Grote roofdieren in Nederland?
Vroeger bestond in Nederland ook zoiets als de ‘big five’. In ons land leefden bruine beren, wolven, lynxen, edelherten en zelfs elanden. Ze kwamen hier van nature voor. Intussen verdreven door de mens, rijst de vraag of deze dieren opnieuw geïntroduceerd kunnen worden in ons land.
Inhoud
Vragen
De vraag of wilde dieren een goede plek kunnen krijgen in de natuur van Nederland, roept veel discussie op. In de eerste plaats tussen politieke partijen. Zoals het de politiek betaamt, worden er geen spijkers met koppen geslagen. Ook niet op dit vlak.
Maar eerlijk is eerlijk, het is ook geen makkelijk onderwerp. Er zijn enorm veel vragen die een helder antwoord behoeven. Worden geherintroduceerde dieren bijvoorbeeld beschermd door de overheid? Dit is noodzakelijk voor herintroductie. Als de eerste de beste beer die in het wild rondloopt, wordt dood geschoten, schiet het niet zo veel op natuurlijk.
Het introduceren van wolven, lynxen en beren heeft vooral gevolgen voor de veeteelt.
- Wat als de dieren weer in dusdanig grote aantallen voorkomen, dat zij vee gaan grijpen?
- Waar moeten de boeren dan hun schade verhalen?
- Worden de wilde dieren dan direct weer verjaagd?
- Is er eigenlijk wel plek voor dergelijke dieren in ons land?
- Laten we de dieren zelf hun weg zoeken naar Nederland of plaatsen wij ze zelf in een gebied? Tenslotte is het zo druk in ons land dat het niet aannemelijk is dat de dieren hier zelf nog naar toe komen.
De natuur gaat ons vooruit
Of is dat niet zo? De laatste decennia is in Europa een opmars en grotere spreiding te zien van wilde dieren.
De bruine beer
Zo zwerven er al weer heel wat bruine beren door de Alpen. Ze trekken steeds noordelijker op en blijken zich prima te kunnen redden in de door ons aangelegde infrastructuur. Ze laten zich niet tegen houden en trekken van gebeid naar gebied. Daar hebben ze geen enkele hulp bij nodig en zelfstandige terugkeer naar ons land lijkt mogelijk. De bruine beer is nog ver van zijn rentree in ons land, maar trekt toch langzaamaan steeds noordelijker.
Wolven
In Duitsland heeft men intussen ervaring met de aanwezigheid van de wolf. Aanvankelijk was er paniek onder de bewoners toen wolven werden gesignaleerd. De wolven werden zo nu en dan afgeschoten ondanks hun beschermde status. Intussen zijn de dieren echter ingeburgerd en worden er zelfs wolvenwandelingen georganiseerd. De bevolking heeft voorlichting gekregen over de dieren en zo geleerd met de dieren te leven als elk ander wild zoals reeën en wilde zwijnen. Belangrijk voor de overheid is om de zorgen van burgers serieus te nemen en die in het juiste perspectief te plaatsen. Wanneer een wolf bijvoorbeeld ’s nachts door een dorp loopt is dat helemaal geen reden tot ongerustheid. De wolven doen het goed in Duitsland, maar natuurbeschermers zijn realistisch; mocht er een incident zijn met een wolf dan kan de stemming onder de bevolking zo maar omslaan en voor angst zorgen.
Ondertussen trekken de wolven steeds meer westwaarts onze kant op. Ze zijn nog maar op een paar honderd kilometers afstand en er wordt zelfs gedacht dat er al een wolf gezien is in Nederland. Natuurbeschermers denken dat het niet de vraag is of de wolf terug komt in Nederland, maar wanneer.
De lynx
De lynxen doen het ook goed. Er zijn de afgelopen jaren meerdere lynxen in ons eigen Limburg gezien! De lynx heeft voor zichzelf al besloten dat Nederland weer geschikt is om te jagen, wonen en voort te planten.
En meer
En zo zijn er meer dieren. Sinds 2006 broeden er weer zeearenden in ons land bij de Oostvaarderplassen. Er zijn al meerdere jongen geboren! Nadat de kleine zilverreiger werd uitgeroeid om zijn mooie veren, wordt die nu weer gezien. De dieren broeden in Nederland en de soort is zich aan het uitbreiden. Bruinvissen en tuimelaars verdwenen uit ons land toen de Zuiderzee werd afgesloten. In de jaren tachtig begon hun aantal echter weer toe te nemen. Tegenwoordig is het niet moeilijk om in maart en april de dieren te zien vanaf de kust!
We kunnen dus concluderen dat we als land goed bezig zijn als het gaat om natuurbeheer. Dat bewijzen de dieren die terug komen naar ons land. Wanneer onze politiek maar lang genoeg door discussieert, zullen de roofdieren zelf hun weg naar ons wel weten te vinden.
Successen
De terugkeer van de eland in ons land zal wat meer menselijk ingrijpen behoeven. Het meest dichtbij zijn de elanden in oostelijk Duitsland. Ze trekken echter steeds meer naar het westen. Intussen zijn er vergevorderde plannen om zo’n 5 of 6 dieren te herintroduceren in een afgeschermd deel van de Biesbosch.
Eerder zijn andere diersoorten al met succes terug gezet. Het meest recente voorbeeld hiervan is de otter. Ook de Wisent is weer te vinden in het Nederlandse Bloemendaal. Daarnaast zijn er plannen om ze te plaatsen op de westelijke Veluwe. De bever heeft zijn bestaan in Nederland te danken aan herintroducering en zo ook de Konik paarden en het Heckrund (een soort teruggefokt oerrund).
Herintroductie in de praktijk
Herintroductie is dus heel goed mogelijk en met de meeste diersoorten vormt die geen enkel probleem. Doordat het aantal runderen en paarden in onze natuurgebieden toeneemt, neemt ook het aantal kadavers toe. Dit pleit ervoor om ook roofdieren in die gebieden uit te zetten zodat er een natuurlijk evenwicht ontstaat en menselijk ingrijpen niet nodig is.
Wanneer veehouders bovendien goed worden voorgelicht en gecompenseerd worden wanneer nodig, hoeft het niet lang te duren voor mensen weer gewend zijn aan het wild in Nederland. Volgens natuurbeschermers is bescherming van vee met schrikdraad, vlaggetjes en lintjes om het land voldoende om wolven en lynxen weg te houden. In principe komen roofdieren niet in de buurt van mensen en zullen geen mensen aanvallen. Angst voor de dieren zit volgens hen tussen de oren. Het is een kwestie van gewenning en de verwachting is dat dergelijke dieren juist mensen zullen aantrekken. Dieren die zelden of nooit in het wild worden gezien hebben nu eenmaal aantrekkingskracht op ons.
Dit bleek in 2006. Toen er in dat jaar voor het eerst weer arenden broedden in ons land, was dat te volgen via een webcam van Staatsbosbeheer. De belangstelling hiervoor was enorm groot. De website lag regelmatig plat door het overmatig grote aantal bezoekers. Belangstelling voor de wilde natuur is er genoeg in dit land. Wanneer er over een aantal jaren een schattig klein beertje te zien is op een webcam, geheel zelfstandig geboren in de Nederlandse bossen, zal dat zeker grote aantallen kijkers trekken!
Lees verder