De voorouders van het paard: Epihippus
Epihippus is de derde oudst bekende voorouder van het paard. Hij is ontstaan uit Orohippus en leefde zo'n 47 miljoen jaar geleden.
Taxonomische indeling
Rijk | Animalia | Dieren |
Stam | Chordata | Gewervelden |
Klasse | Mammalia | Zoogdieren |
Orde | Perissodactyla | Onevenhoevigen |
Familie | Equidae | Paardachtigen |
Geslacht | Epihippus | |
Soorten | E. gracilis, E. intermedius, E. parvus, E. uintensis | |
Ontdekking
Ikzelf heb helaas niets kunnen terugvinden over waar en wanneer de eerste of de meeste fossielen van Epihippus zijn teruggevonden. Het is niet onwaarschijnlijk dat die ontdekt zijn in Wyoming en/of Oregon door O.C.Marsh. Hij vond in deze regio in de lagen uit het Eoceen de fossielen van Orohippus, de voorouder van Epihippus.
Beschrijving
Net zoals Hyracotherium en Orohippus, was Epihippus klein van gestalte, had hij een kleine herseninhoud. Hij had 4 tenen aan elk van de voorste ledematen en 3 tenen aan elk van de achterste ledematen, hij liep ook nog steeds op zoolkussentjes.
Ook hier zit het verschil met de voorouder voornamelijk in de tanden: de laatste 2 premolaren werden ook molaren. Zo had Epihippus in elke kaakhelft 5 ware kiezen (molaren). Het gebit was nog steeds laagkronig.
Evolutie
Orohippus gaf na enkele miljoenen jaren aanleiding tot het ontstaan van Epihippus, toen de laatste premolaren ook molaren werden. Zo had Epihippus dus 5 ware kiezen in elke kaakhelft om zijn voedsel fijn te malen. Zo had Epihippus het voordeel dat hij taaiere planten kon eten en zo werden de taaiere planten beter en verder verspreid. Epihippus had ook langere benen dan zijn voorgangers. Erg handig om sneller weg te kunnen vluchten van roofdieren. Nadeel was wel dat hij zich, door zijn grotere hoogte, moeilijker kon verstoppen in het open grasland.
Orohippus is waarschijnlijk tot Epihippus geëvolueerd doordat het klimaat in Noord-Amerika droger werd, de grassen nog in volle ontwikkeling waren en de uitgestrekte bossen, de habitat van Orohippus, begonnen in te krimpen. Zo ontstond een nieuwe leefomgeving: het open graslandschap. Hoe beter een dier aangepast was aan die nieuwe omgeving, hoe makkelijker het kon overleven. De Orohippussen met de langere benen, konden sneller lopen in de open grasvlakte en konden zo beter vluchten bij gevaar. Orohippussen met 5 molaren in plaats van 4 konden het gras beter fijnmalen, zonder veel last te hebben van de slijtage door silica in gras. (Silica is een hard materiaal dat tanden nogal laat afslijten). De Orohippussen met én langere benen én 5 molaren hadden dus de beste kans op overleven (survival of the fittest) en zo ontstond dus Epihippus.
Lees verder