed in de gaten gehouden worden. Daar staat tegenover dat, bij een juiste behandeling, de overlevingskans van de kuikens groot is. Het laten uitbroeden van kuikens door een hen is vaak makkelijker doordat de moederkloek voor de kuikens zal zorgen. Maar ook bij deze methode moeten er een aantal zaken in de gaten gehouden worden.
Verschillende methodes
Hoe je de kuikens grootbrengt is op de eerste plaats helemaal afhankelijk van de gebruikte broedmethode. De eieren kunnen uitgebroed zijn in de broedmachine of door een kip. In het eerste geval zal je zelf de kuikens groot moeten brengen. In het tweede geval heb je een moederkloek die grotendeels de zorg voor de kuikens op zich zal nemen.
Broedmachine
Kuikens die geboren worden in de broedmachine, mogen hier pas uitgehaald worden als de kuikens helemaal opgedroogd zijn. De kuikens hebben de eerste vierentwintig uur geen voer nodig, omdat ze genoeg voeding uit de dooier hebben meegekregen. Water kun je ze wel geven. Zorg dat dit geen diepe bak is, de kuikens kunnen hier namelijk in verdrinken. Geef daarom liever water in een schaaltje met knikkers of in een speciale watertoren.
Kunstmoeder
Als de kuikens opgedroogd zijn kun je ze overbrengen naar een kunstmoeder. Dit is een glazen of houten bak met houtvezels op de bodem. De kunstmoeder moet verwarmd worden met een warmtelamp. Hang deze in het begin zo'n tien centimeter boven de bodem van bak. Leg een thermometer op de bodem van de bak om de temperatuur in de gaten te houden. In het begin moet de temperatuur zo'n 38 graden zijn. Deze kan langzaam omlaag gebracht worden naar mate de kuikens ouder worden. Bij drie weken volstaat een temperatuur van 25 graden. Houd ook het gedrag van de kuikens in de gaten. Als de kuikens dicht op elkaar gaan liggen hebben ze het doorgaans te koud. Als ze wat verder uit elkaar liggen, is de temperatuur goed. Zorg er tenslotte voor dat de kunstmoeder altijd goed schoongehouden wordt om ziektes te voorkomen.
Echt hok
Na twee tot drie weken kunnen de kuikens naar een echt kippenhok worden overgeplaatst. Dit hok moet bestaan uit een binnenhok en een overdekte ren, afgesloten van andere kippen. Bij voorkeur is de bodem van het hok en de ren bedekt met houtvezels. Als het buiten warm genoeg is, zo'n 25 graden Celsius, hoeven de kuikens niet meer verwarmd te worden. Bij koudere temperaturen moet het hok nog verwarmd worden met een warmtelamp, waaronder de kuikens gaan liggen als het te koud wordt. Als de kuikens hard piepen en tegen elkaar liggen, hebben ze het vaak te koud. Kuikens die het te koud hebben, kunnen doodgaan.
Kuikenrui
Na ongeveer acht weken hebben de kuikens een kuikenrui. Ze zijn dan weer wat gevoeliger voor de kou. Na deze rui kunnen de kippen in de zomer in principe gewoon buiten blijven zonder verwarming. Als het al laat in de zomer is en de temperaturen zijn koud, dan moeten de kuikens langer verwarmd worden. Vanaf zestien weken zijn ook de koudere dagen geen probleem meer.
Andere kippen
Laat de kuikens eerst even wennen aan de andere kippen. Dit kan door eerst de ren te scheiden met een stuk gaas, zodat ze elkaar wel zien, maar dat de grote kippen de kuikens niet dood kunnen pikken. Als dit goed gaat kun je ze onder toezicht bij elkaar laten. Als ook dit goed gaat kunnen de kuikens bij de andere kippen geplaatst worden. Vanaf zestien weken is het een goed moment om hier mee te beginnen.
Moederkloek
Als de eieren door een hen zijn uitgebroed, dan zal de moederkloek vrijwel altijd voor de kuikens zorgen. Ze zal ze warm houden, beschermen en leren eten en drinken. Maar ook hier moeten de kuikens en moederkloek afgeschermd worden van andere kippen. Daarbij moet er extra op de hygiëne gelet worden, de moederkloek heeft namelijk meer ontlasting die ook parasieten kan bevatten. Maak daarom het hok extra vaak schoon. De moederkloek kan al eerder worden teruggeplaatst bij de andere kippen, maar laat ze ook in dit geval eerst aan elkaar wennen. De kuikens kunnen vanaf zestien weken langzaam aan bij de andere kippen worden gezet.
Voer
Kuikens hebben speciaal voer nodig voor de groei. In het begin krijgen kuikens opfokmeel, dat een aantal dagen later eventueel vervangen kan worden met opfokkorrels. Na zes tot acht weken kan je het voer langzaam aan gaan mengen met onderhoudsvoer. Geef de kuikens ook vanaf het begin kippengrit en maagkiezel. Ook dit moet de eerste dagen heel fijn zijn. Tenslotte kun je na een aantal dagen beginnen met het geven van groenvoer zoals bijvoorbeeld klavers, gras en vogelmuur. Voer de hoeveelheid groenvoer langzaam op.
Lees verder