Honingbijen halen vaak zelf de dood in huis

Inhoud
- Bijen, nectar en stuifmeel
- Zo overwinteren de honingbijen
- Voedselketen
- Meiziekte onder de honingbijen
- Lactose en galactose
Bijen, nectar en stuifmeel
Bijen behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Het geslacht honingbij (Apis) kent vier soorten: de gewone honingbij (Apis mellifera), de reuzenbij (Apis dorsata), de dwergbij (Apis florea) en de Indische honingbij (Apis indica). In tegenstelling tot de meeste vliesvleugeligen, zoals vliegen maar ook wespen, leeft de bij van nectar en stuifmeel. Het is een misverstand dat bijen honing verzamelen. Ze vergaren nectar en slaan het op in raten.
Onder invloed van enzymen verandert de nectar vervolgens in honing, waar de larven en darren onder meer mee gevoed worden. Bovendien dient de honingraat als voedselopslagplaats voor in de winter. Aldus kan een bijenkolonie moeiteloos slechte jaargetijden overleven.
Bijensoorten
Er zijn ruim 20.000 bijensoorten. Ze komen overal voor, behalve in de poolstreken. Een bijenvolk bestaat uit één koningin (bevrucht wijfje), duizenden werkbijen (onbevruchte wijfjes) en ’s zomers een paar honderd darren (mannetjes).
Zo overwinteren de honingbijen
In de herfst vliegen de werkbijen niet meer uit. Het bijenvolk bestaat dan uit 10.000 tot 15.000 werksters en één koningin. Ze vormen een dichte tros, maar houden geen winterslaap. Als het 's winters een paar dagen rond de 10 graden is, vliegen de werkbijen even uit om hun behoefte te doen. Dat noemt men een reinigingsvlucht. Begin februari gaat de koningin weer eieren leggen en in mei komen de eerste darren (mannetjes) uit.Voedselketen
Bijen verzamelen nectar om te kunnen overleven. De bij is wereldwijd een van de belangrijkste bestuivers, maar tevens een bedreigde insectensoort door onder andere parasieten en het gebruik van insecticiden. Daardoor zijn veel bijenvolken inmiddels uitgestorven. Indirect heeft de bij een aandeel van ruim dertig procent in de voedselketen van de mens. Ook hommels, vliegen, wespen en nog veel meer insecten en dieren spelen een niet onaanzienlijke rol bij de bestuiving van bloeiende planten. Er zijn omstandigheden, vooral als veel bloemen door nachtvorst het loodje hebben gelegd, dat de honingbij zelf de dood in huis haalt.Meiziekte onder de honingbijen
De meiziekte is een bekende bijenkwaal waar imkers zich grote zorgen over maken. De verzwakking van de bijenvolken in het voorjaar is onder andere te wijten aan obstipatie als gevolg van vochttekort. Het heeft alles te maken met lange perioden van droog weer in het voorjaar in combinatie met de snelle uitbreiding van het bijenvolk.
Veel imkers voeren dan bij met suikerwater, onder andere door verneveling. Veel bijenvolken halen door talrijke oorzaken de zomer niet. Voor alle duidelijkheid: de meiziekte is een verzamelnaam voor allerlei ziekteverschijnselen bij bijen, zoals vergiftiging door insecticiden.
Lactose en galactose
Bij de meiziekte kan het probleem echter ook in de honing zelf schuilen. De nectar, aangemaakt door planten, bestaat in hoofdzaak uit suikers, met name glucose en fructose. Bepaalde nectar bevat echter ook lactose en galactose. Volgens Allen Sylvester, verbonden aan het onderzoekscentrum voor bijencultuur in Los Angeles, staat dat gegeven wellicht aan de basis van de meiziekte waar alle imkers van huiveren. Lactose en galactose zijn immers giftig voor bijen.Kieskeurig
Doorgaans mijden bijen deze nectar intuïtief’, dat is uit proeven vast komen te staan, maar in perioden van schaarste of bij nachtvorst willen ze die ‘gulden regel’ kennelijk wel eens aan hun pootjes lappen. Hoe minder kieskeurig de honingbij is bij het vergaren van nectar, hoe gevaarlijker dat voor het hele bijenvolk kan zijn.