Beharing en kleur | |
Beharing | De beharing is hard, doch niet ruw, kort, dicht, fijn, glad en glanzend. |
Kleur | Eenkleurig met of zonder zwart masker, vaak in golven, onregelmatige strepen of bont. meerdere rode tinten (met wit), wit (met wit), geel (met wit)etc. Niet leverkleurig en ook geen zwart. |
De kop | |
Kop | De kop is massief en groot in omtrek. Het vel is los en fijn gerimpeld. |
Ogen | De ogen zijn rond en zeer donker. Ze moeten laag in de schedel liggen en mogen niet uitpuilen. |
Neus | De diepliggende neus is zwart, groot, breed, stomp en opwaarts gericht. |
Oren | De oren zijn roze, klein, dun en hoog aangezet. Ze hebben aan de uiteinden een vouw en hangen naar voor. |
Bovenlippen”chops” | De bovenlippen zijn zwaar dik en breed. Ze hangen aan beide zijkanten, geheel los over de onderkaak, tot aan de onderlip en bedekken eveneens de tanden. |
Kaak | : De brede vierkante kaken zijn duidelijk zichtbaar. De onderkaak is opwaarts gebogen en steekt verder uit dan de bovenkaak. |
Tanden | De tanden zijn niet zichtbaar als de mond gesloten is. De hoektanden zijn zeer groot en staan ver uit elkaar. Tussen de hoektanden staan zes kleine, puntige snijtanden. |
Nek | De nek is kort, zeer zwaar en fors gespierd met veel losse, dikke, gerimpelde huid vanaf het strottenhoofd tot aan de borst. |
Poten | |
Voorpoten | De voorpoten zijn goed gespierd, staan ver uit elkaar en mogen lichtjes gebogen zijn. Ze moeten wel korter zijn dan de achterpoten en mogen bij de ellebogen niet naar buiten of naar binnen draaien. |
Achterpoten | De achterpoten hebben licht gebogen knieën, zijn zwaar gespierd en stralen kracht uit. De voeten zijn rond en compact. De achterpoten moeten iets langer zijn dan de voorpoten. |
Lichaam | |
Lichaam | Is kort en goed gevormd. De voorhand is breder dan de achterhand. |
Ledematen | Zijn fors en gespierd. |
Schouders | Zijn dik, sterk gespierd, breed, schuin en laag. |
Borstkas | Is ruim en aan beide zijden rond. |
Buik | Is opgetrokken en mag niet hangen. |
Rug | Is kort sterk en breed bij de schouder en duidelijk smaller bij de lendenen. |
Staart | De staart is kort en laag aangezet. Aan het begin tamelijk dik en loopt smaller neerwaarts buigend/draaiend in een punt. De staart wordt niet over de rug gedragen en vertoont ook geen extreem opwaartse krul. |
Gewicht en grootte | |
Teven | Wegen ongeveer 21-23 kilogram en zijn 44-49 cm groot. |
Reuen | Wegen ongeveer 23-25 kilogram en zijn 45-50 cm groot. |