Voortplanting sporenplanten, bacteriën, schimmels, mossen
Plantaardig leven dat zich vermeerdert door sporen, noemt men sporenplanten. Daaronder vallen meerder afwijkende plantengroepen: bacteriën, schimmels, algen, wieren, mossen en varens. Voor deze planten is vaak weinig belangstelling en het belang ervan wordt vaak onderschat. De levenswijze en de voortplanting zijn van deze groepen planten niet eenvoudig. Waarneembare verschijnselen zijn planten als mossen. Schimmels zijn vooral in de herfst waar te nemen. En op ons eten, als het oud wordt.
Bacteriën
Voortplanting
Van de voortplanting van bacteriën weten we meer dan we eigenlijk denken. Iedereen weet wat een "infectie" is. Een infectie wordt door bacteriën veroorzaakt. Een bacterie dringt het lichaam binnen en vermenigvuldigt zich, plant zich voort. Ongeslachtelijk, door deling. Daardoor wordt men ziek.
Voedsel bederft
Ongeveer hetzelfde speelt zich af bij voedsel, wanneer het bederft. Om iets bacterievrij te maken, wordt het verhit (
gesteriliseerd). Bij
pasteuriseren wordt voedsel tot 80 graden verhit. Bacteriën worden dan gedood, maar de sporen blijven in leven. Na verloop van tijd ontwikkelen die zich weer tot bacteriën.
Schimmels
Schimmels zijn evenals bacteriën een groep organismen, die kleurloos is. Zij hebben niet de kleurstoffen die andere planten hebben, bladgroen genaamd. Door de energie die andere planten uit bladgroen halen, wordt zetmeel gevormd. Dit zetmeel is het (reserve)voedsel van de planten. Door verbranding van het zetmeel voorzien de planten in hun energiebehoefte. Schimmels en bacteriën doen dat op een andere manier, namelijk door het afbreken van organisch materiaal. Zij zijn de vuilnisdienst van de natuur.
Zichtbaarheid
Normaliter zijn schimmels moeilijk zichtbaar. Het
mycelium,de kleurloze dradenmassa, is niet duidelijk zichtbaar. Meestal groeien schimmels ook ergens in.
Voortplanting
Dat verandert als er voortgeplant wordt. De voortplantingsorganen vormen een waas van kleine bolletjes aan bijvoorbeeld een paddenstoel, een schimmel in een broodje of in rotte bladeren. Die voortplantingsorganen vormen sporen, die zeer fijn en licht zijn en gemakkelijk door de wind of door dieren kunnen worden vervoerd. Elders kan dan weer een myceliummassa groeien, en worden nieuwe groepen schimmels zichtbaar.
Wieren of algen
Zoet of zout water
Wieren, die ook wel algen worden genoemd, variëren van ééncellige groenwiertjes (zoals in sloten en meertjes) tot grote bruine wieren in zeeën. Hoewel enkele soorten op het land voorkomen (op vochtige plaatsen), kiest deze grote plantengroep zoet of zout water tot hun domein.
Zaadplanten in water
Zaadplanten zijn in open water zeldzaam. Die ziet men in ondiep zoet water. Voorbeelden daarvan zijn: waterlelie, lisdodde, waterpest en riet. Wat de wind betekent voor zaadplanten, betekent het water voor de algen. Er worden verschillende typen sporen gevormd. Het water voert die sporen mee en elders worden nieuwe algen gevormd.
Mossen
Geslachtelijke voortplanting
Mosplantjes zijn mannelijk of vrouwelijk. Bij bevruchting van een eicel bij een vrouwelijk plantje door de zaadcel van een mannelijk plantje vormt zich uit de bevruchte cel een draadvormige structuur met aan het eind een bolletje. Dit bolletje zit op een steeltje. Deze steeltjes vormen het
sporenkapsel. Ze groeien op het vrouwelijke plantje en zijn goed te zien. In de winter kan men de steeltjes al ontdekken. In het sporenkapsel worden de sporen gevormd. Na het openen van het kapsel verspreiden de sporen zich en vormen weer nieuwe mosplantjes.
Ongeslachtelijke voortplanting
Ook kunnen mossen zich ongeslachtelijk voortplanten. Aan de plantjes groeien zijtakjes, die bij het raken van de bodem zelfstandig verder kunnen leven. Ze vormen dan ook nieuwe mosplantjes.
Varens
Sporenkapsel
De gewone varen, zoals wij die kennen, is te vergelijken met het sporenkapsel van mossen. Zoals het sporenkapsel van mossen de sporen vormt, doet de varenplant dat ook. De sporen zitten aan de onderkant van de bladeren. Uit de sporen groeien onooglijke kleine bolletjes die zo snel mogelijk mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen maken. Uit een bevruchte vrouwelijke geslachtscel groeit dan uiteindelijk de nieuwe varenplant.
Ongeslachtelijke voortplanting
De enige ongeslachtelijke voortplanting vindt bij varens plaats door middel van wortelstokken. Wanneer men in een tuin een varen plant, en er jaren niet naar omkijkt, dan groeit de tuin vol met varens. Onder de grond is het een wirwar van wortelstokken.
Lees verder