Honingbijen - harde werkers zijn het!
Wat veel mensen zich niet beseffen is dat honingbijen een vrij belangrijke rol vervullen in het voedselproces van de mens. Hiermee bedoelen we dan niet specifiek het maken van honing, maar de bestuiving van bloemen en planten. Hierdoor houden ze namelijk de planten- en bloemensoorten in stand.
Algemene informatie
Latijnse naam:
Apidea of ook Apis
Soort:
Insecten en met name de vliesvleugeligen
Type:
planteneters
Waar komen ze voor:
Bijen zijn eigenlijk verspreid over alle werelddelen, als er maar bloeiende planten zijn. Ze komen echter niet voor op Antarctica
Hoe oud kunnen ze worden:
Afhankelijk van de bijensoort kunen ze enkele weken tot tot een aantal maanden oud worden.
Voeding
Het voedsel van (honing)bijen bestaat enkel en alleen uit nectar en stuifmeel. Zonder nectar kunnen bijen niet overleven. Nectar is een suikerhoudende vloeistof die verkregen wordt uit de nectarklieren van bepaalde plantensoorten. Deze nectar wordt door de buien uiteindelijk verwerkt tot honing. Om een bijenvolk in stand te houden heb je per jaar 35 tot 50 kilogram stuifmeel nodig. Je kunt de honing die ze produceren zien als het brandstofdeel van het bijenvoedsel en het stuifmeel als het bouwstofdeel.
Kenmerken van het lichaam
Het lichaam van de bij bestaat feitelijk uit drie delen: de kop, het borststuk en het achterlijf. Een bij heeft kleine dunne haartjes op zijn lichaam, waar hij zijn warmte mee vast kan houden, maar het dient tegelijkertijd ook om stuifmeel te bemachtigen. Wanneer ze van bloem naar bloem gaan, blijft het stuifmeel aan de kleine haartjes kleven. Het stuifmeel blijft ook kleven aan de dunne vleugels die ze hebben. De kop van de bij bestaat voornamelijk uit twee antennes aan beide weerszijden en 2 grotere ogen en 3 kleine enkelvoudige oogjes die in het midden van de bovenzijde van de kop zitten. Deze oogjes zijn veel kleiner en zijn door de vrij lange beharing niet altijd makkelijk te zien.. De twee grote ogen vervullen de belangrijkste visuele functie terwijl de 3 kleine oogjes slechts grove lichtverschuivingen kunnen waarnemen. Binnen de bijensoort zijn er drie verschijningsvormen (lees: verschil in uiterlijk en in rol): de mannetjes, de vrouwelijke werkbijen en de koningin (ook wel moer genoemd).
Voortplanting
In een bijenkorf wonen tussen de 20.000 en de 70.000 bijen, waarvan er maar één de koningin is. Zij is ook de enige die eieren legt. per dag legt ze wel 1500 tot 3000 eieren. De honingbij wordt geboren in een ei dat door de koningin in één van de cellen in de bijenraat is ingebracht. De cel wordt hierna voorzien van voedsel en vervolgens afgesloten met bijenwas. De cellen waarin de mannetjes opgroeien zijn groter dan die waarin de werksters zich ontwikkelen, want de mannetjes hebben door hun grote ogen een bredere kop.
Leefgewoonten
In een bijengroep zijn de rollen goed verdeeld, elke bij doet zijn eigen taken. Een mannetjes-bij heet een dar. De enige rol van het mannetje is het bevruchten van de koningin. De vrouwelijke bijen, behalve de koningin, zijn werkbijen die geen eieren leggen. De werkbijen hebben verschillende taken, zoals het aanmaken van de honingcellen in de korf, het houden van de wacht en ook het halen van de honing. Als een bij een plek gevonden heeft waar stuifmeel te halen is, maakt de bij speciale bewegingen (of een dans) waardoor de andere bijen weten dat ze daar naartoe moeten gaan om stuifmeel te halen.