Edelstenen - carneool, chrysocolla en rookkwarts


Carneool
Carneool is een bruinrood gekleurde chalcedoon en behoort tot de kwartsen. De kleur kan variëren van geelachtig rood en roodbruin tot oranjerood en donkerrood. De steen is doorschijnend en heeft een glasglans. De rode kleur wordt veroorzaakt door ijzeroxide. De steen wordt ook wel sarder genoemd, maar die soort is harder en donkerder van kleur. Er worden verschillende soorten sierstenen uit geslepen, zoals stenen voor wapengravures. Ook worden er kleine figuren van geslepen en er worden kralen van gemaakt. Carneool wordt gevonden in de Verenigde Staten, Brazilië, India, Duitsland, Australië en Rusland. In het Romeinse Rijk, Egypte en het Oude Griekenland werd carneool wel gebruikt voor zegelringen en zegelrollen en werden er sieraden en beeldjes van gemaakt. De hardheid van carneool op de schaal van Mohs is 6 -7. De naam is afgeleid van het Latijnse corneus wat hoornachtig betekent. De oude naam is kornalijn. Groene chalcedoon komt in de natuur voor maar wordt meestal groene agaat genoemd.
Chrysocolla
Het mineraal chrysocolla is groen, blauw of blauwgroen van kleur en lijkt op turkoois. Het komt ook in bruine tinten voor. Het komt voornamelijk voor in kopermijnen waar het oxideert door contact met water. Het wordt vaak samen gevonden met azuriet, malachiet en gedegen koper. Chrysocolla is meestal opaak en af en toe gedeeltelijk transparant. Het heeft een glasglans maar kan ook dof zijn. Vindplaatsen zijn Chili, de staten Arizona, Utah, Idaho en New Mexico van de Verenigde Staten, Peru, Canada en Mexico. Mooie stenen komen uit Israël, Rusland, Zuid-Afrika, Frankrijk en Duitsland. De naam chrysocolla betekent goudlijm en komt van de Griekse woorden chrysos (goud) en colla (lijm). Het werd wel gebruikt om goud te solderen, vandaar die naam. Chrysocolla is zacht en heeft een hardheid op de schaal van Mohs van 2,5 - 3,5. De eilatsteen die uit Israël komt, bestaat uit verschillende kopermineralen zoals chrysokolla, pseudomachaliet en turkoois. Hij wordt verwerkt in gouden en zilveren sieraden en wordt vaak geslepen als cabochon.