Geelgors, zangvogel die weer leeft in Nederland
Vogels hebben allemaal vleugels en veren en nog enkele algemene eigenschappen maar verder hebben de meer dan 10.000 vogelsoorten ook grote verschillen en er zijn zelfs soorten die niet kunnen vliegen zoals de struisvogel. Daar staat tegenover dat sommige soorten wel heel erg goede vliegers zijn zoals de kolibrie. Bij de vele duizenden vogels en de zeer velen die ook in Nederland te vinden zijn behoort ook de geelgors die vooral te vinden is in het oosten van ons land. Maar er is een tijd geweest dat het niet goed ging met de geelgors. Die teruggang had te maken met het verdwijnen van beschutte plekken maar vooral met het milieuonvriendelijk gebruik van herbiciden en insecticiden. Maar sinds 2007 gaat het weer beter en anno 2017 broeden er jaarlijks weer minimaal 25.000 paren in Nederland.
Geelgors zowel standvogel als trekvogel
De geelgors is een zangvogel en wordt iets groter dan de alom bekende mus. Hij wordt ongeveer zestien centimeter van kop tot staart. Het is zowel een standvogel als een zwerfvogel. Een standvogel blijft dicht bij het broedgebied en kan daar ook overwinteren. Een trekvogel zoekt een ander gebied op. De geelgors dankt zijn naam aan zijn verenkleed aan de onderzijde dat goudgeel gekleurd is. Vooral het mannetje heeft in de zomer ook een helder gele kop. De geelgors onderscheidt zich van andere geelbruine vogels door de relatief lange staart met witte staartzijden.
Leefgebied van de geelgors
De vogel komt voor in halfopen landschappen zoals agrarisch gebied, liefst met heggen en houtwallen, in gebieden met licht beboste
heide en in grazige wegbermen of hoogveengebieden en bij vennen. De geelgors bouwt zijn nest op de grond bij voorkeur tussen struweel en hoge kruiden of in dichte hagen of struikgewas. De vogel leeft hoofdzakelijk van zaden maar in de broedtijd ook van wormen en insecten.
Zangvogel ook wel Beethoven-vogeltje genoemd
De zang van het vogeltje klinkt ongeveer als ti ti ti ti tèh. Dat zangriedeltje vertoont volgens sommige toehoorders een sterke gelijkenis met de openingstonen van de Vijfde Symfonie van Beethoven, hoewel die compositie begint met een thema van slechts vier tonen. Ondanks dat heeft het vogeltje toch in de volksmond de bijnaam van Beethoven-vogeltje gekregen.
Teruggang geelgorsen in twintigste eeuw
Door het verdwijnen van heggen en houtwallen in de twintigste eeuw liep het aantal geelgorsen sterk terug. In de eerste helft van de twintigste eeuw kwam de geelgors in het hele land nog zeer veel voor. Rond 1950 werd in het westen van het land voor het eerst melding gemaakt van een afname en dertig jaar later was de geelgorst in het westen bijna geheel uitgestorven. In het midden en oosten was de teruggang minder maar ook daar heeft de soort in de loop van de twintigste eeuw veel terrein prijs moeten geven.
Oorzaken teruggang
Vogelkenners meldden destijds de teruggang en waren van mening dat naast het veelal verdwijnen van heggen en houtwallen ook de
droogte in bepaalde gebieden schuldig was waardoor er minder kruidenrijke velden en stroken waren waar de vogel goed kon gedijen. Ook door toenemende
milieuonvriendelijkheid zoals het gebruik van herbiciden en insecticiden zou het aantal teruggelopen zijn. Het gebrek aan
graanakkers als overwinteringsgebied was ook zeer nadelig voor de geelgors.
In veel gebieden weer terug
Maar de populatie heeft zich in Nederland, in tegenstelling tot Vlaanderen, weer hersteld waardoor de vogel van de rode lijst is verdwenen. Vooral in Drenthe, de Veluwe, de oostrand van Brabant en in Limburg doet de geelgors het op veel plaatsen weer betrekkelijk goed in vergelijking met de rest van het land.
Lees verder