Duiven en de slechtvalk
De slechtvalk, Falco peregrinus, is een zeer fascinerende vogel. De slechtvalk komt gedurende het gehele jaar voor in Nederland, het is een schaarse broedvogel en in de winter komen er trekkende vogels en ook schaarse wintergasten voor. De slechtvalk kent een zeer ruime verspreiding over de gehele wereld. Behoudens in Antarctica komt hij overal voor. In Nederland lijkt de slechtvalk aan een heuse opmars begonnen te zijn. Ook aan de randen van het stedelijk gebied treffen we hem aan. Daarmee hebben de postduiven en postduivenhouders er een geduchte predator bijgekregen.
Beschrijving
Ook bij de slechtvalk is, zoals bij alle roofvogels, het mannetjes kleiner dan het vrouwtje. De slechtvalk heeft een lengte van 38 - 46 cm. De vleugelspanwijdte bedraagt 92 tot 110 cm. Mannetjes wegen 600 tot 750 gram en de vrouwtjes 900 tot 1300 gram. De bovenzijde van deze vogels is leigrijs. Hij heeft een donkere kap op het hoofd met brede donkere baardstrepen. De onderdelen zijn licht gekleurd met een lichte bandering op de onderborst en buik. Ook op de ondervleugels zien we een smalle bandering. De slechtvalk heeft een korte haaksnavel en geel gekleurde poten met lange en scherpe klauwen. De slechtvalk heeft een hoge kekkerende roep. In de lucht te herkennen aan het karakteristieke ankervormig silhouet.
Biotoop
Gezien de verspreiding van de slechtvalk treffen we deze vogel in allerlei biotopen aan van de tropen tot in het poolgebied, in gebergten en in laaglanden, in steppen, halfwoestijnen en heide. In de winter treffen we de slechtvalk vaak aan in de buurt van water waar ze jacht maken op meeuwen. In Europa heeft de slechtvalk een voorkeur voor bergen met rotsen en kliffen. Juist in dit milieu kan hij broedplaatsen vinden op begroeide rotsrichels. Aangezien ze geen nest bouwen is een simpele uitholling met enige begroeiing voldoende. Stadsbiotopen vertonen veel overeenkomsten met deze rotswanden. De met hoogbouw omringde straten vormen de rotswanden met de dalen. Ook de stadsduif, nakomeling van de rotsduif, heeft het daarom in steden zo naar zijn zin. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de slechtvalk fabrieksschoorstenen, flatgebouwen en hoogspanningsmasten zo gemakkelijk accepteert als plekken om te broeden.
Broedgedrag
Eerst op een leeftijd van drie jaar is de slechtvalk geslachtsrijp. Vanaf half maart worden de eieren gelegd en wel 3 tot 4 witachtige eieren met bruinachtige spikkels. De broedtijd is 32 dagen en de jongen blijven daarna nog ongeveer 42 dagen in het nest.
In de vorige eeuw was de slechtvalk in Nederland een uiterst schaarse broedvogel. Tot 1990 zijn er enkele incidentele broedgevallen bekend. In 1990 vestigde zich een broedpaar in Limburg en in 1996 volgde hier een tweede paar. De daarop volgende jaren groeide in Nederland het aantal broedparen steeds sneller. In 2012 waren er ongeveer 120 broedparen. Deze spectaculaire stijging is zonder meer voor een belangrijk deel ook te danken aan het plaatsen van nestkasten op geschikte plaatsen zoals op hoge gebouwen en elektriciteitscentrales. Maar ook wordt waargenomen dat er steeds vaker gekozen wordt voor natuurlijke nestplaatsen zoals kraaiennesten in bomen en hoogspanningsmasten en op duinen en zandplaten langs de kust.
Jachttactiek
Het voedsel van de slechtvalk bestaat in hoofdzaak uit vogels. Een enkele keer kan de slechtvalk een zoogdier zoals een konijntje grijpen, maar het zijn bijna uitsluitend vogels die op het menu staan. Daarbij leggen ze een voorkeur voor duiven aan de dag. Maar ook het aanbod van vogels in het biotoop waar de slechtvalk verblijft heeft invloed op het menu. Er kunnen kleinere vogels gegrepen worden, maar ook grote soorten als een reiger.
Het meest staat de slechtvalk bekend door de spectaculaire verticale duikvluchten waarmee hij zich op de prooi stort. Het is de snelste vogel ter wereld. In de literatuur treffen we uiteenlopende valsnelheden aan variërend van 300 tot 389 kilometer per uur! Mocht de slechtvalk werkelijk deze snelheid bereiken dan is dat meer dan 100 meter per seconde. Met zijn duikvlucht kan hij een zwerm vogels uiteenjagen waarbij hij zich vervolgens richt op een van de vogels die dan geslagen wordt. Ook kan de slechtvalk de duikvlucht naar beneden over laten gaan in een snelle horizontale vlucht op geringe hoogte. Bij zijn prooivogels ontstaat paniek en hij kan daarbij een vogel slaan, direct of na een korte enerverende achtervolging. De slechtvalk start zijn jacht veelal vanaf een hoog uitkijkpunt. Ziet hij een potentiele prooi vliegt hij eerst naar hoogte vanwaar hij snelheid kan maken. Stort de slechtvalk zich vanuit een duikvlucht op een prooi dan is de prooi niet zelden al dood door de hevige klap. De buit wordt vaak op dezelfde plaats opgegeten. Het is veelal een plek met goed uitzicht en vaak bezaaid met prooiresten.