Vrijheidsdressuur: Pirouette
De pirouette is een bekend onderdeel uit de dressuur wat pas in de hoogste klasses wordt beoefend. Je kan deze oefening echter ook vanaf de grond aan je paard leren in een iets simpelere versie. Het kost wat tijd, maar is wel indrukwekkend!
Vrijheidsdressuur
Er zijn twee belangrijke principes binnen de vrijheidsdressuur: je dwingt het paard nergens toe, en tijdens de training beloon je het paard zodra het iets goed doet. Het eerste vormt de basis van de oefeningen en komt terug in het woord: Vrijheid. Het belonen is belangrijk om je paard de oefening correct aan te leren. Hiervoor gebruik je bij voorkeur een clicker, maar ook je stem kan als signaal werken. Als beloning zijn snoepjes een optie, maar ook een aai of knuffel, even samen spelen, of zelfs gewoon eventjes rust. Kies iets wat jouw paard prettig vindt en wat hem of haar zal motiveren.
Wat is de oefening?
Het paard draait een rondje op jouw teken.
Benodigdheden
- Clicker
- Snoepjes (bijvoorbeeld wortel, appel, brokjes)
- Halster en lang halstertouw of longeerlijn
Hoe ga je te werk?
Doe je paard het halster om en zorg voor een lang halstertouw of een longeerlijn. Klik deze niet vast in het midden maar aan één van de zijringen. De gemakkelijkste manier om deze oefening aan te leren is door het touw over de nek/rug van het paard te doen en zelf aan de andere kant te gaan staan (dus de kant waar het touw níet is vastgeklikt). Zeg dan het signaalwoord "Rondje" of "Draai", trek zachtjes aan het touw en geef een duwtje tegen de nek. Begin zachtjes en voer de druk langzaam om tot je paard draait. Als dit lang duurt, clicker en beloon dan al voor de kleinste stap in de goede richting! Als je paard verder draait is je eigen timing ook belangrijk. Het paard draait met zijn achterwerk langs jou, en dat betekent dat jij op tijd naar achter moet stappen om hem die ruimte te geven. Daarom is een longeerlijn erg handig. Je kan dan de eerste 180 graden helpen door zachtjes tegen zijn nek te duwen, en de tweede 180 graden door hem zachtjes naar je toe te trekken. Als je paard dat toelaat kan je overigens ook de longeerlijn achter zijn billen langshalen, maar veel paarden vinden dat niet prettig.
Werk er naartoe dat het paard een volledige cirkel maakt - je clickert en beloont pas als hij weer recht voor je staat. Probeer daarna met steeds minder druk te werken. Kijk of je paard de cirkel maakt als je hem zachtjes wegduwt en daarna naar je toe roept. Beloon met veel enthousiasme. Probeer dan ook het duwen te verminderen, tot je paard reageert op alleen het signaalwoord en eventueel een vinger- of handgebaar. Als dat goed gaat kan je het halster afdoen en iets verder bij je paard vandaan gaan staan.
Let op: het lijkt logisch dat als je paard het één kant op kan, hij het ook gemakkelijk de andere kant op kan. Voor een paard werkt dit echter niet zo, en het kan zomaar dat een rondje linksom net zoveel training vereist als een rondje rechtsom.
Zoals je ziet is deze oefening niet uitgesproken lastig om aan te leren. Er kan echter wel flink wat tijd overheen gaan voordat je paard de oefening begrijpt en los doet.
Variaties
Er zijn wel variaties: je zou de oefening kunnen uitbreiden naar een echte pirouette in galop, of naar het zogenaamde 'spinning' uit de western. Beide oefeningen vragen echter zeer veel kracht en verzameling van je paard, en hoewel ze er erg mooi en indrukwekkend uitzien kunnen ze je paard blesseren als je het niet goed aanleert. Als je een goed getraind paard hebt wat op hoger wedstrijdniveau loopt kan je hier voorzichtig mee oefenen, maar het is verreweg het beste om deze oefeningen alleen onder begeleiding aan te leren.
Lees verder